Johannes Alexis Magito 1687 en Huybertje van Hasselt ca 1689


Stadsarchief Rotterdam,J. de Vou,
Gezicht op de achterzijde van de Sint Joris Doelen aan de Haagseveer.
, NL-RtSA_4080_XXIII-2-01, auteursrechtenvrij
uiterst recht het enige herkenbare de Grote of St Laurenskerk

Johannes Alexius Magito


Johannes Alexiszoon Magito werd 21 januari 1787 gedoopt in de St Michel en Gudule kerk in Brussel.Daar kwam hij in het doopboek te staan als Joannes Masiton. Bij het onderteken van stukken schreef hij zelf vaak Johannis. 
De Gudule kerk is niet zomaar een familiekerkje maar de grote kathedrale kerk van Brussel, waar belangrijke nationale gebeurtenissen werden gevierd.
Mogelijk was vader Alexis met zijn Franse Troep toneelspelers met de prins van Oranje mee naar Brussel gereisd om ook daar het entertainment te organiseren of kluste hij privé bij, naast zijn werk voor de Stadhouder. Maar januari lijkt wat te vroeg in het jaar voor een jaarmarkt of Kermis

Rijksarchief Nelgië

 

Doopboek St Michiel en Gudule Brussel 1687
Joannes filius legitimus Alexi Masiton et Margareta Stampaert

Getuigen Joannes .. et Magdalena Hasaert

Henri_Cassiers,_Bruxelles_Sainte_Gudule Henri Cassiers (1858–1944), Public domain, via Wikimedia Commons

Huybertje Ariens van Hasselt

 

 

Doopboek Rotterdam

11-augustus 1689

Huybertje

Vader:  Ary van Hassel
Moeder : Anna Franssen Houthaeck

 

 

 

                          StadsArchiefRotterdam

Huizen in de Schavensteeg. Vroege foto's, Exact 1850-1920
Elink Schuurman Publiek domein

 

 

 

 

 

 


Huybertje was Rotterdamse van oorsprong en
woonde voor haar trouwen in de Schaevensteeg.
Een steeg parallel aan de Coolsingel en de Zandstraat; tussen de Hofstraat en de leeuwenlaan. Op deze locatie werd het huidige Beursgebouw neergezet.
De steeg werd als Pietersstraat /-steeg in de zestiende eeuw aangelegd en heette in de achttiende eeuw Schaevensteeg.

 

Hoe de steeg er in de zeventiende en achttiende eeuw op stond weet ik niet. In de negentiende eeuw lag de steeg in het beroemde en beruchte Zandstraatkwartier, een verpauperde volkswijk met een internationaal bekende rosse buurt die ’s nachts tot leven komt. Er zijn kroegen, nachtclubs, bordelen, danslokalen en ook kleine theatertjes waar wordt opgetreden door artiesten en muzikanten uit binnen- en buitenland. Alleen al in de Zandstraat zwaren vijftig kroegen, danshuizen en nachtwinkels gevestigd. Ook op een aantal kunstenaars heeft de buurt een enorme aantrekkingskracht. Begin twintigste eeuw wordt de buurt gesloopt

 

 

Huybertje en Johannes Alexis trouwden in Rotterdam, een half jaar
na de geboorte van hun dochter Joanna in 1710.

StadsArchiefRotterdam

Ondertrouwboek Rotterdam 1710

Den 10e augustus
Johannes Masitoo J.M woon: in 'S gravenhagen
met
Hubertje Arienz woon in Sgavensteegg
Getrouwd 2 september 1710



NB er staat wonend, niet geboren in Den Haag
Brussel wordt niet genoemd, maar daar is wel een inschrijving in het doopboek gevonden van Johannes

Gezicht op het oude stadhuis aan de Hoogstraat.
vrij van rechten

Johannes Alexius Magito  verhuisde van Den Haag naar Rotterdam en stichtte daar een gezin.
De kost verdiende Johannes jarenlang als muziekdocent, met als hoofdinstrument de viool. Later kwam daar een deeltijdbaan bij als Stadsmuziekmeester in de oude Doelen. Binnen enkele jaren werd het een volledige aanstelling.  Johannes  en Huberta/ Huybertje woonden onder andere in een pand aan de Visscherdijk dat zij de  Viool had genoemd.
Huybertje en Johannes zijn de ouders van minimaal twee muzikale Magito's Alexius (1711) en Hendricus Alexis( 1732)

Velen gaan ervan uit dat zij ook de ouders zijn van Pieter Magito. Er zijn veel redenen om aan te nemen dat dit niet zo was

Stadsarchief RotterdamGezicht op de Vestmuren de Keizerstoren en de Vissersdijk vanaf de Oude Schiedamse Poort, omstreeks 1550, Vrij van auteursrechten Ingekleurd


De Visschersdijk; de smalle staat aan de linker kant van de afbeelding hierboven. Op de voorgrond de vismarkt

Stadsarchief Rotterdam,
Gezicht op de ingang van de Remonstrantse kerk op de Vissersdijk. 1897,
NL-RtSA_4080_XVIII-302-01-1 Vrij van auteursrechten

Kinderen Johannes en Huybertje
Bij de doop van Johannes zoon Alexis, is er een Alexis getuige (sr).
Op de doopakte van Henderic Magito, een andere zoon van Johannes en Huybertje, staat als getuige genoemd: Alexius de jonge.

Alexis Sr moet wel Alexander uit Duinkerke (ca 1655)  zijn.
Junior zal de broer van de doopvader zijn geweest, Alexis Alexius (ca 1693) maar Alexis Philippeszoon uit het nabij gelegen Delft en Alexis Johanneszoon, de oudste boer van Henry zouden ook de getuigen geweest kunnen zijn.

NB Bij de doop van jongere kinderen  is het goed af te vragen of de Alexis senior niet inmiddels bijvoorbeeld Alexis uit Franeker zou moeten zijn, na overlijden van  Alexis Anthoinszoon.
  .

 

 

De doopgetuigen zijn familieleden maar vaak ook artiesten. zoals de stadsschermmeester Casper Blondel,de stadsmuziek- en zangmeester Philip du Pree en ook Juliana Judith de Walsche (Waeske)  en Maria Anna de Rosier. De laatste twee zouden ook uit e muziek wereld komen maar ik heb hen nog niet kunnen achterhalen.

 


Joannes Johannesz Magito (1717) verhuisde in 1750 met zijn zus Johanna en haar man Reijnier Loures De Mal Espina naar Delft 
Johannes overleed in 1770  in Brugge  
Over twee van de kinderen van Johannes en Huybertje, Alexis en Hendricus later meer

Detail van : Rotterdam met al syn gebouwen, net op haer maet geteekent en gesneden”.
Ets en kopergravure gedrukt op 6 bladen,
vervaardigd door Johannes de Vou en Romeijn de Hooghe in 1694
Wikimedia Commons.CC BY-SA 3.0

Adressen Johannes en Huybertje Magito
Groen: Visschersdijck (tussen Schielandhuis en C&A)
Geel Schaevensteeg
Blauw: Prinsenstraat

Muziekleven in Rotterdam in de 17e en 18e eeuw

Omdat muziek een belangrijk onderdeel uitmaakte van het leven van de Magito's in Rotterdam, heb ik gezocht naar wat bekend is over de plaats van muziek in Rotterdam in de achttiende eeuw; waren er regels en afspraken die invloed hadden op het leven van hen die zich met muziek bezighielden?
Informatie hierover werd gevonden  in "de verhouding overheid-musicus in Rotterdam tot 1672"door Mr C Linbeek-Schalekamp

 

Met de bouw van het orgel van Goltfus , in de Grote of St Laurenskerk kwam er muzikaalleven in de stad Rotterdam. In 1644 kwam Jan Baptista Verreyt uit 's Hertogenbosch in dienst als organist voor een periode van zeven jaar. Iedere dag kon genoten worden van zijn orgelspel. In 1657 werd hij opgevolgd door Johannes Crabbe. Van hem wordt geschreven dat hij een musicus was van grote begaafdheid. Johan Dullaert schreef er een gedicht over



Op straat kon je de klokken van het carillon van de St Laurenskerk of het Stadhuis horen. De klokken van de Laurens waren gegoten door de broeders Pieter en François Hemony. In 1732 werd het spelen van het Carillion gecombineerd met de aanstelling als organist van de Waalse Kerk. met de afspraak dat er geen vervangers ingezet mochten worden, om te voorkomen dat de kostbare klokken in niet-vaardige handen kwamen.
Op dinsdag en zaterdag speelden de klokken van de Laurens. Het zijn de dagen dat er nu nog steeds grote markt is achter de Sint Laurens; de dagen waarop nog steeds het carillon te horen is. Op donderdagen lieten de klokken van het carillon van het stadhuis zich horen. 
Addie de Jong, cantororganist van de koren waar mijn vader en ik in zongen en bevriend met mijn ouders, had de functie van Stadsbeiaardier van ca 1978 tot zijn overlijden in 1997.
In 1991 en in 1996 werden naar zijn aanwijzingen beide carillons van Rotterdam gerenoveerd

1875geromatiseerde tekening van 
Jacob van Eyck met Pieter en François Hemony door W. G. Hofdijk Public Domain d726ee

http://commons.wikimedia.org/


Stadsmuziekmeester
het Rotterdamse stadsbestuur heeft in de zeventiende en achttiende eeuw een stimulerende invloed gehad op het muziekleven in de stad. Er was veel zorg voor kwaliteit  van de bespelers van orgels en beiaarden en  er was belangstelling en ondersteuning  voor muziekonderwijs aan de jeugd.
De overheid gaf voor het eerst  in 1697 een vergunning af aan de zangmeester Franciscus Aerts om elke woensdag van vijf tot zeven uur concerten in de Doelen te geven. In 1715 gaven de Burgemeesteren van de stad aan enkele muziekliefhebbers vergunning om in de wintermaanden eenmaal per week in de Doelen een concert te geven.

Muzikanten die niet in dienst waren van het Stadsbestuur of waar het bestuur geen afspraken mee gemaakt had, werden geweerd. Overeenkomsten waren er wel met de voorzangers, organisten van de stadskerken, de stadsbeiaardier en de torenblazer van het stadhuis. De selectie op de vaardigheid de beiaard te bespelen en goed te onderhouden, was bijzonder streng. Men reisde er zonodig stad en land vooraf om kandidaten te beoordelen. Het waren immers dure instrumenten.

Het Stadsbestuur probeerde hinderlijke overlast van muzikanten op straat  en in de herbergen tot zwijgen te brengen door middel van een ordonnantie (716) tegen het bedelen. Mensen die bedelende onder voorwendsel muziek te maken, konden rekenen op een verblijf in het tuchthuis, waar ze met de handen de kost moesten verdienden. In 1748 werd het herbergiers, tappers en kroeghouders verboden speellieden in hun plaatsen toe te laten, om daar te spelen op violen of andere instrumenten, op straffe van een boete van f12,- en in beslagname van de instrumenten van de muzikanten.

Kortom het stadsbestuur zat er boven op wat betreft de vakbekwaamheid, de kwaliteit, van de aan te stellen musici.

Pensioenen aan nabestaanden van musici zijn eerder uitzondering dan regel. De opvolger kreeg soms te maken met een regeling waarbij hij  gedurende een half jaar of langer, een deel van zijn salaris af moest staan aan zijn voorganger of diens nabestaanden


Johannes en Huybertje hadden vele monden te voeden en naast zijn baan als muziekleraar solliciteerde Johannes Alexis naar de functie van Stadsmuziekmeester. Over de aanstelling als stadsmuziekmeester staat wat geschreven in een van de Rotterdamse Jaarboekjes:

Ten behoeve van de jeugd besluit de vroedschap in april 1715, dat de burgemeesters een pikeur, een zangmeester en een schermmeester moeten aantrekken.. De eerste zangmeester  is de eerder genoemde  Philippe du Pres, die slechts een jaar in dienst blijft. Dit is dezelfde Du Pree die in 1716 peter was bij de doop van Anna Philippa, dochter van Johannes  en Huberta Magito.  Hij werd opgevolgd door Johannes Quickelenbergh, een zeer 'uijtmuntend meester op de viool en andere instrumenten, maar deze vertrekt in 1721 naar Engeland op vijfendertig jarige leeftijd. Op de vacature solliciteren vervolgens twee kandidaten "De vroedschap behandelt rekwesten van Johannes Alexis Magito en Barthold Heinrich Cromnou,

" Johannes Magito geeft bij  zijn sollicitatie aan, dat hij al acht jaar les geeft op de viool en andere instrumenten en dat de leden van het muziekcollege in 'de Doele' hem hebben aangeraden te solliciteren, vanwege zijn bekwaamheid en gedrag;
Cromnou doceert Italiaanse zangkunst*
Het vroedschap wil beide  kundige musici voor de stad te behouden en stelt ze allebei aan;. ieder voor de helft van het beschikbare bedrag van f 200,—. Cromnou,overlijdt in november 1724 en Johannes krijgt ook de resterende uren van de functie.
Hieronder de tekst van de resolutie
 
Resolutien van de Vroedschap der stad Rotterdam:

„Is gehoord het rapport van de Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden hebbende ingevolge en tot voldoeninge
van de Resolutie Commissoriaal van den 26en Augusty laestleden,geëxamineert de respectieve Requesten van Baerthout Hendrik
Cromnou en Johannis Alexis Magito, musijckmeesters wonende binnen dese stad, daartoe tenderende, dat sij supplianten mogten
werden gebeneficeert en gegratificeert met het vacerende Pensioen van twee hondert gis jaarlijkcx, waermede Johannes Quikkelenburg, dewelke sedert eenigen tijd dese stad met der woon heeft verlaten en naar Engeland is vertrocken, volgens Resolutie van den 7en Januarij 1716, is begunstigt geweest.Waerop gedelibereert en gehoort sijnde het favorabel rapport van de bequaemheyd in de musijckkonst, mitsgaders goede conduites van de voorschreven beyde supplianten, Is goed gevonden en verstaen, dat het voorschreven Pensioen van tweehondert guldens 'sjaers sal werden verdeelt en aan ijder van de voorschreven supplianten daervan bij provisie en tot wederzeggens toe geaccordeert en toegelegtgelijckaen deselve geaccordeert en toegelegt werd bij desen de helfte, ter somma van een hondert guldens
jaerlijcx, ingangh nemende met den eersten dagh van dese loopende maend, te betaelen uyt het fonds van de Recognitien op de
ampten staende, en dat daervan op den blaffaert sal werden aentekeninge gehouden. En is wijders geresolveert, dat hiertegens de Pensioenen bij resolutie van den 23 April 1715 geaccordeert aen Jean Garaudin,schermmeester, van hondert gulden en Philippe du Pree, sangmeester, van een hondert vijftig guldens 's jaers met het overlijden van een yder van deselve respectivelyck sullen comen te cesseren,
en gehouden werden te sijn gemortificeert, bij soo verre deselve Pensioenen niet al eerder om reden, door de Heeren Burgemeesteren uyt kragte van de generaele Resolutie en Authorisatie van den voorschreven 23 April 1715 sijn gediscontinueert geworden"

Niemand heeft na zijn vertrek naar Engeland ooit iets nog gehoord van Quickelenbergh. 
De vraag is wel, of via dit contact met Quickelenbergh, Hellendaal en de zoons van Stadsmuziekmeester Johannes Magito,  Alexis en Henri, in Engeland terecht zijn gekomen.

Deze  uit het StadsarchiefRotterdam komende Rotterdamse voorbeeldtekening voor het maken van tegel is gemaakt gedurende jaren dat de Magito's op hun hoogtepunt waren en shows in Commedia dell' arte stijl gaven. Toen ze de Rotterdamse Wijnkopers voorzagen van dansles, attributen en muziek voor hun jaarfeesten.De tekening lijk het samen te vatten
Ik heb er geen aanvullende informatie kunnen vinden. Helaas ook niet via een prachtige site waarop onder andere de in Rotterdam gemaakte Magito-tegels  te zien zijn. Het kan eigenlijk niet anders dan dat deze voorbeeldprent een Magito-tegel moet hebben opgeleverd. Ik heb deze echter nog nooit gezien,

Tekening (pen in roodbruine inkt over potlood), in cirkel; trofee met een toneelmasker, marot (narrenstok), muziekboek, harp, viool, fluit en andere muziekinstrumenten. Deze tekening is gebruikt als voorbeeld bij de fabricage van tegels. NL-RtSA_4030_1976-3325 RotterdamsArchief  1700-1800 Public Domain

Johannes de zakenman
De stadsarchivaris van Rotterdam Dr. E. Wiersum vermeldt in zijn verhaal over de  Rotterdamse Koorddansers familie , dat deze Rotterdamse Johannes Magito de circustent in Friesland koopt en een carrière-switch maakt. 
Maar, Johannes loopt niet over een koord, maar speelt viool en geeft vioolles en wordt en blijft Stadsmuziekmeester in de toenmalige Doelen van Rotterdam,
Bevestiging van zijn voortgezette werk als Stadsmuziekmeester wordt gegeven in het testament, dat wordt opgemaakt kort voor het overlijden van zijn vrouw Huybertje (1749)

Johannes gaf vrijwel zeker zijn kinderen minimaal de basis-muzieklessen mee en van twee van hen is bekend dat zij als musicus hun brood verdienden.

Johannes investeerde wel in de neven Magito, met name in Alexis Philippeszoon, de vader van de roemruchte Koorddanser Pieter Magito.

  • Johannes Alexis en Alexis Philippeszoon Magito waren samen  eigenaar  van een circustent waarin de Italiaanse Vertooning werd opgevoerd. De aankoop bij een timmerman in Franeker, die Johannes zal kennen van zijn in Franeker werkende broer Alexis Magito wordt in 1726 gedaan
  • In februari 1727 waren Johannes Alexis en Alexis Philippesz bij de notaris in Delft, de woonplaats van Alexis. Daar werden handtekeningen gezet onder een overeenkomst met een stel uit Antwerpen dat met de Italiaanse Vertooning zou gaan werken.De tekst is mij te moeilijk om helemaal te begrijpen
  • in mei 1727 zijn Alexis Philippesz Magito en zijn ooms Johannes Alexis en Noël Alexis Magito bij notaris Olyslager in Delfshaven om het afspraken te maken  over het gebruik van de tent en de Italiaanse Vertooning.

De acte
Protocol van notaris Adriaen Leeuwenhoek Folio135 Datum18/2/1727  Plaats Delft
Stadsarchief Delft

 

 

In 1726 staat Johannes Alexis op de Kermis van Delft met Italiaanse Gezigten,
steden, en portretten (?) en Landschappen

Het Protocol van notaris D. d'Olyslager Deel 18, akte 44, 14 Maart 1727 waarin afspraken gemaakt werden over de aankoop van de tent is niet gedigitaliseerd en kan, omdat het een akte is van een andere stad, wel in het stadsarchief van Rotterdam bekeken worden, maar wordt niet gedigitaliseerd op verzoek.

 

Een stukje van de akte die waarschijnlijk daarop volgde over het gebruik van de tent voor de Italiaanse Vertooning  van 19 mei 1727 was zichtbaar bij de BBC op 1-6-2023 in het programma Who Do You Think You Are.
De enige reden waarom ik de akte zou willen zien, is dat Noël Magito blijkbaar ook hierin participeerde.

Johannes heeft een enkele keer ook op een Kermis ingeschreven gestaan met de Italiaanse Vertooning, of dit was als uitvoerende of als man op de achtergrond wordt niet verteld.
De enige andere permissie voor een voorstelling op de Kermis voor Johannes is van 17589: Hij staat dan in Delft  op het plein buiten de Kethelpoort. Johannes blijft nu bij zichzelf en heeft een voorstelling met Sangh en Muziek Kunst in de Nederduyste tael . op het programma staan.

Zo langzamerhand wordt duidelijk dat ook kinderen van Johannes deel uitmaakte van de Magito kermisfamilie.
Dochter Johanna trouwde met Reijnier Loures Mal Despina. Hun zoon Johannes stond op de Kermis in Utrecht. Zoon Johannes en Pieter stonden eveneens op de kermis. wordt vervolgd


Het Huys Alexis
Zoon Alexis werd met enige regelmaat ingehuurd voor de jaarfeesten van de Rotterdamse wijnkopers. mogelijk via Telger, de benedenbuurman van de Visschersdijk, die wijnhandelaar was. Voorafgaande aan het feest kregen de gildenleden dansles in het Huys van Alexis. Ook zorgde Alexis voor maskers en toneelattributen om de sfeer te verhogen; een enkel keer kwam de "troupe Franse comedianten" langs. Mogelijk opvolgers van de troupe waar de vader van Johannes meegewerkt heeft.
Blijft de vraag: wie zit hier achter de naam Alexis: de cellist die studeerde in Leiden of was het Johannes die gebruikmaakte van Alexis als artiestennaam. Voor mij staat inmiddels vast dat vader Johannes er bij betrokken was en dat hij meer banden had met het entertainmentdeel van de Magito's dan ik eerder dacht.


Johannes leende op 24-02-1727 geld van Jacobus van den Kirkhoven   Dit zou zijn voor de doop van zijn zoon Jacobus, volgens notariële akte op 19-03-1727.
Blijkbaar kostten de familiefeestjes, waarbij waarschijnlijk uit het hele land neven, nichten en ooms en tantes naar toekwamen, toch wel wat. Omdat de familie van ver kwam  loste je dit niet op met koffie en cake. Ze bleven minstens een dag eten, drinken en slapen. Het is bovendien kort na de aankoop van de Franeker-tent en de koste gaan voor de baten uit. Maak niet de fout de kosten van de tent te onderschatten. Het betrof geen tent van zeildoek over tentstokken , maar een demontabele houten gebouw en die van de Magito's waren flink groot.

Huybertje, vergezeld van man en kinderen, is aanwezig geweest als getuige / als Meter bij meerdere Magito dopen in Noord Holland, Amsterdam en Friesland. De band met de andere Magito takken lijkt hecht te zijn

Overlijden Huberta in 1749 en Johannes in 1769

Testament september 1749

StadsArchiefRotterdam

De avond voor dat Huberta overlijden zal, laten Johannes en Huberta, Notaris Jacobus de Roy komen om een nieuw testament ten gunste van de langstlevende op te laten maken.
De langstlevende krijgt ook de taak de kinderen op te voeden en te laten scholen (lezen en schrijven). De eerst overlijdende geeft aan dat de directie harer nalatenschap en de oppervoogdij voor alle minderjarige, uitlandige en toezicht behoevende personen en hun goederen komt bij  "de Heeren van den geregte en weeskamer dezer stad en van alle andere steden en plaatsen". Vrij vertaald. Wanneer een van de ouders overleed moest de weeskamer altijd geïnformeerd worden.

De Weeskamer zag erop toe dat kinderen waarvan één of beide ouders overleden zijn, hun rechtmatige erfdeel kregen. Bij het begraven van de overleden ouder werd dit geregistreerd in de begraafboeken van de Weeskamer. In het geval van een hertrouwen was de aanwezigheid van onmondige, dus minderjarige, kinderen te zien aan de aantekening in de marge van het ondertrouwen: 'weeskamer voldaan', soms met een minimale aantekening als 'ok'. De term 'weeskamer voldaan' houdt in dat de trouwlustigen zijn langsgeweest bij de Weeskamer en toestemming hebben verkregen tot ondertrouwen na het tonen van een akte van bewijs of verwijzing naar een testament. Een akte van bewijs vermeldt het aantal kinderen, het erfdeel en is vastgesteld bij een notaris en gecontroleerd door de voogden.

StadsArchiefRotterdam

 


De Rotterdamse Stadsarchivaris heeft geschreven in aanvulling op zijn verhaal in het Rotterdamse Jaarboekje uit 1920;
22 Sept. 1749 maken zij testament voor notaris Jacobus de Roy en den volgenden dag sterft de vrouw, met nalating van
zeven mondige en twee onmondige kinderen. De man is dan nog stadsmuziekmeester en woont in de Prinsenstraat boven het Boterhuis.

Er wordt F3,- betaald aan belasting op begraven.


Overlijden Johannes Magito
Johannes overlijdt in de Prinsenstraat boven het Boterhuis in december 1769 en wordt in het begrafenisregister ingeschreven als
Johannes Alexis, Stadsmuziekmeester in de Prinsestraat.
Er moet F3,- betaald worden aan belasting . en vermeld wordt dat hij 80 jaren oud zou zijn; hij werd 82 jaar.
Opvallend is dat de doodsoorzaak genoemd werd: "Verval van kragten"

Hij was 19 jaar weduwnaar van Huberta van Assel die al in 1749 overleed.

StadsArchiefRotterdam

Een Dingsdagmarkt op de Nieuwemarkt, omstreeks het jaar 1800. Midden links de Prinsenkerk, rechts daarvan het Boterhuis. NL-RtSA_4080_RI-255-01-1 Vrij van auteursrechten

Op de afdeling hierboven kijk je bijna naar binnen in het huis van Johannes en Huybertje. De zaken moeten duidelijk goed gaan. Ze zijn weg van de toch wat smalle Vissersdijck en wonen "op stand" in het huis boven de drie poorten van het Boterhuis.

Stadsarchief Rotterdam, D Moens, Soepkokerij in het stadsboterhuis aan de Prinsenstraat.,1817.NL-RtSA_4080_RI-907-B-01

Of de soepkokerij in het Stadsboterhuis er ook al was in de Tijd van Johannes en Huybertje, is de vraag. Het geeft wel een beeld van de hoogte en grootte van de vertrekken.achter de poorten

Opmerking:
Zoon Petrus Joannes A geboren in 1734, heb ik tot nu toe gekoppeld aan Maria Philippo, geboren in 1733 te Leiden.
De vraag is of dit correct is, want het patroniem Johannes ontbreekt in de naam van de Petrus die trouwde met Philippo; het zou Petrus Alexius moeten zijn. Ook hier maar eens kijken wat er precies in het doopboek staat bij de vader: Alexis Magito in plaats van Johannes Alexis.
Wel opmerkelijk dat bij de doop van sommigen van zijn kinderen alleen de patroniem wordt gebruikt. Misschien was Alexis een beter klinkende artiesten naam dan Johannes.
In alle andere documenten wordt hij Johannes Alexis genoemd. De moeder is in alle gevallen Huybertje van Hasselt. Er is lijkt geen relatie met het overlijden van zijn vader Alexius; ook in de tijd dat Alexius nog leefde werd al eens alleen het patroniem gebruikt.

 DR. E. Wiersum de Stadsarchivaris van Rotterdam schreef in het Jaarboekje van 1920 over Petrus Joannis
Van hunne kinderen woonde Alexius van 1740-1752 te Rotterdam in de Schavensteeg, terwijl Petrus, een van de tweelingen,
soms ook Petrus Alexis genoemd, in 1755 metterwoon*  naar Delft trok , doch 28 Januari 1759 voor Burgemeesteren van Rotter-
dam trouwde met Maria Philippo. Uit dat huwelijk werd in 1766 een zoon geboren, die 22 Juli naar den grootvader Johannes genoemd werd.
Een tweede zoon Reinier werd 15 Aug. 1770 ten
doop gehouden.

* Gifteboek 18 Juni 1740 en 14 Maart 1752 en akten van indemniteit 11 Juni 1755

 

Johannes Alexius Magito en Huybertje van Hasselt worden gezien als de ouders van Pieter Magito geboren in 1708 te  s-Gravenhage.maar Pieter ontbreekt op mijn lijst van hun kinderen


De stambomen die ik heb zien passeren gaan er vanuit, evenals de Rotterdamse stadsarchivaris in zijn boekje over de beroemde Rotterdamsche Koorddansers familie, dat  Pieter Magito een zoon is van de zich in Rotterdam gevestigd hebbende                                            Johannes Alexius Magito (1679-1769) en zijn in Rotterdam geboren huysvrouw Huybertje van Hasselt.  
De kans dat Pieter een zoon van de Rotterdamse Stadsmuziek meester is, acht ik nihil.
Op een andere plek op deze website (Alexis Philippeszoon vader van Pieter Magito) kom ik terug op waarom.

De St. Jorisdoelen te Rotterdam - 1790 - Rijksmuseum, Netherlands - Public Domain. 90402_RP_T_1921_116-1_edited ingekleurd


Meer over de ouders van Huybertje van Hasselt

Ik wil weten of soort ook toen soort zocht . Met andere woorden kwam bijvoorbeeld de muzikaliteit ook bij de van Hasselts vandaan?
Daarnaast wil ik weten of , toen kleinzoon Alexis Magito uit Gouda terugkwam naar Rotterdam en in de Schavensteeg is gaan wonen, dit hij  zijn grootouders is geweest, Sinds zijn vertrek naar Gouda waren er op de Visschersdijk in de Viool, nog drie broertjes bij gekomen in de bovenwoning.

Huberta's vader, Arij Pietersen van Hasselt kwam uit Gorinchem of Gorcum zoals op de inschrijving van de ondertrouw staat
Bij zijn huwelijk  woonde hij in de Schrijnwerkersstraat in Rotterdam
Zijn bruid Annetje Fransen Houthaeck woonde in de Vierwindenstraat in Rotterdam

StadsArchiefRotterdam

Arij van Hasselt mag dan wel geboren zijn in Gorcum; zijn familie kwam waarschijnlijk uit Hasselt, nu Belgisch Limburg


Huwelijksplaats: Overschie 03-04-1661
Datum ondertrouw:20-03-1661
Inschrijvingsjaar:1661
Bruidegom:Frans Hubertsen Houthaeck
Rotterdam Schaevesteegh
Bron of gezindte:Trouw gereformeerd
Bruid:Trijntie Abrams van Copere
Voornaam:Trijntie
Tussenvoegsel:van
Achternaam:Copere
Patroniem:Abrams
Burgerlijke staat:j.d.
Geboorteplaats:Rotterdam
Woonplaats:Delfsevaart

StadsArchiefRotterdam


Maak jouw eigen website met JouwWeb