Alexis Magito 1655 en Margueritte Stampaert 1654
Stamgrootouders Generatie 11
De kinderen van Anthoine Magitot dit l'Anglois' en Marie Condette I
Op deze pagina worden de oudste zoon van Anthoine Magitot en Marie Condette, Alexis en zijn vrouw Margueritte besproken.
Via onderstaande link komt u bij de jongere kinderen.
Alexis Magitot
Ardres, Eglise Saint-Omer et de Notre-Dame de Grâce Duthoit, Louis (1807-1874).
No Copyright - Other Known Legal Restrictions ingekleurd
Doopboek 1655 Ardres, France
Archives départementales du Pas de Calais
26 oktober 1655
Alexis
zoon van
Anthonio Magitot
en van
Marie de Condette
Peter: Pierre Alexis Lefebure
Meter Françoise Bourgeois
Kennis van de getuigen geeft een beeld van de sociale omgeving waarin Anthoine Magitot en Marie Condette leefden.
Getuige Pierre Alexis Lefebure, Sieur de La Chaussee, trouwde in 1661 met Jeanne Fontaine. Uit hun huwelijksakte blijkt dat Pierre Alexis stalmeester van beroep was. Lieutenant des chevaux legers.
Margueritte Stampaert
Over de familie van Grietie Stamppers of Margueritte Stampaert is weinig terug te vinden en over haar vader Magiel, die we kennen van de afspraak op het stadhuis van Amsterdam in verband met de ondertrouw van zijn dochter, weten we verder niets. De Familie Stampaert kwam uit Antwerpen, staat er op de ondertrouw-inschrijving. Het kan ook een plaats daar in de buurt geweest zijn. Brugge bijvoorbeeld.
In het Confessieboek van 1662 is iets terug te vinden over een Marry Stampers van Brugge.
StadsArchiefAmsterdam
Marry Stampers van Brugge oud 28 jaar, zegt van en een jongeman bedrogen te zijn.
Is gevonden in’t hoerenhuis van Abram de Vals Speelder, alhier mede gevangen.
Marry Jans van de Bosch oud 14 jaar, mede ter voorschreven plaatse gevonden daar zij zegt van Marry Stampers gebracht te zijn.
Uitspraak Schout: Herberg en Hoerhuis verboden en nemen aan uit de stad te vertrekken.
Deze Marry Stampers van Brugge zou een veel oudere zus of tante van Margueritte Stampaert geweest kunnen zijn. Het lijkt onwaarschijnlijk dat we dit vast kunnen stellen.
Lithographie de l'église N-D-de-Messines à Mons, Public Domain ingekleurd
De Magito's die al in Amsterdam en omgeving gesetteld waren en als wevers de kost verdienden, kwamen ook uit Antwerpen volgens de ondertrouw-inschrijvingen. Maar het geboorteboek waar Antonio Simonsz ingeschreven staat, is van een parochie in Brussel. In Amsterdam woonden de Stampaerts en de Magito's op steenworp afstand van elkaar. Mij lijkt het waarschijnlijk dat de Stampaerts ook wevers waren en dat zij elkaar kenden van het werk of al vanuit Antwerpen. Helaas is van het weversgilde geen informatie bewaard gebleven ( Stadsarchief Amsterdam). Een andere, niet uit te sluiten, mogelijkheid is, dat de Stampaerts poppenspelers waren. We weten dat in Antwerpen poppenspel, met grote poppen, voorkwam. In 1727 maakten Johannes en Alexis Philippeszoon werkafspraken over de Italiaanse Vertooning. In die Vertooning werd waarschijnlijk ook gebruik gemaakt van poppen. Het is bekend dat in de Duvelshoek in Amsterdam marionettenspelers woonden.
Zoeken op de naam Stampaert in de Zuidelijke Nederlanden, levert een concentratie van die naam op in Mesen of Messines op. De familienaam komt ook voor geschreven als Stalpaert. Helaas blijkt de administratie bij de slag om Ieper in de eerste Wereldoorlog verloren te zijn gegaan.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de heuvelrug van Mesen (Messines Ridge) een strategische ligging, niet enkel omwille van de hoogte, maar ook door het systeem van ondergronds versterkingen onder het vroegere klooster ‘Institut Royale’. De stad was dan ook het toneel van zware gevechten in de oorlog.
Omdat Mesen een plaats lijkt waar Margueritte Stampaert vandaan zou kunnen komen, wat meer informatie over deze plaats:
Mesen blijkt nu de kleinste stad van België te zijn met ca 1000 inwoners. Ooit was dat anders. Mesen ontwikkelde zich van Romeinse villa tot middeleeuwse stad, waarbij het handelsverkeer een belangrijke rol speelde. Het stadje was op het hoogtepunt van zijn macht in de 11e-12e eeuw. Toen was het, met zijn jaarmarkt, een knooppunt in de lakenindustrie. Ook de lederindustrie speelde een rol. Binnen de cyclus van de jaarmarkten was Mesen de laatste jaarmarkt voor de winter en het nabijgelegen Ieper de eerste. De stad Mesen was hierdoor een belangrijke overwinteringsplaats voor de handelaren.
Voor de grote stadsbrand in de 15e eeuw telde Mesen 2.000 'haarden'. Dit kan overeenkomen met ca. 6.000 tot 8.000 inwoners. Tijdens de 15e eeuw herstelde de lakennijverheid zich weer. In 1477 werd het stadje weer gedeeltelijk verwoest, nu door de Fransen. De lakennijverheid en jaarmarkt raakten in verval. In de 2e helft van de 16e eeuw werd Mesen een belangrijk calvinistisch centrum, maar na de herovering door Alexander Farnese, weken vele wevers uit naar Engeland en wellicht ook naar Amsterdam en trad er opnieuw verval in.
Het ontbreken van mogelijkheden om voldoende inkomen te verdienen zou kunnen verklaren waarom Magiel Stampaert en zijn dochter Grietie, in de zeventiger jaren van de zeventiende eeuw, in de Blindemansteeg van de Duvelshoek in Amsterdam kwamen te wonen. De verwoesting van Mesen in de eerste wereldoorlog zal de reden zijn waarom daar niets meer van onze Belgische voorouders terug is te vinden. Oude beelden van de stad zijn bijna niet te vinden.
NB In Saint-Vaast en in Carnières, Henegouwen, België heb ik Stampaerts gevonden met de voornamen Marie Joseph en Thomas. Namen die we terug zien komen bij de (klein)kinderen van Alexis en Margueritte.
Amsterdam 1675
Antonio Magito komen we, 16 maart 1675, in Amsterdam tegen op het nieuwe Stadhuis, als getuige bij de ondertrouw van zijn, in ‘Duinkerke’ geboren, zoon Alexander Masitoi met Grietie Stamppers van ‘Antwerpen. Voor Grietie is haar vader Magiel Stampers getuige.
Ondertrouw-inschrijving
16 mei 1675
Alexander Masitoi van Duijnkerken,
brilleslijper, out 21 jaren
Pieterstraat
geass met zijn vader Antoni Masitoi
met Grietie Stamppers van Antwerpen, out 21 jaren op de hoek van de Blindemanssteeg geass met het vader Magiel Stamper
Zowel Alexis als Margueritte zouden 21 jaar oud zijn en wonen in Amsterdam. Alexis in de St Pieterstraat en Grietie op de hoek van de Blindemanssteeg, volgens het register, ofwel om de hoek bij Alexander. Alexis geboorteplaats, Ardres, wordt niet genoemd; het was waarschijnlijk makkelijker uit te leggen waar Alexis vandaan kwam, door het nabijgelegen en in Amsterdam bekendere Duynkercke te noemen. Uit de inschrijving in het Doopboek van Ardres weten we inmiddels dat Alexander, als Alexis Magitot ingeschreven werd en wat jonger was dan de 21 jaar die op de ondertrouw-inschrijving staat vermeld. Uit de registratie blijkt dat Alexander een ' brilleslijper' was.
NB Alle namen zijn onjuist op de inschrijving terecht gekomen, maar alles bij elkaar is het wel duidelijk over wie het hier gaat. Opvallend is dat Anthoine hier wel weer de naam Magito gebruikt in plaats van Langlois. De naam Stamppers lijkt echt onjuist gespeld; in andere doop-en trouwinschrijvingen staat Grietie vermeld als Margueritte Stampaert of Stampar.
Stadsarchief Amsterdam
Na de registratie van het huwelijk bij de gemeente werd het huwelijk in de Franse Kapel aan het Rockin ingezegend.
''t Rockin, de Nieuwe-Zyds Kapel en Beurs te Amsterdam Fouquet, Pierre (1729-1800), Spilman, Hendrik, Beijer, Jan de (1703-1780) rechtenvrij
https://archief.amsterdam/beeldbank/detail/fff259e4-0f8e-a183-0666-db4575f71670
De gang naar het stadhuis was alleen nodig wanneer je niet Gereformeerd trouwde. De Magitos waren Katholiek.
Het trouwboek is uiteraard in het Frans en dat levert Franse schrijfwijzen van de namen op, maar wat het meest opvalt is dat de familienaam "Magito" niet wordt gebruikt.
Alexander Magito gaat het trouwboek in als Alexis L 'Anglois en Grietie Stamppers wordt Margueritte Stampar.
Waar het kon, werd dus L'Anglois gebruikt door de in Amsterdam wonende Magito's. De buren zullen hen onder die naam gekend hebben. Waar het moest kwam de officiële naam Magito in de boeken.
Het gezin van Alexis en Margareta Magito- Stampaert
In het trouwboek van de Franse Kapel van Amsterdam vond ik de kerkelijke inzegening van het huwelijk in de Franse Kapel van Alexis L'Anglois en Margueritte Stampar, een paar weken na de ondertrouw. Omdat in deze Kapel ook de broers en zussen van Alexis gedoopt waren, leek het redelijk daar ook op zoek te gaan naar kinderen van Alexis. Dat leverde niets op; evenmin waren hun kinderen te vinden de boeken van de Moses en Aáron- of de Boompjeskerk in Amsterdam. Het doopboek van de Franse Kapel bleek heel zorgvuldig was uitgewerkt; weinig kan daardoor over het hoofd gezien worden. Met het zoeken in de Franse Rooms Katholieke kerk, zaten we duidelijk op het op het goede spoor. Het leek er dan ook op dat we in Amsterdam niet verder moesten zoeken en dat Alexis en Margueritte waarschijnlijk al kort na hun huwelijk verhuisd waren naar 's-Gravenhage. Het zoeken in Den Haag, waar in 1678 de Franse comedianten teruggekeerd waren, leverde veel meer op dan ooit gedacht, ook kinderen van Alexis en Margueritte waarover ik nog nooit iets had gelezen.
Alexis Magito en Margueritte Stampaert hebben minimaal 13 kinderen gekregen. Een aantal van hen had zelf sporen, maar geen doopinschrijving nagelaten; de anderen werden gevonden door de doop-en trouwboeken van Amsterdam en Den Haag, van de relevante jaren, te lezen, van kaft tot kaft. Zoeken via de bekende zoekmachines leverde niet veel op, omdat een weinig voorkomende naam minder onderzocht wordt door nakomelingen.
Gezicht op de Dagelijkse Groenmarkt te Den Haag - 1764 - Rijksmuseum, Netherlands
- Public Domain.90402_RP_P_1998_664
https://www.europeana.eu/item/90402/RP_P_1998_664
Wat weten we van de Katholieke kerken in Den Haag van de 17e eeuw?
Jacob de Riemer8 gaf een ‘Beschryving van 's-Gravenhage de situatie in 1730’.
Er waren in Den Haag vier katholieke kerken:
- in de Oude Molstraat, bediend door een wereldheer,
- de jezuïetenkerk in de Nobelstraat ( in 1708 gesloten)
- de kerk van de Jansenisten in de Juffrouw Idastraat,
- een statie in de Assendelftstraat.
De kerk in de Nobelstraat was sinds 1708 gesloten, omdat de jezuïeten toen Holland moesten verlaten.
Naast deze Rooms Katolieke kerken, waren er de ambassadekapellen van onder andere Frankrijk en Spanje. De Spaanse Kapel werd nog steeds door een jezuïet bediend. Iedere dag was er een preek in de 'Nederduitsche taale'. Mensen van binnen en van buiten de stad bezochten de kerk. De ruimte was soms 'zodanig met toehoorders gepropt, dat "er menigte voor de trappen of opgang, ja zelfs buiten het gebouw op de voorplaats nedergeknielt leggen" .
In Den Haag zijn een twee kerken die Frans genoemd worden. In de Kapel van de Assendelftstraat is het raak. Daar wordt begin maart 1680 Marie Magito gedoopt, de dochter van Alexis en Margueritte.
De Kapel van de Assendelftstraat, een schuilkerk, bleek de kerk waar Alexis en Margueritte de meeste van hun, in Den Haag geboren, kinderen hebben laten dopen: Marie, Daniël, Marie Teresia, Michel, Marie Therese en Marie Josephine
Tussen 1680-1689 is een periode zonder Magito-dopen in de Assendelftstraat. Ook bij de begraafinschrijving, staan geen in ’s-Gravehagen overleden Magito-kinderen vermeld in die periode. Tussen 1684 en 1703 was Alexis Magito bezig met de Franse Troep toneelspelers aan het hof; misschien ook wel langer. Zoeken in Honselaarsdijk zou een optie zijn, maar de pagina's gevonden doopboek zijn erg onoverzichtelijk
Maar dan is er nog de Franse ambassade Kapel, hoek Casuariestraat, daar werd in 1682,
Natalis Magito, zoon van Alexis en Margueritte gedoopt.
Noël, zoals Natalis verder door het leven gaat, is gevonden!
NB De Franse gezanten bevonden zich in Den Haag tussen 1590-1688 en 1697-1702
De Prinsessegracht gezien naar de Bosbrug (r.) en de hoek met het Korte Voorhout (l.); op de voorgrond l. het gebouw van de Franse ambassade op de hoek met de Casuariestraat Fargue, Paulus Constantijn la 1760 Haagsgemeentearchief
https://haagsgemeentearchief.nl/mediabank/beeldcollectie/detail/9d4132a5-3c28-45ce-9dd8-a878ff485b25/media/91fbc6ae-0ab4-de70-fbc1-25245c9ce131
Doopboek Kapel Franse Ambassade
Alexis Magito en Margueritta Stampaert hebben minimaal 13 kinderen gekregen.
Naast de kinderen Magito waarvan ik de doop-inschrijvingen heb gevonden weten we dankzij de vermelding van peters en meters dat er een Joanna Magito moet zijn geweest, die vier kinderen liet dopen waarbij de bekende Magito’s aanwezig waren. Joanna was ook aanwezig bij de doop van een kind van Marie Therese Magito uit haar huwelijk met een meneer Phiacus Collineé. Zoals vermoed, was Therese’s huwelijk, op latere leeftijd, in Brussel (1745) met Claude Gilles, niet haar eerste huwelijk en ook niet haar tweede.
De relevante doopboeken van de periode van de eerste huwelijksjaren van Alexis en Margueritte ontbreken ( voor 1677) helaas en in de periode tussen 1680-1689 werd alleen Noël (Natalis) gedoopt in de Ambassade Kapel. Joanna zal in de periode geboren zijn dat er in de Franse Kapel geen Magito's gedoopt werden. In die periode verwacht ik, rekening houdend met de vernoemingsregels, ook een vroeg overleden Michel of een Machiel, naar de vader van Margueritte Stampaert.
Ook Philippe en Anthoine komen wel voor in de doopboeken als peetouder van neefjes en nichtjes, maar ook bij de doop van kinderen van andere parochieleden. Antoine uit Ardres is dan inmiddels overleden, evenals meerdere andere Magito's in Amsterdam met die voornaam. De Antoine uit de Magito-lijn van de wevers, die als eerste in Nederland arriveerde, is op dat moment zeker nog wel in leven, maar het is onwaarschijnlijk dat het om deze Amsterdamse Antonio gaat. Op bezoek gaan bij familie-dopen is één ding, maar waarom regelmatig verschijnen wanneer een kind van een ander lid van de parochie wordt gedoopt? Ik geloof daar niet in. Daarbij: dat Alexis en Margueritte zich gehouden hebben aan de vernoemingsregels wordt steeds duidelijker, maar een Anthoine miste nog. Antoine en Philippe zullen de oudste jongens van het gezin geweest zijn. Gezien de notariële akte van augustus 1707, waarin geschat wordt dat Philippe ca 36 jaar oud was, verwacht ik dat Philippe de oudste is geweest. Hij werd, zo lijkt het, vernoemd naar de broer van Alexis die, waarschijnlijk jong overleden is en om die reden nog voor Alexis vader Anthoine, vernoemd werd.
Voor mij geen twijfel over Anthoine en Philippe. Philippe moet rond 1674 geboren zijn en het is bekend dat hij in1762 in Parijs financiële ondersteuning kreeg, na het afbranden van zijn theater, bij de grote brand op Foire Saint Germain, Daarmee wordt uitgesloten dat Philippe Magito, werkend in Parijs, Alexis broer uit 1657 zou kunnen zijn.
Over Alexis Alexiszoon, die met Lijsbet Gerlofs de Friese tak vormde, twijfel ik ook niet, maar van hem noch van Christiaen heb ik een doop-inschrijven gevonden. Deze Alexis moet evenals Alexis Philippeszoon geboren zijn in de jaren negentig van de 17e eeuw. Zij zijn niet één en dezelfde persoon. In 1727 woonde Alexis Alexius met Lijsbet Gerlofs in Friesland en Alexis Philippeszoon woonde, volgens de notariële akte, aan de Verwersdijck in Delft.
Een doop-inschrijven van Christiaen werd evenmin gevonden, toch zijn er redenen om aan te nemen dat hij in het gezin van Alexis en Margueritte opgroeide. Van Christiaen zijn twee kinderen bekend: Een zoon geboren in 1712 genaamd Charles Alexis en een dochter uit 1722 Anna Josephe. Beide kinderen hebben een naam die bij het gezin van Alexis en Margueritte Magito past.
NB de naam Marie Joseph komt niet alleen in het gezin van Alexis en Margueritte voor. Het is ook een naam van een lid van de familie Stampaert uit Carnieres, Henegouwen.
NB ik vond wel een doop in de Spaanse Kapel in Den Haag in 1694 van een Kristophorum. De naam van de vader las ik als Alerius Masson, maar ik twijfel of er nu echt Alerius staat. Als om Christiaen zou zijn, zou hij buitenechtelijk geboren zijn. Als moeder wordt een Theodora zonder achternaam genoemd
Meer over Christiaen op zijn eigen pagina
Waar de steeds terugkomende naam Pieter verdaan komt bij de kleinkinderen van Alexis en Margueritte, blijft voorlopig nog een raadsel. Misschien komt nog een Petrus uit de 17e eeuw tevoorschijn of blijken we te maken te hebben met een voorvader van Marie Therese Griffon die Pierre of Pieter heette.
Opvallend is dat deze Haagse Magito’s vaak ingeschreven werden als Magitot, zoals Antoine in Ardres ook ingeschreven stond. Het lijkt er steeds meer op dat Magitot de ‘oorspronkelijke’ naam was.
Peetouders van de kinderen Magito
1680 Marie
1682 Natalis
1689 Daniël
1691 Marie Therese
1693 Michel
1695 Marie Theresia
1697 Marie Joseph
Marie Le Febure en Pierre Du Périer (waarschijnlijk gerelateerd aan François Du Périer)
Natalis Crosiere en Anna La Clerc
Daniël Griffon en Cecille Barray
Philippe Magito en Marie Therese Griffon
Michel Griffon en Anne Colj.....
Philippe Magito en Marie Therese Griffon
Pierre de Rocque en Marie Jovis
De getuige bij de doop van Michel, was Michel Griffon. Kennelijk een goede bekende van Alexis, aangezien hij ook getuige was bij zijn kerkelijke huwelijk met Margueritte. Leden van de familie Griffon lieten ook hun kinderen dopen in de Franse Kapel in Den Haag. Een lid van de familie Griffon, Marie Therese, wordt meerdere malen samen met Philippe als meter en peter genoemd in de Haagse doopboeken. De vraag is of dat de enige relatie was die zij hadden of dat zij Philippes vrouw was.
Rond 1687 maken de Magito's een uitstap naar Brussel en daar werd zoon Johannes Alexius geboren. Hij werd gedoopt in de St Michel-Gudule. de Kathedraal van Brussel. Misschien was de Franse Troupe wel met Oranje meegetrokken naar het hof in Brussel om daar gasten te vermaken. Niet uitgesloten is dat er ook andere Magito kinderen in Brussel geboren zijn.
Baptistry in the Cathedral of St. Michael and St. Gudula in Brussels
CC BY-SA 4.0Pieter van Everdingen foto
St Michel en Gudule, waar tal van Koningen / beroemdheden, getrouwd, begraven en .... gedoopt zijn. En daar stonden, de in Ardres geboren voormalig Brilleslijper Alexis Magito met zijn vrouw Margueritte Stampaert uit Antwerpen, bij de doopvont met Johannes. Harmen Snel vertelde mij dat dit in die tijd niet ongewoon was. Je kon in de dichtstbijzijnde kerk naar binnengaan en je kind laten dopen. In deze kerk werd in 1755 hun dochter Marie Theresia begraven. zestig jaren oud.
Toneelvoorstelling_op_de_Grote_Markt_te_Brussel,_begin_achttiende_eeuw._
Schilderij_van_Balthazar_van_der_Borcht Public Domain
De St Michel en Gudule ligt aan het marktplein waar ook voorstellingen gegeven werden. De mogelijkheid bestaat dat Alexis, al dan niet met de troupe, daar een optreden had en dat Johannis daarom in de Kathedraal gedoopt werd.
Waarschijnlijk zag dat er dan uit als op de afbeelding van een optreden uit 1710, van Balthasar van den Borcht uit het boek ‘Dictionnaire des maîtres de danse, chorégraphes et danseurs à Bruxelles 1600-1830’ van Jean Philippe Van Aelbrouck
Vanaf 1739 kon je op dit plein onder andere Freguson, Magito, Brilla, Placide, Spinacula op zien treden.
En dan weten we ook waar Pieter Magito, Placide van kende. (beiden waren aanwezig bij een doop en Placide werd in het testament van Pieter aangesteld als voogd van Pieters zoon).
Brilla zal de koorddanser Brila zijn die, als belangrijkste gast, met Mynheer Magito, genoemd werd in de advertentie uit 1741 in de Newcastle Courant, waar in Mr Hallam het optreden op 30 oktober in de Moot Hall aankondigt.
Daarover later meer.
Opvallend is dat deze Haagse Magito’s vaak ingeschreven werden als Magitot, zoals Antoine in Ardres ook ingeschreven stond.
Waarschijnlijk is Magitot ook de “oorspronkelijke” naam. Noël leefde zijn laatste jaren in Saint Quientin en overleed daar. Noël ging denk ik terug naar zijn Franse vaderlijke roots en die lagen niet in Ardres. In het deel van Frankrijk waar Noël woonde, zijn meerdere Magitots (en Magiteau's) te vinden die niet tot Noël's gezin hoorden en hun voornamen lijken erg veel op die we kennen van de "Nederlandse" tak.
In Rotterdam zijn Magito tegels gemaakt. Hierboven een Tegelveld uit het Rotterdams Museum 5352 Public Domein
Meerdere Magito's zijn er in verwerkt Rechts onder : Daniël en zijn VOC Zeilschip
Het overlijden van Alexis en Margueritte
Deze overlijdensakte uit Amsterdam, heb ik de afgelopen jaren al meerdere malen bekeken.
Volgens de transcriptie gaat het om de begrafenis van een kind van Alexis. Ik zie dat kind niet overtuigend staan in de tekst. Bij een overlijden van een kind hoger op de pagina staat, in hetzelfde handschrift, duidelijk dat het gaat om een kind. Meer dan een krabbel, naam, adres en een overlijdensdatum is er niet. In 1730 overlijdt ook op de Baangragt, Anna Marie van der Putten of Dupuis. Huisvrouw van Christiaen Magito. Christiaen en Anne Marie Dupuis hadden vier kinderen waarvan ik er twee heb kunnen achterhalen: Charles Alexie en Anna Josephe. Een nog niet geïdentificeerde zoon Alexie van Christiaen zou alleen als ‘kind van Christiaen’ ingeschreven zijn geweest. Het alternatief is dat het gezin van Christiaen en Alexis Anthoinesz Magito geboren in Ardres, op hetzelfde adres woonden in 1727. De andere bekende Magito's met de naam Alexis vallen af.
inschrijving in het begrafenisboek
van Alexis Magito.
Is dit wel of niet de Alexis Magito
gedoopt 26 oktober 1655 in Ardres,
die overleden in Amsterdam op 30 september 1727
oud bijna 72 jaar?
Stadsarchief Amsterdam
Deze Alexis overleed op 30 september 1727 in Amsterdam op de Baangragt. Alexis Magito, gedoopt 26 oktober 1655 in Ardres, zou in dat geval bijna 72 jaar geworden zijn.
Maar waarom zou Alexis weer teruggegaan zijn Amsterdam na zoveel jaren in Den Haag gewoond te hebben?
Eigenlijk kon ik daar geen goede reden voor bedenken tot ik nog eens goed keek naar het inschrijven van begraven in oktober 1730 van Anne Marie van der Putten / Du Puis, huijsvrouw van Christiaen Magito wonende op de Leijdsegragt bij de Baangragt (Lijnbaansgracht).
Het lijkt er op dat Alexis in zijn laatste jaren bij, of in de buurt van zijn zoon Christiaen en zijn gezin woonde.
Over het overlijden of begraven van Margueritte Stampaert heb ik niets kunnen vinden nog.
Wat weten we van het leven en werken van Alexis Magito?
Alexis was, zo blijkt uit zijn inschrijving van ondertrouw Brillenslijper.
"De kunst om oogglazen te slijpen en brillen zamen te stellen, is voorzeker niet alleen een der nuttigste, maar ook voor vele personen, die in hunnen vroegeren of lateren leeftijd door zwakte en gebrekkig gezigt, een der bevredigenste hulpmiddelen geacht"
J.Heijnen, Raadgevingen voor minkundigen, tot conservatie van het gezigt, en over het gebruik en misbruik van brillen, oogglazen enz.,pag.2, 's Gravenhage 1859.
Op 23 februari 1306 beklom de priester Giordano da Rivalto de preekstoel van de kerk Santa Maria Novella in Florence. Zijn preek zou een bijzondere plaats in de geschiedenisboeken krijgen: hij noemde het woord ‘bril’ voor zover we weten voor de eerste keer. Het woord 'bril' komt van het mineraal beril. Dat werd vroeger gebruikt om brillenglazen van te slijpen.
Wanneer precies de bril is uitgevonden is onbekend. In de oudheid maakten mensen gebruik van natuurlijke materialen om hun zicht te verbeteren, zo werden bijvoorbeeld beelden vergroot door via een bol gevuld met water te kijken.
Vanaf 1280 wordt er in Italië melding gemaakt van lenzen die gebruikt werden om het gezichtsvermogen te verbeteren, gemaakt door de glaswerkers van Murano.
Het slijpen van de lenzen diende zeer nauwkeurig te gebeuren. Vanaf de zeventiende eeuw ontstond er een grotere vaardigheid hierin. Maar het aanmeten van een bril was nog steeds proefondervindelijk: net zo lang proberen totdat men de juiste sterkte had gevonden.
De Brillemaaker Jan Luyken, 1694 Amsterdam, Rijksmuseum RP-P-OB-44.477
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.143841
In de middeleeuwen kon alleen de bovenlaag van de bevolking lezen. Dat is een van de redenen dat de bril alleen door bemiddelde mensen gebruikt werd. Met de boekdrukkunst werd ook de behoefte aan brillen groter. Oorspronkelijk waren de brillenmakers alleen in de steden te vinden. Daar woonde mensen als kooplieden, magistraten, advocaten, kortom, mensen die konden lezen en schrijven. Later, toen men op het platteland ook de leeskunst machtig was geworden, trok de brillenmaker er op uit, naar de jaarmarkten, met zijn houten kraam voorzien van vele soorten brillen om deze daar te verkopen. De koper keek met de verschillende brillen op of de tekst "mooi of minder mooi"werd, net zolang totdat de juiste bril was gevonden.
Alexis bleef geen Brilleslijper maar kwam bij "la Troupe du Prince d'Orange"
Het hof van Louis XIV in Versailles en het Louvre musiceerde, acteerde en danste; de overige hoven in West Europa volgden op de voet. en probeerden allemaal in hun paleizen, de pracht en praal van het Louvre of Versailles te evenaren.
In de zeventiende en achttiende eeuw trokken groepen toneelspelers door Europa. Zij werkten in de traditie van de commedia dell'arte, wat betekent dat de theatrale presentaties sterk leunden op pantomime, clowneske trucs en hoogstandjes van acrobatisme en dat er bepaalde traditionele types getoond werden, zoals de opschepperige soldaat, de minnaar, de betweter, enzovoort. Het is onjuist aan te nemen dat van gesproken taal geen gebruik werd gemaakt. Aanvankelijk waren het groepen van circa tien acteurs; later in de zeventiende eeuw werd het personeelsbestand uitgebreid door toevoeging van speciale functies zoals die van portier, omroeper, kassier, enzovoort. In een later stadium werd het gezelschap, de Troupe, zo groot dat rondtrekken omslachtig of zelfs onuitvoerbaar werd met als gevolg dat de Troupes zich bij voorkeur vestigden in een bepaalde plaats; 's-Gravenhage bijvoorbeeld.
Het was een teken van goede smaak voor een koning of een Prins, om net als Louis XIV, acteurs van de Troupe de titel van "acteurs van Zijne Majesteit" of "van Zijne Hoogheid". te geven. Vergelijkbaar met de titel die de Bastarons, musiciens du Roy, kregen. Ik vermoed dat de Magito's niet zo'n titel hebben gekregen, al was het alleen maar omdat zij deze dan ongetwijfeld gebruikt zouden hebben in hun advertenties.
Alexis Magito, geboren Fransman maar in Nederland opgegroeid, sprak ongetwijfeld Frans en Nederlands. In 1684 duikt zijn naam voor het eerst op in een document over "la troupe du Prince d’ Orange" een Franse toneelgroep in dienst van de Stadhouder Koning in Den Haag. Deze troupe werd tot 1682 artistiek geleid door Guillaume Marcoureau, dit Brécourt. Over hoe Alexis bij deze troupe terecht is gekomen ontbreken de gegevens. Mogelijk is hij tijdens zijn werk op de jaarmarkt/ kermis in contact gekomen met de troupe die ook wel voorstellingen op de kermis gaf wanneer het Stadhouderlijke Hof de troupe niet nodig had. Een andere reële mogelijkheid is, dat de familie Magito in Ardres al contact had met deze of een andere troupe comédiens Français en dat vader Anthoine er deel vanuit maakte.
Tijdens de tweede helft van de zeventiende eeuw werd het Haagse toneelleven wordt maar ten dele door het Nederlandstalige toneel bepaald. Het Franse toneel is dan toonaangevend. De hofstad is lange tijd de enige plaats met een permanente schouwburg voor Franstalig repertoire.
Het is bijzonder dat via de lijn van mijn grootmoeder Willemina Magito, wij zowel voorouders hebben gehad die in Versailles en het Louvre musiceerden, dansten en acteerden als voorouders die vergelijkbaar werk deden aan het hof van de Stadhouder.
Vanaf het begin van de zeventiende eeuw had het huis van de Prinsen van Oranje grote belangstelling voor theatervoorstellingen. Hierdoor ontstond soms wrijving tussen troupe en de stadsmagistraten van Den Haag over acteervergunningen die de spelers aanvroegen. Prins Maurits van Nassau (1567-1625) had al beschermelingen evenals zijn broer Frederik Hendrik die hem in 1625 opvolgde. In 1647 nam Willem II van zijn vader de Troupe Francaise "over". Willem II was ook een groot theaterliefhebber, wat hem er overigens toe bracht, veel geld uit te geven aan het kopen van sieraden voor Franse actrices. Hij stierf voortijdig op vierentwintigjarige leeftijd in oktober 1650 en zo verloren de acteurs hun beschermheer .
Tijdens de tweede helft van de zeventiende eeuw werd het Haagse toneelleven wordt maar ten dele door het Nederlandstalige toneel bepaald. Het Franse toneel is dan toonaangevend. De hofstad is lange tijd de enige plaats met een permanente schouwburg voor Franstalig repertoire.
Alexis Magito, geboren Fransman maar in Nederland opgegroeid, sprak ongetwijfeld Frans en Nederlands. In 1684 duikt zijn naam voor het eerst op in een document over "la troupe du Prince d’ Orange" een Franse toneelgroep in dienst van de Stadhouder Koning in Den Haag. Deze troupe werd tot 1682 artistiek geleid door Guillaume Marcoureau, dit Brécourt. Brécourt werd als directeur der „Comédiens du Prince d'Orange”, opgevolgd door Frangois Du Périer . NB een Pierre Du Périer was peetvader van de Marie,dochter van Alexis geboren in 1680
Over hoe Alexis bij deze troupe terecht is gekomen ontbreken de gegevens. Mogelijk is hij tijdens zijn werk op de jaarmarkt/ kermis in contact gekomen met de troupe die ook wel voorstellingen op de kermis gaf wanneer het Stadhouderlijke Hof de troupe niet nodig had. Een andere reële mogelijkheid is, dat de familie Magito in Ardres al contact had met deze of een andere troupe comédiens Français en dat vader Anthoine er deel vanuit maakte.
Het is bijzonder dat via de lijn van mijn grootmoeder Willemina Magito, wij zowel voorouders hebben gehad die in Versailles en het Louvre musiceerden, dansten en acteerden als voorouders die vergelijkbaar werk deden aan het hof van de Stadhouder.
Over welke tijd hebben we het?
Willem III (1650-1702) werd acht dagen na de dood van Stadhouder Willem II, zijn vader, geboren Over zijn opvoeding werd voortdurend geruzied door zijn moeder Mary Stuart I (dochter van de Engelse koning en een Franse prinses en achternicht van Louis XIV), zijn grootmoeder Amalia van Solms -Braunfeld en de Hollandse overheid. Het was daarmee geen onbezorgde jeugd. Tweeëntwintig jaar oud werd Willem III stadhouder, ondanks dat eerder besloten was geen Prins van Oranje meer daarvoor aan te stellen. Nadat Engeland in 1674 de oorlog tegen Nederland beëindigde, werd de vrede bezegeld door een huwelijksverdrag tussen Willem III en Maria Stuart II, prinses van Engeland. Stadhouder Willem III werd in 1689 koning van Engeland. Sindsdien verbleef hij meestal in Engeland; wel liet hij bij Apeldoorn en Baarn grote lusthoven aanleggen: Het Loo en Soestdijk. Willem III, was een voortreffelijk danser en trad op in door hemzelf georganiseerde gelegenheden. Dit naar voorbeeld van Louis XIV in Frankrijk. (Uit: Dans in de 17e eeuw9). Aan dat Franse hof van de Zonnekoning was Jacques Bastaron, de overgrootvader van Pieter Magito junior, als musicus in dienst van Louis XIV.
De Stadhouder Koning was ook een trouw bezoeker van de Haagse kermis. In 1689 zou hij tegen zijn secretaris gezegd hebben ‘Ik gaf er honderdduizend gulden, ja wel tweehonderdduizend gulden voor, als ik nu eens, als een vogel, kon overvliegen naar de Haagsche kermis’, de beroemdste kermis van de 17e eeuw, waar het de gewoonte was er opgedoft heen te gaan. Evenals Frederik Hendrik nodigde Willem III reizende Franse gezelschappen uit om in ons land op te treden. Zij brachten de Franse toneelspelen en de grote balletten naar ons land. In 1700 stichtte hij het Théâtre National de la Haye. Door een val van zijn paard overleed de Stadhouder Koning in 1702. Hij werd begraven in de Westminster Abdij in Londen.
Huis Honselaarsdijk
Het Haagse toneelleven wordt maar ten dele door het Nederlandstalige toneel bepaald. Het Franse toneel is er toonaangevend. De hofstad is lange tijd de enige plaats met een permanente schouwburg voor Franstalig repertoire. In perioden van onrust of rampspoed, zoals in 1714 gedoe met Frankrijk, sluiten in s 'Haage Burgemeesteren en Vroedschap de schouwburg voor langere tijd. Mogelijk heeft dit voor Alexis gevolgen gehad.
Wat Alexis doet bij "la troupe du prince d'Orange" staat mogelijk in een ordonnantie. Uit het Huis Honselaarsdijk waarin de geschiedenis van het Stadhoudelijkhof wordt beschreven wordt Alexis genoemd als degene die in ieder geval verantwoordelijk was voor de organisatie, en over de gebouwen en materialen ging. De Prins betaalde het onderhoud aan het gebouw waar ze optraden in Honselaarsdijk en de huur van de Pikeurschuur aan het Buitenhof. .Misschien was Alexis niet het grootste acteertalent maar was hij net als zijn zoons een goede organisator van het geheel. Bij problemen van acteurs ging Alexis mee naar de notaris.Gezien de artistieke / muzikale begaafdheid van zijn kinderen en kleinkinderen, en wat in de jaren daarna volgde, kan ik hem ook fors onderschatten op artistiek gebied.
Het is bijzonder dat via de lijn van mijn grootmoeder Willemina Magito, wij zowel voorouders hebben gehad die in Versailles en het Louvre musiceerden, dansten en acteerden als voorouders die vergelijkbaar werk deden aan het hof van de Stadhouder.
Huis Honselaarsdijk
Het slot, aanvankelijk in het bezit van de graven van Arenberg, komt in 1589 in handen van prins Maurits. Gedurende het Twaalfjarig Bestand wisselt het van eigenaar, maar in 1612 koopt Frederik Hendrik het. Acht jaar later start hij een verbouwing en uitbreiding.
Het slot wordt een niet ver van het strand gelegen vorstelijke residentie, geschikt om prominente gasten te ontvangen.
Frederik Hendrik werkt zijn hele leven aan het huis Honselaarsdijk.
Over het werk van Alexis voor het hof van de Stadhouder geeft het boek het Het Huis Honselaarsdijk van Morren, Th. / Vereeniging "Die Haghe" uit 1908 de nodige informatie.
Huis Honselaarsdijk was een voormalig jachtslot/ buitenverblijf van de Oranjes en een gastenverblijf waar zowel de koningen van Frankrijk als Engeland ontvangen werden. Deze gasten, maar ook de prins van Oranje, moesten natuurlijk wel vermaakt worden. Nu had Frederik Hendrik geen vast toneelgezelschap meer in den Haag zitten, maar hij contracteerde Engelse en Franse toneelgezelschappen / Komedianten.
Onder zijn opvolgers veranderde dat niet.
William III arrives at Huis Honselaarsdijk, 1691 Rijksmuseum RP-P-OB-76.291 Public Domain
Uit het boek Huis Honselaarsdijk:
De prins had het vooroordeel van onze streng Calvinistische bevolking tegen het toneel ontzien, maar prins Willem stoorde zich daar minder aan. In 1648 schonk hij aan een Engelsch tooneelgezelschap, dat hier voorstellingen gaf, 500 gulden, en in hetzelfde jaar liet hij een Franschen troep overkomen, dien hij voor goed aan zich verbond. Als vergoeding voor reiskosten kregen zij 2500 gulden, terwijl hun een jaarlijksch subsidie van 6000 gulden werd toegelegd. Zij gaven voorstellingen in de zoogenaamde Pikeurschuur of Kaatsbaan op het Buitenhof.
==>
1825 Uitzicht over het Buitenhof, vanaf het Observatorium op de Mauritstoren. Anton (Chevalier) Howen Public Domain.png
De kaatsbaan waar de Franse Troupe optrad, staat op deze afbeelding links langs het plein, iets boven het midden in de rij panden.
De afbeelding is gemaakt vanaf de Mauritstoren van het Binnenhof in 's-Gravenhage; rechts een deel van de Hofvijver.
De panden aan het water van de Hofvijver staan er niet meer. In de rij daarachter staat de Gevangenpoort
Alexis Magito, onze brilleslijper, bleek bij het hof de man te zijn, die verantwoordelijk werd voor de gang van zaken rond het Franse toneelgezelschap . De Franse Troep.
Hierover wordt vermeld:
Verschillende goede artisten waren aan dit gezelschap verbonden, en het is bekend dat tusschen het theater van het Hotel de Bourgogne te Parijs en den Franschen troep in Den Haag een voortdurende uitwisseling van artisten plaats vond . Niet alleen treur- en blijspelen, maar ook zangspelen werden daar opgevoerd. ..Z. H. gaf jaarlijks belangrijke sommen voor den bouw en het onderhoud van zijn huizen uit. Voor werken aan Het Loo werd in den regel het grootste bedrag op het budget uitgetrokken, maar ook vrij aanzienlijke sommen werden jaarlijks besteed aan Soestdijk.......... en verder het Valkhuis, het Hondenhuis en kleinere gebouwen.
Ook betaalde de prins het onderhoud van het gebouw, waarin de Fransche komedianten voorstellingen gaven. De geheele inventaris, waarover Alexis Magito het toezicht had, behoorde aan Z. H. Zij genoten bovendien een jaarlijksch subsidie van 5000 gulden.
Vijfentwintig februari 1684 verschijnen voor Jean Beecqman Notaris publ aangesteld door het Hof van Holland, zetelend in Den Haag Alexis Magitto en Jean Gatingnan, wonende in deze stad en zij zijn , op verzoek van vader Denis Lavoy, getuige a decharge voor Jean Baptiste de Lavoy, lid van de Troupe Françoise de.....van de prins van Orange arriveerde gisteren. Zij verklaren dat Jean Baptiste de Lanoy voor het huis van zijn vader stond om op weg te gaan naar de Commedie.
Vlak bij hem valt een meisje, Therese,op haar knieën en huilt hevig
StadsArchief Den Haag
Op het moment dat de acte passeert is Therese Clara tevreden met de het smartegeld dat Denis Lavoy, de vader van beklaagde, heeft betaald
Denis Lavoy : Acteur uit de wijk Keulen Huurde de Jeu de Paume van het Buitenhof in Den Haag, bouwde samen met Alicidor het cabarettheater van de Koning van Engeland ( Stadhouder Willem III) in Brussel
NB Of deze Alexis Magito dezelfde is als Stamovergrootvader Alexis Magito en niet een neef met dezelfde naam, is hiermee nog niet bewezen, maar eerlijk gezegd zijn er weinig of geen andere mogelijkheden. Meer informatie over deze Alexis Magito op dit punt is misschien te vinden, in het archief van de Staten -Generaal (ordonnanceboek 1703 fol 1) Om het ordonnantieboek in te kunnen zien moeten we nog naar het Nationaal Archief Den Haag.
Morren heeft aantekeningen gemaakt van de administratie van het Stadhouderlijkhof van 1648-1702.
Helaas 1703 staat daarin niet genoemd.
Het Huis Honselaarsdijk is een leuk boek om eens door te bladeren er staan fraaie prenten in.
NB In het aan koningin Wilhelmina opgedragen boek Je Maintiendrai van Kramer, Moes en Wagner, is het verhaal over huis Honselaarsdijk terug te vinden. inclusief het verhaal over Alexius Magito
E.F. Kossmann schreef in 1915: Nieuwe bijdragen tot de geschiedenis van het Nederlandsche tooneel in de 17e en 18e eeuw, Hierin nam hij een lijst met besluiten op die de overheid maakte over het toneel in Den Haag in de periode dat Alexis Magito daar actief was.
Hieronder een ‘geschoonde’ lijst
1674
1676
1677
1678
1682
1683
1684
1685
1687
1688
1692
1696
1697
1702
1703
1704
1705
1713
1714
1716
1718
1719
1720
Kermis gepermitteerd.
Maatregelen tegen comedianten te Rijswijk en te Leidschendam.
Algemeen verbod van comedie.
Verzoek van den Kerkenraad wegens het gerucht dat comedianten zouden komen
Concessie aan Fransche muzikanten en operisten, Casuariestraat.
De Fransche comedie, onder François du Perier wordt door den Prins met f 5000 's jaars
gesubsidieerd (Ordonnantieboeken,
In een notar. acte komt deze troep reeds 3 December 1681 voor, meester was toen
Willem Brecourt.
Alex Magitto, Gilbert Garaginiar, Fransche comedianten, (Not. acte 22 Febr.).**
Fransche comedianten gesubsidieerd door den Prins (Ordonnantieboeken, 2 April).
Fransche opera (Notar. acte 2 April 1688). Vermoedelijk Anthoyne des Brosse* met zoon
en dochter, Lion la Fleur la Motte, du Guet,
Comediens Flamands du Schouwburg de la Haye (Not. acte 2 April).
Fransche opera onder de la Porte, B. Domaille, T h. Sablonniere, A. de la Garille in de
Kaetsbaan (Not. acte 8 Mei)
Consent voor de Nederduitsche comedie, indien de Fransche comedianten worden
geadmitteerd.
Over het toelaten der spullen op de Kermis. Regeling der belasting voor
de armen (R. 7 September). Fransche comedianten.
Commediens de la troupe francaise de Sa Maj. Brittannique’ (Not. acte 7 Augustus).
Concessie aan Italiaansche comedianten
De spellen e. dgl. op de kermis verboden.
Kerkenraad verzoekt verbod van comedien. Different tusschen de stedelijke overheid en
het Hof omtrent de bevoegdheid van te admitteren en weigeren van de opera op
Haagsche grond
Piqueurschuur aan J. van Rijndorp verhuurd
Concessie aan Quinot de la Chénée, Fransche comedie
Permissie aan Louis d'Eschaillers (opera) om ook comedie te spelen.
Fransche comedie toegestaan
Algemeen verbod van comedie voor eenigen tijd.
Consent aan Rijndorp om te spelen gedurende de a.s. kermisse
Weigering aan Franschen om hun omgewaaide tent weder op te richten.
Consentie voor verscheidene spellen op de kermis
Monopolie aan G. Birochon directeur aan de opera alhier, voor Fransche tragedien en
comedien gedurende.
Het Hof verleent concessie voor een nieuwe Fransche Opera op het Voorhout
Request van L. Frc. de Verneville tegen J. B. de Lorme, beiden van de Fransche opera
** De acte van 1684 is gevonden en het is een bekende: de getuigenverklaring van Alexis in de zaak Lavoy en het meisje Therese. Dit heeft dus niets te maken met het vragen van toestemming om op te mogen treden.
NB De handtekening van Alexis vergeleken met die onder zijn ondertrouw inschrijven is dezelfde: een kruisje
De verhuizing naar de omgeving van 's-Gravenhage / Honselaarsdijk van Alexis, verklaart ook wel waarom de Magito's in Leiden en Delft terechtkwamen.
- Zoon Alexis Alexius echter verliet 's-Gravenhage en kwam na zijn huwelijk met de Friezin Lijsbeth Gerlofs via Harlingen in Franeker terecht.
- Johannis Alexius trouwde de Rotterdamse Huybertje van Hasselt en ruilde 's-Gravenhage voor Rotterdam in.
- Ook zoon Noël ging reizen en woonde voor een deel van zijn leven in Frankrijk
Ook interessant is de band van de Franse toneelgroep van Alexis, met het Theater van het Hotel de Bourgogne te Parijs. Philippe Magito, zoon van Alexis, woonde in Parijs bij dit theater om de hoek, in de Rue de L'Arbre.
Ik ben heel benieuwd of het boek ' Les Comédien Francais en Hollande au XVIIe et au XVIIIe Siecles' waarin ook de relatie met Hotel de Bourgogne aan de orde komt, nieuwe informatie op gaat leveren.
Saffrey, Henri Alexandre (Montivilliers - avant 1896)
Hotel de Bourgogne, Public domain
Paleis HonselaarsdijkHet huijs te onselaardijck RP-P-AO-12-5-2 Public Domain
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.302139
Meer informatie over de kinderen van Alexis en Margueritte is te vinden op hun eigen pagina's
Maak jouw eigen website met JouwWeb