Magito, of toch Magitot

External_detail_of_Cathédrale_Notre-Dame_de_Noyon,_2007-05-06-06;Szilas, CC0

 

 

De naam Magito leent zich voor alternatieve schrijfwijzen, zeker omdat de persoonsgegevens werden vastgelegd in, nu moeilijk te lezen handschriften, in Kerkboeken (tot Napoleon) of gemeentearchieven. Daarbij werden de aangiften gedaan veelal door analfabeten en meneer pastoor/ de predikant maakte maar het beste van wat hem verteld werd. In de twintigste eeuw zijn er veel vrijwilligers aan het werk gegaan om die handschriften te ontcijferen en dat ontcijferen kan ook weer iets heel anders opleveren dan wat de schrijver bedoelde vast te leggen.

Hoe meer gegevens je hebt, hoe duidelijker het wordt dat, ook al zijn de namen anders door het registratieproces gekomen, de personen achter deze namen toch wel tot dezelfde familie horen.

De naam Magito komen we op de brondocumenten tegen als Massinon, Massieto, Macido, Masitoi, Mahusto, Mahato, Magitot, Magitteau, Mesito en niet te vergeten Masjeno. Aan de hand van onder anderen moeder Huybertje van Hasselt en Maria Reneaut valt veel op zijn plaats. Wellicht heb ik nog een schrijfwijze gemist.

Ook in de 18e eeuw werd er geschreven over de naam Magito. Pas vanaf het moment dat de Magito’s zelf lezen en schrijven, zie je op officiële stukken de naam Magito verschijnen.
Een enkele keer zie een mishandelde naam in de akte die dan vervolgens netjes ondertekend wordt met Magito.

Het Amsterdamse stadsarchief

Het Amsterdamse stadsarchief heeft op de website een stukje staan over dopen. Ze gebruiken daarvoor de akte ter illustratie. Hoe groot zou de kans zijn dat ze uit alle doopaktes er één uit jouw stamboom kiezen en een Magito doop pakken? Maar het gebeurt!

Het Stadsarchief:
Dit is een bladzijde uit het doopregister van de Rooms-Katholieke schuilkerk 't Boompje.
U ziet genoteerd als 4e inschrijving op de rechter pagina op 7 juni de doop van Joannes Alexius (afgekort tot Jo'es Alexius), zoon (letter f van filius) van Jacobus Alexius Magito en Maria Roos.
Deze jongen is een afstammeling van Alexander Masitoi, een man die zich omstreeks 1675 in Amsterdam vestigde en uit Duinkerken afkomstig was. Van de van oorsprong Franse naam zijn in de loop der jaren vele varianten in de doopregisters terecht gekomen, zoals Magiteau, Macito, Masiton, Magito en zelfs Shaagito en er zijn ook afstammelingen die een achternaam kregen op basis van het patroniem Alexander.

De schrijfwijzen, zoals zelf gevonden, worden hiermee bevestigd en er is de bevestiging dat deze jongen een afstammeling van Alexander Masitoi is, een man die zich volgens de Stadsarchivaris omstreeks 1675 in Amsterdam vestigde en uit Duinkerken afkomstig was

Maar hoe zit het dan met Duinkerke? Vaak werd wanneer door instanties gevraagd naar de geboorteplaats, een bekende plaats in de buurt genoemd. Hier wordt Duinkerke genoemd in plaats van het onbekende dorp Ardres; een dorp met slechts een paar huizen rond de kerk

Nederlandse onderzoekers over de Magito's

F.A. Stoett 91863-1936), Nederlands taalkundige schreef over de Magito's en hun naam in "Noord en Zuid; taalkundig tijdschrift voor de beide Nederlanden, ten behoeve onderwijzers. Hij haalde daarbij aan: Waarheid en Esopus van Bilderdijk, "t Was eenmaal kermis in den Haag" en de discussie tussen Krelis en Jan uit de Kermis Klugt. Zijn conclusie: "De naam Magito zal, dunkt me, wel de ware zijn; uitgesproken als Mazjilo, doch door het volk als Mazito, werd hij weldra ook zoo geschreven (vgl. thans de volksuitspraak van horloge als horlozie en van sergeant als serzant ')."

„Dat 's vast een zoon van Maziton
Herneemt een grijze paai.
„Het heugt me, dat die pas begon ,
Dat was uitnemend fraai.
Dan danst m' er zeker op de koord,
Of goochelt uit de tasch,
En brengt een hoen uit bekers voort,
Met hokus-pokus-pas."

 

De naam Maziton, was waarschijnlijk niet alleen voor Stoett aanleiding tot de nodige gissingen aanleiding. Stoett vermoedde dat Masiton een tent bezat en daarmee op kermissen stond met een koorddansers- en goochelvoorstelling. Hij vond bevestiging bij Dr. R. Krul die "t Was eenmaal kermis in den Haag" schreef in het Haagsch Jaarboekje van1889. Daarin staat:
"Naast de Vier Croonen springt de vlugge Christiaen Masiton, mr. Koordedanser, op het strakke en slappe uitspansel; maar reeds in 1736 is zijne plaats ingenomen door „Noel Masito", die ook werkt met „den Gogel Tas".

Stoett vond een uitvoeriger beschrijving van wat er in de tent van Masiton voorviel, in het kluchtspel uit de achttiende eeuw: "Kermis-klugt of vermakelijke samenspraak tusschen Jan en Krelis, over de Amsterdamsche kermis-vreugd" door J. W.

Krelis, een boer, is naar de Amsterdamse kermis geweest en vertelt nu aan Jan, wat daar te zien is.

Krelis

Daar was ook Masiton, mit alle zyn gezellen,
De Juffers fraay gekleet, haar prammelynties stellen
Voor ayder ien ten toon; ik kreeg ien raare lust,
Ik zay dat doet men nooit aan onze Boerse kust,
By ons is geen Maray of Neel die durft bekayken,
Om met haai' Pramme tuig zo bloot op straat te strayken.
Zy houdent wel bedekt, dat men die hiel niet ziet.
Dees waare veur de kou niet bang , of aar verdriet,
Zay waare wel gemoed, 't scheen haar niet te raaken,
Door 't dansen hoorde je, maat Jan, de planke kraaken.

Jan.

Maar binnen ien de Tent wet was tog daar te doen ?

Krelis

Jan meer of way ien Mayd verrasse mit ien zoen.
Daar danste zay d' koort, ik had 't nooit bekeeken,
Ik dagt dat kan geen Boer of hy zau den hals breeken.

Jan

Wel Krelis sagje meer ?

Krelis

 

Ja Jan denk hoe ik stong
Te kyken, dat 'er ien zo wonder vaardig sprong,
Byloo wel veertien man daar sprong hay over heene,
Ik zay by ons en is geen Boer zo gau ter Beene,
Die zulks durft onderstaan. Ja Jan 't stond wonder mooy,
Hoe net of ayder ding was in zyn regten plooy,
't Scheen regt Toveray, bayloo het waare snaaken,
Een zag ik op ien draat van ayzer grille maaken,
Ja Jan ons hiele Dorp liep voor die helden weg,
De Vrees beving hier 't Volk, verstaa je wat ik zeg,
Den iene had een Py met honderd duizend lappen,
Jan Klaase sloeg d' trom en maakte raare grappen.

Stoett vond verder commentaar verder overbodig. Het was uit bovenstaande beschrijving voor hem duidelijk, dat "Maziton zoo wat de Carré der 18de eeuw is geweest."

Over de naam Magito schrijft Stoett naar aanleiding van enkele affiches:
De naam Magito kan men ook lezen in een programma van een ballet:
-Programme du Festin de Pierre, grand ballet a machines. Aan het einde staat:
 Ceci se représentera dans la cabane de Pierre Magito.
-Programme de Pigmalion, grand ballet-pantomime a machines, aan het einde:
 Ceci ce représentera dans la cabane de Mazito. Samedi le 25 et le 27 de Septembre 1779.
De gissing is, dunkt me, niet te gewaagd, dat Magito de ware naam is en Mazito de volksuitspraak weergeeft.

Nederlandse schrijvers over de Magito's

  • Willem Bilderdijk, de waarheid en Ezopus

Bilderdijk heeft in 1798 de Masitons vereeuwigd in het gedicht: de Waarheid en Ezopus: en recent verscheen een hierover een leuke Podcast door Rolf den Otter in Neerlandistiek. In het gedicht wordt kermis in een boerengehucht beschreven. De zin “Dat’s vast een zoon van Mazion” komt uit dit gedicht.

Onderstaande uitleg hoort bij deze podcast van Rolf den Otter3. Er zijn diverse nepacts en een nepdokter die hun kunsten laten zien. “De waarheid” wil ook meedoen en laat mensen in een spiegel hun ware aard zien, maar daar zitten ze niet echt op te wachten. De gebochelde Ezopus weet raad en door middel van fabels laten de mensen de ware aard van hun buren zien in dierenvorm en iedereen lacht en is tevreden. Men wil wel de waarheid zien, maar liefst niet de eigen en niet direct terug in het gezicht.

Om dit gedicht te begrijpen is het belangrijk om te weten dat:

  1. Ezopus, de gebochelde, een bekende Griekse fabeldichter is die verhalen heeft geschreven over onder andere de raaf, de vos, de krekel en de mieren.
  2. Maziton was een bekende circusfamilie uit de 18e eeuw die vooral koorddansen uitvoerde.
  3. Glas wordt hier gebruikt als synoniem voor spiegel.
  • Betje Wolf en Aagje Deken,  andere bekenden vanuit onze lessen Nederlands noemen ook Magito in hun werk.

  • Langendijk. De bekende passage uit Langendijks laatste blijspel, den Spiegel der Vaderlandsche kooplieden, mag hier natuurlijk niet ontbreken.
    De vaders Ernst en Hendrik worden bij hun thuiskomst door de beide zoons met hunne vrouwen, die reeds vernomen hebben, dat hun vaders een grooten prijs in de loterij trok , met allerlei complimenten ontvangen, hetgeen Ernst met het oog op de maskeradekleeren, die een deel van het gezelschap draagt, de vraag ontlokt: „Wat wil toch al dat woelen? 't Lijkt hier wel kermis; zijn dit kwanten uit de Troep van Magito?"
  • Jan ter Grouw schreef het boek "Volksvermaken" van Jan ter Gouw waar in het hoofdstuk "Kermis" de Magito's worden genoemd

  • Arie van Zoonen schreef In 1996 : Stap op en laat je wegen, 550 jaar Hoornse kermis. De Magito's komen ruim aan de orde in dit fraaie boek. Achterin staat een lijst met betalende Kermisondernemers. Ook op deze lijst vind je meerdere variaties op de naam Magito.

Laten we ook E Wiersma, de Stadsarchivaris van begin twintigste eeuw van Rotterdam niet vergeten. Ook hij noemde, in een Jaarboekje, de Magito's "De Carré's der 18 de eeuw".

Een ander citaat uit het Rotterdamse Jaarboekje van 1920 is te mooi om niet te vermelden, maar de aanname dat er geen Magito’s van de oudste generaties overleden zijn in Rotterdam is onjuist:
'Dit is wel een kenmerk der Rotterdamsche Magito's, dat zij allen gemeen hebben; zij worden veelal te Rotterdam geboren, zij trouwen er, zij krijgen er kinderen, zij echtscheiden er zelfs, maar sterven doen zij er niet. Behalve nu en dan een kind (1732 en 1788), dat nog geen gelegenheid had gehad, zich als artiest te ontpoppen, is er te Rotterdam en Cool geen enkel lid der koorddansersfamilie gestorven.

Zouden zij met alle groote kunstenaars de onsterfelijkheid gemeen hebben?'

Magito of toch Magitot?

In Ardres staat Antoine ingeschreven als Magitot en soms met de toevoeging dit Langlois erbij. Hij ondertekent de akten ook met Magitot. In deze oudste bekende Magito woonplaats, zijn verder geen Magitots te vinden. De naam Magito is in Frankrijk niet veel voorkomend.                

Ten noordwesten van Parijs zijn wat plaatsen te vinden waarin Magitots wonen. Een link met Antoine uit Ardres heb ik niet gevonden.

 

Via Noël Magito, een recent ontdekte, bewezen zoon van Alexis Magito en Margueritte Stampaert, geboren 1682 in 's-Gravenhage en in 1758 overleden in Saint Quentin, Aisne, komt er misschien toch wat duidelijkheid in de discussie over de naam en de plaats van herkomst. Noël bleek namelijk in een Magitot gebied, ten noorden van Parijs terecht gekomen. Noël was niet teruggegaan naar het gebied waar zijn ouders en de Condettes van moederskant vandaan kwamen, maar, zo lijkt het, naar de streek gegaan waar Anthoine, zijn grootvader, Magitot familie had wonen.   

Noyon_(60),_cathédrale_Notre-Dame,_bibliothèque_du_chapitre_et_officialité,_vue_depuis_le_nord-est, , CC BY-SA 4,0

Het zou toch zo maar kunnen dat de oorspronkelijke naam Magitot was.


Maak jouw eigen website met JouwWeb