Evert Mulder 1818 en Elizabeth Rijkers 1819


Oudouders Generatie 6


Het eerste stadhuis van Rotterdam 1674 zal, net als in vele andere steden, ongetwijfeld het gasthuis geweest zijn, het offciële gastenhuis van de Graaf van Holland  
Rijksmuseum, Cornelis Pronk - De Hoogstraat te Rotterdam, 1701 - 1759. -6a275d CCO 1.0 Dedication         

 

Elizabeth Rijkers 1819

In dit stadium onbedoeld, heb ik wat meer onderzoek gedaan naar de ouders van Elizabeth Mulder, mijn Betovergrootmoeder Magito.
Aanleiding was de achternaam van haar moeder: Elizabeth Rijkers, of Elizabeth Harmsen of toch Elizabeth Rijkers Harmsen.

Elizabeth werd in mei -juni 1819 geboren en gedoopt als Elizabeth Rijkers, dochter van de ongehuwde Elizabeth Rijkers.
Vierenhalf jaar later trouwt haar moeder met Joannes Harmsen en Elizabeth wordt geëcht en krijgt de naam Harmsen.
Zo wordt ze ook in het geboorteregister nu teruggevonden maar dat is in de overige aktes niet zo. Rijkers staat daar steeds bij.

StadsArchiefRotterdam

Originele inschrijving in register van de Burgerlijke Stand 1819

StadsArchiefRotterdam

In het jaar 1819 den zeventiende Meij des middags, compareerde Voor ons Burgemeester der Stad Rotterdam, Ambtenaar van den Burgerlijken Stant
Sophia Maria Verbeek, weduwe Valentin Johannes Roodermel, oud vijftig jaren, Stads VroedVrouw, wonende aan de Cool Cingel I5/9 op het territoir van deze Stad.
Welke ons heeft verklaart dat op Den Zestienden dezer des avonds ten Elf Uur Elizabeth Rijkers hebbende geen beroep wonende aan de Cool Cingel S15 in zeker huis aldaar staande,  is bevallen Van een kind van het Vrouwelijke geslagt 't welk zij ons  Voorstelde aan hetzelve den Voor- en toenaam Elizabeth Rijkers gevend

De gen. Verklaring en Voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Dirk Arnoldus Berg, oud agt en dertig Jaren, Commis van Heeren Burgemeesteren dezer Stad, wonend in de Gasthuissteeg J248 en Van Willem van Aalst oud agt en vijftig Jaren, Sergeant van gen. Heeren Wonende in de Torenstraat G208

 

Evert Mulder 1818

In het jaar 1818 den veertiende augustus des middags, compareerde voor ons Burgemeester der Stad Rotterdam, Ambtenaar van den Burgerlijken Stant
Jan Mulder, oud achtentwintigjaren, Timmermansknecht, wonende aan de Botersloot H272 binnen van deze Stad.
Welke ons een kind van het manlijk geslacht heeft voorgesteld 
den veertienden des nachts ten twee uur uithem declarant en Maria Anna Boudewijns dezelfs huijsvrouw geboren en aan't welke verklaard heeft den voornaam Evert te willen geven
degen Verklaring voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Cornelis van Duijl , oud achtentwintig jaren kuipersknecht,  en van Dirk overman, oud eenentwintig jaren, schoenmaker, wonende beide aan de Botersloot H272

StadsArchiefRotterdam

Doopboek Grote Kerk                                 
Rotterdam 1818                                  

StadsArchiefRotterdam

16 augustus
Zoon Evert
geboren 14 augustus

Ouders

Jan Mulder
Maria Anna Boudewijns EL          Botersloot H 227
Getuijgen
Hermina Kuijper

 

EL = Evangelisch Luthers

Van Elizabeth is er ook een inschrijving te vinden in het doopboek.
De Nederduijtse Kerk Rotterdam registreerde de onechte kinderen apart.
In 1818 waren het er 135 en in 1819: 162 en dat werd dan ook nog opgeteld voor deze jaren samen : 297

 

                        Inschrijving in Doopboek 1819


Den 6 Junij 1819

Een onechte dochter
Elizabeth
geboren 17 Meij 1819

Moeder: Elizabeth Rijkers
op de Coolcingel


Geecht na vertoonde Informatie van der Burgerlijken Stand.
Zie Handelingen der Kerkenraad van 7 Januari 1824

 

Helaas heb ik de Handelingen niet kunnen vinden

StadsArchiefRotterdam


Tijdens het onderzoek blijkt dat er niet alleen iets bijzonders met Elizabeth Rijkers was maar ook rond Evert Mulder loopt het anders dan gebruikelijk. De ouders van Evert Mulder, Jan Mulder en Maria Anna Boudewijnse overlijden in maart 1838 een dag na elkaar; Evert is dan 19 jaar en dan was je in de 19e eeuw nog minderjarig.

 

 

 

 

 


Evert kwam in het Gereformeerd Burgerweeshuis terecht aan de Goudse Wagenstraat waardoor in de voogdij was voorzien. Die was ook nodig in verband met de regeling van de nalatenschap van zijn ouders.

De Muller-tak kent het Gereformeerde Burgerweeshuis al  omdat Johanna Maria van der Teuk daar van 1805 tot 1821 verbleef.

Tien dagen na het overlijden van zijn vader wordt er een familieberaad gehouden bij een Vrederechter en zijn griffier met de bedoeling te komen tot het aanstellen van een voogd en toeziend voogd. Cornelis van der Vaak wordt hier voor aangesteld.
Een halfjaar later zouden Vrederechters vervangen worden door Kantonrechters

Te weten
Van Vaderszijde

Evert Mulder wonende in de Korte Wagenstraat voor des minderjarigen
Gijbert Mulder, wonende in de Breestraat zijnde broeder
Bouke Bangma wonende aan de Slijkvaart zijnen aanbehuwd Broeder

Van Moederszijde
Gijsberts Boudewijns wonende aan de Botersloot Grootvader des minderjarigen
Jacobus Reijkers, wonende in de Kikkersteeg aanbehehuwd broeder des minderjarigen
En Cornelis van der  Vaak wonende aan de Kipstraat zijnen aanbehuwd broeder
Allen te Rotterdam

Dewelke zich onder voortzetting tot eene familieraad samengesteld hebbende wij kennis gaven dat het doel dezer Zamenkomst was strekkende , om eenen Voogden en toezienden Voogd te verkiezen, over de in het hoofd dezer genoemden minderjarigen zijnde de jongere minderjarige, opgenomen in 't Gereformeerde Weeshuis dezer Stad, en alzoo in de Voogdij voorzien voor dezelve Mitsgaders te raadplegen wegens de aanvaarding der nalatenschap zijner  Ouders bovengemeld. Waarover de familieraad dadelijke heeft aangevangen te raadplegen met dat gevolg dat met eenparigheid van stemmen besluit is uitgebragt en tot Voogd verkoren, over gezegden minderjarigen Evert Mulder boven genoemd. Dewelke zich verwijderd hebbende, wij met met de overige leden hebben geraadpleegd, over de verkiezing van eenen toezienden Voogd over dezelve, waartoe mede met eenparigheid aan Stemmen is verkoren Cornelis van der Vaak.Dier met en benevens den 't hand weder in de Vergadering verscheinen benoemden Voogd hebben verklaard de op hun uitgebragte keuze zich te laten welgevallen, waarom zij onder plechtigen Eeden in onze handen afgelegd als regt is, hebben beloofd en aangendmen alle plichten welke de Wet hun en hunne genoemde respective qualiteiten afgelegd naar behoren te zullen vervullen en voor des minderjarigen belangen naar behoren te zullen waken . En hebben geteekend terwijl de voogd de vergadering heeft verlaten

was getekend E Mulder en C van der Vaak
Weshalve mij Vrederegter voornoemd

StadsArchiefRotterdam

In mei 1839 trouwen Evert Mulder en Elizaberh Rijkers Harmsen na dat zij aangeleverd hebben , hun geboorte uittreksel, de verklaringen van overlijden van de ouders,  het bewijs dat Evert aan zijn verplichtingen voor de Nationale Militie heeft voldaan en een verklaring van armoede/ bewijs van onvermogen

Evert heeft zijn plicht bij de nationale Militie vervuld door personele optreding bij het 13e afdeling infanterie en is in ver band met lichamelijke gebreken uit dienst gegaan.(?)

Hun huwelijk wordt vijf en twaalf mei 1839 afgekondigd en vijftien mei trouwen zij.

StadsArchiefRotterdam