Pieter Philippez Magito ca 1718 -1792 Koorddanser


Deze pagina gaat over waar we Pieter van kennen; over zijn publieke leven.
Voor zijn privéleven en zijn plaats in de familiegeschiedenis als mijn oudbetovergrootvader kunt u de onderstaande link gebruiken


 Prent van Rienk Jelgerhuis uit 1790i.
Rijksmuseum Public Domain ingekleurde versie

 

Zoo verscheen in 1757

de wereldberoemde Pieter Magito

't eerst als koorddanser hier op't tooneel.

Glimlacht ge bij dat "wereldberoemd"?

Vergis u niet al te zeer.

Ik zou zoo zeggen, als er twee a driemaal

een echt portret van U wordt gegraveerd,

dat ge dan toch wel iets beduiden moet.

En dat is met Magito geschied.

Een citaat G van Rijn   Rotterdamsch Jaarboekje  over de Rotterdamsche Kermis

Bovenstaande is een citaat van G van Rijn, in een van de Rotterdamse Jaarboekjes  waarin het gaat over  de Rotterdamsche Kermis. We komen er later op terug maar er is meer dat Pieter voor de eeuwigheid vast heeft willen leggen.

Pieter groeide op in een Koorddansers gezin. Zijn vader Philippe Alexisz, was koordanser, acteur en impresario.

Mei 1728 is er kermis in Delft, de woonplaats van Alexis  Philippesz, een  oudere broer van Pieter. Alexis  heeft zich in geschreven met een voorstelling met koorddansende kinderen. Zijn dochter Theresia is dan veertien en zijn jongere broer Pieter is 19-20 jaar oud. De kans lijkt aanwezig dat de jongste Magito kinderen zoals Theresia en Pieter daar of, in een oudere niet te vinden, kinderkoordans-voorstelling van Philippe Alexisz, hun eerste voorstelling hebben gegeven. Ook Christiaen Magito heeft in Delft met kinderen-voorstellingen gegeven waarbij gedanst werd op het koord en pantomime getoond werd. De voorwaarde van het stadsbestuur was dat de kinderen op tijd naar bed konden gaan en dat er daarom vroeg in de avond een eind kwam aan het optreden.

1728

1733

In 1733 is er opnieuw kermis in Delft en daar schrijft Pieter Magito zich in, voor het eerst waarschijnlijk, met enige koorddansers.
Pieter is zijn weg van een paardenstal naar een gigantische Koorddans tent begonnen.

De Koorddanstent

In 1726 lieten Johannes Alexius en Alexius Philippesz Magito, Pieters oom en oudere broer, in Friesland, naast de Italiaanse Vertooning, ook een houten tent bouwen. Vermoedelijk had Alexis Alexisz, Pieters oom uit Franeker, goede ervaring met deze timmerman. De jonge Pieter zal waarschijnlijk ook in deze tent gewerkt hebben. Later zou Pieter meerdere tenten kopen of laten bouwen. Grote en kleinere tenten om zelf in op te treden of wanneer, hij een tent niet nodig had, deze te verhuren. Op een jaarmarkt of kermis, was Pieters grote tent regelmatig een referentieplek en werd genoemd in de administratie van de stad. Ruim tien jaar na zijn dood, werd de tent in annonces nog de ‘tent van de oude Magito’ genoemd.

Eind jaren zeventig van de 18e eeuw kocht Pieter, een tweedehands tent van honderd bij veertig Utrechtse voeten (26,6 cm) van Gerrit van Dorssen, de Utrechtse timmerman . Een troep Franse komedianten huurde deze ‘loods’ daarvoor bij van Dorssen voor f 890 vanaf de bouw, eind 1778, tot Pasen 1779. Na het overlijden van Maria de Marode, in 1781, werd door de notaris een inventaris opgemaakt waaruit bleek dat er een restschuld van vierhonderd gulden aan Van Dorssen bestond.

In betere tijden, in 1760,  stond Pieter in Utrecht op het Vredenburg, met een oudere tent

" t 'Vreyhoff of Uytregtse Kermes" J de Beijer,

X1333-30577 collectie Het Utrechts Archief , Public Domain

J. de Beijer tekende in 1760 de kermis op het Vredenburg, met rechts waarschijnlijk de theatertent van Pieter Magito. Op de wand van de tent lijken bekende scenes uit toneelstukken geschilderd te zijn en op de Parade van de tent, trekken spelers de aandacht van het publiek; Zij nodigen bezoekers uit de tent binnen te komen.

In het Tijdschrift 2014.van Oud Utrecht wordt een theatertent op het Vredenburg beschreven. Deze werd door Franse Komedianten gehuurd van Bernardus Ketelaar (overleden voor 1738). Het was niet Pieters tent maar het levert wel een beeld op van het interieur van zo’n tent:

‘De tent was 70 voet lang en 30 voet breed; een galerij liep langs de drie wanden; op de 
zijgalerijen waren twee rijen banken, op de frontgalerij vier rijen banken aangebracht; 
onder de galerij waren twee rijen zitplaatsen. Op het tooneel zelf bevonden zich voor de 
toeschouwers nog drie rijen banken en aan weerszijden één loge en twee loges achter het tooneel ten gebruike van de acteurs.
‘onder t Theater werden afgeschooten een klyn apartementje omme te dienen tot kleeden, en ontkleeden’’


 

Informatie over de getekende tent op het Vredenhof vond Het Circusmuseum in een oud archief van Utrecht. Daarin werd het rekest en de verleende permissie teruggevonden. Pieter Magito had een rekest ingediend om op te mogen treden op de Utrechtse zomer Jaarmarkt van 1760: met  een grote groep Voltigeerders, Postuurmakers en Springers.  Ik heb alleen de verzamellijst gevonden

 

NB Alexis Philippes staat ook op de lijst. Hij staat in Utrecht  met de Vier Kroonen in 1760 en 1761

HetUtrechtsArchief

Het rekest werd ingeschreven door D.V. Lobbrecht. In de marge is een toestemmend advies geschreven, waarin onder meer is genoemd een bedrag van f 80,- gulden ten behoeve van de aalmoezenierskamer en als datum is vermeld juli 1760; ondertekend door A.H. van der Das. Bij deze correspondentie over de aanvraag, zit een grote foto de tekening door Jan de Beyer voorstellende het Vreeburg met daarop de tent van Magito, gezien vanaf de noordzijde, De tekening heeft als titel: ‘Tent van Pierre Magito, genaamd N Placide.

In 1785 doet zich hetzelfde voor
De Groote tent van Magito, zijnde Placide, met de Groote troep tent,
voorfront van de tent 36 voet Relandse maat breed en diep 116 voet. (ca 12x39 meter)
Hij heeft betaald f. 113,

(Amasterdamse Voet = 28,3 cm ; Rijnlandse voet = 30,8 cm )

 

Blijkbaar moeten we het hier letterlijk lezen zoals het er staat; de grote tent van Pieter Magito komt op de jaarmarkt te staan. De optredende artiest die de tent van Pieter huurt, is Placide. ofwel Alexandre Bussa, de goede vriend en collega van Pieter die ook al besproken werd in het voorgaande hoofdstuk bij Judith Thomasdr Magito.

HetUtrechtsArchief

 

 

Pieter stond een stukje verderop op de Jaarmarkt, met een iets kleinere tent: 30 bij 100  Amsterdamse voet. Pieter betaalde ook 113 gulden.

Inschrijvingen in het grote boek van de Utrechtse Jaarmarkt 1785
uit het Utechts Archief

De originele correspondentie over de aanvraag tussen de gemeente en Pieter heb ik niet kunnen inzien; deze moet bekeken worden in het Archief van Utrecht. Degene die de transcriptie heeft gedaan, merkt op: De schrijfwijze en de spelling zijn letterlijk overgenomen (uit de oorspronkelijke stukken).

Als er over de tent in Utrecht op het Vreeburg toch enige twijfel bestaat of het inderdaad een tent van Pieter was, dan is er nog een andere prent waarover geen twijfel bestaat. Het betreft een prent gemaakt door J. A Langendijk van een kermis in Rotterdam op de Nieuwemarkt in 1804. Pieter is in 1804 al overleden en zoon Pieter heeft de nieuwste tent van Pieter verkocht. Desondanks wordt de tent nog steeds de tent van Pieter Magito genoemd, ook in de bijna paginagrootte aankondiging van de kermis in de Rotterdamse courant van 28-08-1804 waarvan hieronder een afbeelding en een detailafbeelding staan.

 

 Rotterdamse courant van 28-08-1804, Delpher

Kermis op de Nieuwemarkt. J A Langendijk 1804 NL-RtSA_4080_RI-1504 CC0,
https://hdl.handle.net/21.12133/F444E861380C45E09B4558E70EB1450F

De prent toont ook het StadsBoterhuis. Johannes, Alexis Magito, broer van Pieters vader, en Stadsmuziekmeester woonde en werkte daar van 1736 tot aan zijn overlijden in 1769

De ambiance is inmiddels duidelijk ; Op de parade staan artiesten klanten uit te nodigen om naar binnen te komen. Het wordt het tijd te kijken wat er in de tent gebeurde.

 

De Koordedans, ze roep, tree binnen:

Se skreeuw, de duis, de waal, de mof,

De Kek. se sek: loop niette wek, wij sel bekinnen!

 

Deze tekst komt uit: ‘Koorddansers’ door Barbara Sierman, geplaatst in ‘Haarlems Helicon: literatuur en toneel te Haarlem vóór 1800’  

Leonard Defrance Koorddansen

the-rope-dance-8ff53eVlaanderen public domain

Op deze prent is het al te zien: koorddansers gebruikten balanceerstokken om zich in evenwicht te houden en maakten met gewichten, springballen en degens allerlei kunsten op het koord. Koorddansers waren zeer populair op de kermis. Vrijwel jaarlijks stond er één en soms stonden er zelfs twee koorddanserstenten op de kermis.

Op de prent is de hoogte beperkt; ik heb gelezen dat de Magito's buiten tot wel  op 20 m hoogte liepen. Dit is terug te vinden bij Pieter Pieterszoon.  De oude Pieter, op klompen of schaatsen, zal vermoedelijk minder hoog gelopen hebben..

Tijdens het wandelen op het koord werd, want we hebben het over de Magito's, muziek gespeeld. Michiel van Bolhuis, componist en advocaat  uit Groningen en zijn zoon Jan, tijdgenoten van Pieter Magito, hebben muziek verzameld  en foutloos en met zorg uitgeschreven. Zij noteerden een aantal melodieën ‘voor de slappe’ en ‘voor de stijve koord’, Jan  noteerde de Magito muziek waarbij het koord betreden werd door een ‘kleyne juffrouw’, een Turk en een ‘Turkin’ of  en dat moet Pieter geweest zijn: op schaatsen. Onduidelijk is of  Jan van Bolhuis alleen de muziek genoteerd heeft of meegespeeld heeft op de viool. Jos Koning heeft er onderzoek naar gedaan  Hollandse Deuntjes (Koning, sd). In de liederenbank heb ik terug gevonden:

  • Masito
  • Juffrouw Magiton op de Koord
  • Menuet van Magito
  • Gigue voor Monseigneur Magiton op de Koord
  • Largo cantable del signor Alexis Magito
    https://speelmuziek.liederenbank.nl/?page=list&filter=all&search=magito

Stadsbesturen hielden meer dan eens de komst van koorddansers tegen, omdat zij de acties op het koord te gevaarlijk vonden en omdat koorddansen daarom in strijd zou zijn met het zesde gebod: 'Gij zult niet doodslaan’


Pieter Magito's Merchandise

 




Vermaard HOLLANDSCH, KOORD-DANSSER 


Geboore in s’Hage 1708.
„Hij die verwonderlijk, zijn lichaam draaijde en wrong,
Oud Twee en Tachtig jaar, nog op de koorde sprong
Met Vaandel, Klomp en Schaats; die in zijn Trommel Slag
Vol kunst, geen weederga in gansch Europa zag:
Die matig leefde Grijs van kruin dien roem geniet:
Is Magito wiens beeld men in dees‘ Prent beziet."

 Prent van Rienk Jelgerhuis (1729 – 17 april 1806) uit 1790i.
Inmiddels in het Rijksmuseum te Amsterdam op aanvraag te zien.
Public Domain  ingekleurde versie

De ets, het portret van Pieter is in opdracht van Pieter zelf gemaakt door Rienk Jelgershuis; ook de informatie heeft hij zelf aangeleverd. Blijkbaar konden al in de achttiende eeuw fans van artiesten, afbeeldingen van hun idolen kopen als herinnering aan het optreden.

Pieter liet afdrukken maken die in verschillende steden te koop aan werden geboren.

Merchandise, misschien heeft Pieter het wel uitgevonden

Rotterdamsche Courant 18-02-1790. ( Delpher.nl)

Een kopie van deze prent stond in mei 1968 in het Rotterdams Nieuwsblad dat bij ons in de brievenbus viel. Sinds die tijd hing er een print van deze afbeelding in de werkkamer van mijn vader.

Maar Pieter verkocht niet alleen afdrukken van zijn portret 

Op een Belgische site popte na het intikken van ‘Magito’, deze afbeeldingen op.
Het zijn rubberen afgietsels van Pieters voeten. Opvallend is dat aan deze voeten slechts vier tenen zitten.

Deze voeten worden nu te koop aangeboden voor €890. Pieter zou de prijs kunnen waarderen.
https://www.2dehands.be/v/antiek-en-kunst/kunst-overige-kunst/m1967166056-circus-voeten-uit-1796-pieter-mangito
Via deze link kunt u een bod doen op de rubberen afgietsels van Pieters voeten.

Blad met 24 voorstellingen van koorddansers en andere acrobaten. drukker: van der Haeghen
https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-P-OB-84.413



Blad met voorstellingen van koorddansers en andere acrobaten.


Is er ooit een andere koorddanser dan Pieter Magito met schaatsen aan op het koord  gestapt?  Pieter Magito, overleed in 1792.


De opgegeven datering ( 1700-1725 of 1860-1865 ) lijkt of aan de vroege of aan de late kant maar dit is niet mijn vakgebied.


Rotterdamse Magito-tegels

Cartouchetegel, acrobaat, hoekmotief kwartrozet Museum Rotterdam Public Domein

Deze antieke Delftse blauwe tegel, gedateerd 1750, stelt Pieter Magito voor

Bij de beschrijving staat: een 18e-eeuwse Nederlandse kunstenaar die in de 18e eeuw bekendheid verwierf als acrobaat, voornamelijk in Rotterdam en Amsterdam. Zijn roem leidde ertoe dat pottenbakkers zijn uitvoeringen gebruikten als inspiratie voor een kleine selectie tegels, waaronder deze. Het toont meneer Magito op een heuvelachtig terrein. De tegel is gedecoreerd met rozethoekmotieven.

Bij een vergelijkbare tegel, met barst, heb ik prijzen van  €250,- zien staan

Het Amsterdams Pipe Museum schrijft, samengevat, het volgende over de Magito's
De breekbaarheid van de kleipijp maakte dat, in de achttiende eeuw, circusartiesten optraden die kunstjes deden met de lange Goudse pijp. Op deze wandtegel wordt dat balanceren met kleipijpen weergegeven.


De Magito koorddansers waren gespecialiseerd in balanceren met de kleipijp en zouden er beroemd mee zijn geworden.

De kleipijpen zijn inmiddels geen gemeengoed meer en erg duur. Balanceren op een koord met een kleipijp komt niet meer voor

De opmerking dat de Rotterdamse tegelbakker wellicht wat chauvinistisch was geweest, bij de keuze voor de Magito’s op de tegels, had kunnen kloppen als de beroemde Magito koorddansers Rotterdammers waren geweest. De nazaten van Pieter Magito vestigden zich na het overlijden van Pieters partner in 1781  in Rotterdam. De muziek makende Magito's woonden daar toen al ca zeventig jaar 

Magito-tegel in afgeplatte accolades met bloem en bladkrul.2 CC0



Pieter was niet alleen koorddanser, mensen kwamen naar zijn tent, of deftiger, "dans la cabane de Pierre Magito" om daar grote ballet-pantomimes te bekijken die daar vertoond werden zoals in 1779 :Don Juan ou le Festin de Pierre een comedie van Molière, en Pygmalion .
Nb deze affiches zijn niet van Pieters voorstellingen.

In zijn tijd was Pieter een BN’er, een bekende Nederlander, en dat zal de reden zijn, dat er over hem meer terug te vinden is, dan van al die andere mensen in mijn stamboom samen en waarom er anno 2022 nog steeds over hem gepubliceerd wordt..De Rotterdamse Stadsarchivaris Dr E Wiersum, merkte  in het laatste deel van zijn publicatie over de Magito’s

op dat terwijl in Zeeland en op het platteland van Holland, kermisexploitanten geweerd werden, de situatie in Rotterdam anders was, daar wachtte hen een warm onthaal.

En ‘als de prinsen en prinsessen van Oranje of vreemde vorstelijke personen hier de kermis bezochten, hetgeen herhaaldelijk plaats vond, was een van hun eerste gangen steeds naar de van ouds bekende en bijzonder gerenommeerde tent der Magito's.’

 

 

 

De prins en prinses van Oranje en hun kinderen bezoeken de kermis te Middelburg.
Illustraties van het bezoek van de prins en prinses aan Zeeland
18 juni - 25 juli 1786. Public Domain ingekleurd (Rijksmuseum, sd)

Om de populariteit van oudbetovergrootvader Pieter te illustreren, gaf hij het volgende voorbeeld: ‘Zoo populair waren deze artiesten en vooral de groote Pieter Magito Senior te Rotterdam, dat in een bekende Rotterdamsche familie een der oudste leden, omdat zijn uiterlijk zooveel op dat van den koorddanser leek, spottenderwijze, geregeld Oom Magito genoemd werd’.


Niet iedereen was even enthousiast over Pieter Magito

Een 'geldwegslepende konstenaar'

Pieter Magito was niet alleen een goede koorddanser maar hij was ook een goede en, naar mening van sommigen, meedogenloze zakenman en ik vermoed dat hij op dit punt ook samenwerkte met zijn Maria de Marode, zijn levensgezellin en vanaf 1769 ook voor de kerk en de wet, zijn huisvrouw. Jean Baptista Perghen, de kermisexploitant werkend onder de naam Karata, maakte de fout een bij Pieter in dienst zijnde artiest te contracteren. Pieter nam direct juridische stappen waardoor de troep van Karata, ontbonden werd. Met betoudovergrootvader Pieter kon je maar beter geen ruzie mee krijgen dus. Zijn succes leidde ook daarom tot afgunst  bij anderen. Zij noemden hem een 'geldwegslepende konstenaar'. Zijn politieke voorkeur, Pieter was een Orangist, legde hem aanvankelijk geen windeieren maar later zat het Orangist zijn, hem in de weg. 


Op de jaarmarkten waren bijzondere spullen te koop en er was volop eten en drinken. Daarnaast waren er kwakzalvers en waren een nog nooit vertoond beest of een medemens met een afwijking te zien. Naast de vele marktkraampjes waren er de, overal bovenuit stekende, grote tenten van springers, koorddansers en toneelspelers. Pieter Magito behoorde tot de top van het kermisaanbod en reisde rond met steeds groter wordende attracties. Dit werd waarschijnlijk ook zijn ondergang

In 1772 zocht Pieter belangstellenden voor zijn oude tent van honderd Amsterdamse voet lang, zesendertig voet breed en achttien voet hoog. In april 1773 werd hier voor de derde keer geadverteerd. Ook wordt vermeld dat de tent eerder verhuurd werd aan een “vreemde Troep’ in Den Haag.


In 1770 staat de  troep van de Franse opera met zijn tent in Leiden op de kermis

Utechts Archief

Weerstand tegen de kermis vanuit de kerk

Pieter Magito was tientallen jaren een graag geziene artiest  op de kermissen in de  Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Tot circa 1720-1730 waren de lokale kerkenraden geduchte tegenstanders van de entertaimentsector , van de oudere Magito-generaties zoals Pieters vader en zijn ooms geweest, maar na verloop van tijd werd er minder geluisterd naar hun klachten.

Ds Phillpp ludwig Statius Muller gaf in 1752  zijn duidelijke menig over  vak- en geloofsgenoten en nam geen blad voor zijn mond.( Zeedemeester der Kerkelijken).

Ik zou de Billykheit van het toelaaten der Kermis Spelen wyders kunnen beweeren door het Nut, dat 'er de Armen' en Godshuizen uit trekken; behalven de geheele Stad, door verteeringen van Levensmiddelen als anders die 'er door te weeg gebragt worden; dog déze Bewysredenen zyn aan ieder overvloedig bekent. Ook zou hier maar 't gewoone antwoort op toegepast worden, dat men geen Kwaat moet doen op dat 'er Goed, uit voort kome.

't Komt er meer op aan of hier in zoo veel kwaat gelegen is. Wat kwaat kan het, dat men by Mahomet Karata of Signor Magito zulke wonderbaare kunften op een Snaar ziet vertoonen? Voorheen heeft men in een myner Papieren kunnen lezen, dat men hier door ziet hoe ver het vermogen van den Mensch kan gebracht worden, of zyn 't de Pantomimen, om dat zy vertoonen hoe ver men in staat is om zig zonder spreken uit te drukken:

waarlyk dit is geen onnutte kunst om hier uit Gebaarden te leeren, die al te dikwils geheel verkeert en misselijk op den Predikstoel gebruikt worden. Maar ’t zal het iedėl dansen weezen, dat by de Heeren zoo schrikkelijk in 't oog loopt. 't Zou my lusten dat stuk te verdedigen, indien ik niet reeds verre met myn Papier heen liep. In 't algemeen is het Geschreeuw der Kerkelyken dat het broodelooze Konsten zyn. Ik zou het een Uitvlugt rekenen te willen zeggen, dat zy ęchter Brood geeven aan derzelver Oeffenaars en Vertooners, die door hun opvoeding, waar over zy dikwils zelve geen Meesters waaren, tot zulk een kostwinning gebracht zyn. Zy zouden dan in zich zelve broodeloos genoemt kunnen worden; maar of men. het geheel nutteloos kan noemen, weet ik noch niet, ......

Moet men dan, om zulke Spelen en Vertooningen uitroepen; dat het beklaagelyk is, onder 't naar de Kerk gaan op de Botermarkt die Tooneelen des Satans,niet alleen te moeten opgerecht zien; maar, of dit niet genoeg ware, hier aan noch op den Dag des Heeren te moeten hooren arbeiden; terwyl men zich niet ontziet om op den Dag des Heeren zyn Overheit te hekelen.

Ik heb my geärgert dat men ook een Rechter wil zyn over Gods Oordeelen en durft zeggen, dat de menigvuldige Regens tranen zyn, die 't Opperweezen stort over de Godloosheden der Kermisspeelen. Maar moeten dan andere Steden ook geftraft worden om onze Kermis? Trouwens, die hebben ook velen onder hen met Schouwspeelen Kermis gehouden. Dit zou noch aangaan ten aanzien van ons Vaderlant, en ten aanzien van de Boeren op 't Platte Lant, die ze in hunne naastgelegene Steden, hebben kunnen bywoonen; doch wat hebben andere Provincien en verder gelegene Landen hier mede gemeen, dat zy mede gestraft worden. Ik wenschte wat meer Geeft van Onderscheiding en Bescheidenheit in de Kerkelyken.

Het gevolg van de minder negatieve houding van de kerk was het kermis aanbod gevarieerder, groter en vooral kostbaarder werd.In de Zeeuwse steden Middelburg, Goes en Zierikzee gingen de gemeenteraden in crisistijd vrij snel over tot een kermisverbod, maar ook daar was men normaal gesproken welkom. De oorlogen in de achttiende eeuw konden een verbod op de kermisviering tot gevolg hebben, waardoor de artiesten zonder inkomen kwamen te zitten.

De Stadsbesturen en Kermisgelden

Het afdragen van armengeld door kermis exploitanten gebeurde in heel Europa al vanaf  begin van de 17e eeuw. Het vermaak werd gelegitimeerd als een charitatief doel tot 1857, daarna werd vermakelijkheidsbelasting geheven.

De stadsbesturen stelden de hoogte van het armengeld vast, dat een gezelschap moest afdragen. De bedragen konden flink variëren. Naast willekeur kon het bedrag voor de armen afhangen van de grote van de tent of het aantal betalende bezoekers dat geweest was; denk aan één  a twee stuivers per persoon. Het kwam ook voor dat er een vast bedrag afgesproken werd.
Op de Delfshavense kermis, die ongeveer van half juli tot het einde van de maand september duurde, moesten gezelschap in 1725, F 450 afdragen aan de armen;op de Delftse kermis, ongeveer van half juni tot het einde van de maand F 150.

Op jaarbasis leverden de kermis in de jaren veertig van de achttiende eeuw, in Amsterdam de goeden doelen ca veertienhonderd gulden op. Dat werd  F 5200 in het decennium daarop. De politieke onrust en oorlogen maakte dat er minder op werd gehaald voor de armen omdat er, begrijpelijk, minder permissies werden afgegeven aan exploitanten. Kermis was dus Big Business, niet alleen voor de exploitanten en de goede doelen maar ook voor de herbergiers en de bakkers maar ook voor sommige boeren. Zij legden speciaal voor de markt, klavervelden aan. Honderden paarden waren meegekomen  met de exploitanten en deze moesten eten.

De lijsten met afgedragen kermisgelden geven een aardig inzicht in de activiteiten van de Magito’s.

  • Op de Rotterdamse kermis waren ,in wisselende samenstellingen, Alexis, Pieter en Thomas Philippeszonen, hun neef Paulus Alexis uit Friesland, Judith Thomasdr en Maria Thomasdr’s echtgenoot Philippe Meyer Ook de familie Reneaut was aanwezig, de schoonfamilie en de kinderen van Maria de Marode, Pieters partner. In haar jonge jaren was Maria de Marode op het koord actief. Pieter junior sloot zich later bij de oudere Magito's aan. De spellen werden onderling uitgewisseld. 
  • Op de lijsten met  Kermisgelden van Utrecht (1785-1792) is nauwelijks samenwerking van Pieter met de andere Magito's te zien; Judith en Paulus waren toen al overleden en Thomas overleed in 1787. Pieter werkte wel samen met Alexis Philippesz in 1760 en 1761. Alexis stond er met de Vier Kroonen. Alexander Bussa dit Placide en Laurent Spinacuta kwam je in Utrecht ook tegen.
    Uit het register valt ook op te maken dat je in Pieters tent, koffie, thee of limonade kon kopen bij weer een andere ondernemer. Het Shop in a Shop bestond ook toen al.
  • In Den Haag en Delft waren er optredens van Philippe, Alexis Philippesz, Christiaan en Noël Magito. Paulus Alexis en Pieter Magito waren de hoofdleveranciers in de Hofstad.
  • Leiden wordt bezocht door Magito’s met een koorddansvoorstelling. Pieter is daar heel frequent. Thomas staat daar in 1765 en 1766. Philippe Magito trad op in 1759; mogelijk was dit Philippe Thomasz en was deze net als zijn zus Judith door vader Thomas opgeleid tot koorddanser. Enige jaren later zou hij naar Pieter en Maria in Delft verhuisen. Maar wie was de weduwe Magito die met koorddansers in Leiden stond 1761. Noël overleed in 1758 en van Christiaan weet ik niet wanneer hij overleed. Noëls vrouw Françoise Dupré was aanzienlijk jonger dan haar man en in 1761 nog in leven. Leidde Françoise Dupré, weduwe van Noël Magito de troep in Leiden?
  • De documenten waarop Kermisgelden van Amsterdam waarschijnlijk staan, konden niet op verzoek worden gescand; het materiaal lijkt te kwetsbaar. Mogelijk is het wel terplekke in te zien. In Leeuwarden moet nog veel materiaal gescand worden

 De Tent van Magito, groot en opvallend werd ook regelmatig gebruikt als plaats bepaling van een andere voorstelling.


Van mei tot eind september werd er gereisd maar ik vond ook optredens buiten deze periode

Middelen van vervoer

Hieronder enkele afbeeldingen van Kermistenten op de Botermarkt in Amsterdam (Nu Rembrandtplein) Pieter heeft er vaak gestaan. Deze tenten  lijken ongetwijfeld op de tent die Pieter had, maar zijn van wat latere datum

Vervoer over de weg van tent, beelden, dieren en personen, moet een hele logistieke onderneming zijn geweest.  De trekschuit voor personenvervoer was de ‘intercity van de Gouden Eeuw’. De reis van Delft naar Leiden, zeven kilometer per uur, duurde drie uur. Reizen van Leiden naar Utrecht te reizen duurde een werkdag van acht uur. Onderweg moest van paard gewisseld worden.

Uit notariële archieven weten we dat, Pieter Magito en Maria de Marode in 1750 even buiten Amsterdam logeerden op een jacht terwijl de aanschaf van een boot werd afgerond.

Koopcontract boot 30-09-1750 Notaris Hermanus van Heel, Amsterdam

StadsArchiefAmsterdam

Het schip kochten Pieter en Maria van Meester Scheepmaaker. Gerrit de Groot, wonende Oude Weetering onder de vrije Heerlijkheid Alkemade.

"Op de scheepswerf van Gerrit Groot nieuw getimmert en door deselve Gerrit de Groot aan hen comparanten op primo Maij deses Jaars 1750 geleevert.’
Een Nieuw ‘jacht of pontschip lang 49 voeten, wijt 12 voeten, 4 duijmen, Kosten f 600-.
Ze lossen per jaar f100,- af op " primo Maij"+ jaarlijks f 4,- rente tot en met 1756’

Daarnaast staan er nog voorwaarden vermeld in het geval één van de twee een termijn niet kan betalen.

Met de aangeschafte boot voor de zaak, vervoerde Pieter zijn materialen. Pieter was niet de eerste Magito met een boot. In 1746 kocht broer Thomas Magito in Amsterdam een Speeljacht. De Magito's waren zakenmensen. Thomas’ speeljacht zal niet te vergelijken zijn met wat we er nu onder verstaan. Waarschijnlijk heette het Speeljacht omdat met deze boot zijn kermisspellen vervoerd moesten worden.

Na 1750 zal ook Pieter zijn entourage grotendeels verplaatst hebben per boot. Bij aankomst van het schip op de bestemming, moest het materiaal vaak nog worden overgeladen op karren, om het kermisterrein of de opslag te kunnen bereiken. In Utrecht was er het Kermispoortje; de Mariawaterpoort Via de poort kon je makkelijk vanaf de singel bij de kermis komen.

Mariawaterpoort Utrecht , Kermispoortje ca 1750 36490 Utrechts Archief

In Delft had Pieter een huis, met kaai, aan het water. Toentertijd waren de Delftse bruggen waarschijnlijk hoger dan nu, te oordelen naar de flinke schepen die volgens prenten over de grachten voeren. Onduidelijk is waar Pieter voor de verhuizing naar Delft ,rond 1761, woonde. We weten wel dat zoon Petrus Pietersz werd gedoopt in Amsterdam en dat ook het testament van Pieter daar nog werd opgesteld in 1762.  Mogelijk woonden zij  in die jaren  in  de Duvelshoek, waar zijn grootvader Alexis met zijn ouders terecht kwam toen zij vanuit Ardres in de Noordelijke Nederlanden kwamen wonen, waar ook de Magito- wevers woonden en waar in 1762 zijn neef Johannes Alexius, wonend in de Schapensteeg, overleed.

29-05-2023 Rietveld  Suijtsijde Delft  (Tanaskoska)


Opslag- en woonruimte

Naast een woning met toegang naar het water hadden Pieter en Maria veel ruimte nodig om materialen op te slaan en paarden te stallen. Paarden zullen nodig zijn geweest om de boot over het jaagpad te trekken en voor aanvullend wegvervoer.

met A.I gemnaakte afbeelding

Pieter en Maria kochten deze drie afgebeelde huizen aan de gracht van het Suijdelijke Rietveld in Delft.

‘Het Vergulde Zwijnshoofd’, het grote huis voor de kerk op de foto , werd door Pieter en Maria bewoond. Dit huis, had een kaai en een poort naar het terrein achter de huizen.

Rietvelt juni 2023

De andere huizen werden verhuurd. Het huis links werd in 1761 door Pieter gekocht en dit is  het huis waar Pieter woonde toen hij in 1792 in Princenhaage overleed.

Achter deze huizen, kochten zij op naam van Maria nog drie kleine huizen, hoorend bij het oude Begynhof.  Naast de  erven en stallen lag er een voormalige slachterij op het terrein. Pieter woonde ruim 30 jaar aan het Rietveld in Delft

Bijzonder is, toeval bestaat niet, dat op het terrein achter de drie huizen aan het water nu een Theater staat.

Het water van  Rietveld komt aan de ene kant uit op het door de stad stromende water van de Verwersdyck en aan de andere kant op de langs de stad stromende Schie.

 

De stad waar Pieter vermoedelijk opgroeide, blijkt een met de Vliet of de Schie goed beginpunt te zijn voor een reis door een groot deel van de Nederlanden. Hiernaast een kaartje van de waterwegen.

https://geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/verhalen/trekschuiten-over-de-oude-rijn/

Kaart Trekvaarten Zuid-Holland 17e eeuwGeschiedenis van Zuid-Holland  CC BY 2.0
https://www.flickr.com/photos/provinciaalhistorischcentrumzuidholland/23149900680

Delft van de vaart te zien

Abraham Rademaker 1676 - 1735 Leonardus (Leon) Schenk 1696 - 1767

Publiek Domein ibgekleurd

Met Permissie en een inschrijving in register armen-wezenzorg en een advertentie in de kranten

Zonder volledig te willen zijn, volgt aan de hand van advertenties en permissies een overzicht van Pieters activiteiten
1728

Pieter Magito’s carrière begon waarschijnlijk met het al genoemde optreden in een Paardenstal in Delft, waar zijn oudere broer Alexis Philippesz Magito zijn kinderen en waarschijnlijk ook zijn jongere broertje liet dansen op het koord. De registraties van eerdere optredens lijken niet (meer) te bestaan Het eerste geregistreerde optreden van koorddansende kinderen is van 1728 in Delft. In 1733 volgde het eerste optreden van Pieter in Delft met een eigen troep Koorddansers

 

 

1738, Pieter heeft toestemming gevraagd en gekregen om in Groningen op te mogen treden met een show die het afgelopen jaar in de zeven provincies te zien is geweest.  Te zien waren sprongen door een man te paard over 12-16 man  en door een ton ??.

 

Grote Markt van Groningen met links het stadshuis en rechts het wijnhuis en het waaggebouwdoor Jan Bulthuis 1784  Groninger Archieven Public Domain


Pieter M
agito request Groningen okt 1738

Op de requeste van Pieter Magito hoe in de voornaamste steden van de seven provintien dit en het gepasseerde jaar sijne beroemde exercitien bestaande principalijck in verwonderens waardige sprongen als over 12 en 16 man te springen dubbeld door een ton over een man te peerdt te springen en andere hier nooit vertoonde en seer nette spongen, welcke wel genegenwaar in het anstaande vrije merckt alhier te praeenteren, versogte dat hemsulx mogte worden gepermitteert onder praesentatie van ’t geene alhier wordt gerequireertan de gemeene [doorhaling]
Armen deser stadt te voldoen



De H. Heeren Borgemeesteren ende
Raadt, accorderen des Remonstrants versoeck invoegen gedaan.

Op basis van bekende Magito kleding met A I gemaakte afbeelding

1739 ’s-Gravenhage  


In april kreeg Pieter van de Magistraat toestemming om op te treden met een troep koorddanser

1745,1746, en 1748  Delft

Na zijn eerste optredens in 1728 (?) en 1733  is Pieter vaker terug te vinden op de kermis van Delft. Met koorddansers, een paardje dat kunsten doet en met wassen beelden van koningen, keizers etc



Een willekeurig Stadsplein  met kermis, Johannes Huibert Prins, 1793 
Publiek Domein RP-T-1968-92 (Rijksmuseum, sd)





Vaak was Pieter in wisselend gezelschap van familieleden:
Alexis Philippes
Thomas
Christiaan
Johannes
Poulus Alexis

 

1749 Delft, Stadsarchief Delft

Voor 1750 reisde Pieter Magito met attracties door het land onder andere met een gedresseerd paardje,

1745 Delft, Stadsarchief Delft

1745 Delfshaven, Stadsarchief Delft

1746 Delft, Stadsarchief Delft

Pieter toont een Paerdetje dat konsten doet en betaald voor de wezen twee gulden.

Pierrot dresseert pony met pluim CC0 ),_RP-T-2010-43-216
(Rijksmuseum, sd)

Om dat Paerdetje in Delfshaven konsten te laten vertonen betaalde Pieter drie guldens voor het goede doel.

Het laten zien van de Keijser en Keijserin aan het Hof in was mag Pieter laten zien als hij daarvoor drie gulden afdraagt voor de Delftse goede doelen

 In 1748 en in 1749 toonde Pieter "waschen" beelden van de stadhouderlijke gezin, die hij bijvoorbeeld in Gouda aankondigde als: 'het Vorstelyke huys van Oranje & Nassau, de keyserlijke familie, en de keyserin van Rusland met haare hofdames'.

Pieter betaalde zes gulden en 6 stuivers  de keizer en de keizerin en de Tsaar van Rusland

1748 Delft , Stadsarchief Delft

Dat 'vorstelijk gezelschap' viel vanzelfsprekend niet goed bij voorstanders van de Republiek.
Pieter was waarschijnlijk al van huis uit Oranjegezind aangezien de oude Alexander Masitoi al zijn geld verdiende met het organiseren van optredens voor de Prins van Oranje. Daarbij zal er in zijn vroege jaren geld aan te verdienen zijn geweest.

 

In een kinderboek uit de negentiende eeuw kwam ik, onder andere, deze prent tegen van een sterk op de van Pieter  Magito lijkende Kermisattractie. Omdat Napoleon en zijn mannen hieronder afgebeeld zijn, is dit geen prent  uit de tijd van Pieter Magito.
De voorstelling is duidelijk wel geïnspireerd op wat Pieter onder andere in 1748 liet zien

Uit: Wat is er op de kermis te zien, een 19e eeuw prentenboek voor kinderen
Koninklijke BibliotheekPublic Domain

Gewoonlijk maakten de exploitanten de wassenbeelden zelf en kleedden deze ook zelf aan. soms werd een automaat gebruikt en kon het beeld ‘spreken’.

In 1790 laat Pieter Magito, senior of junior, met een jeneverhandelaar, wassenbeelden versturen naar Schiedam. Ik heb gezocht naar meer informatie en vond een Jan van Hoogstraate uit Delft die in 1740 ‘wasse’ postuurtjes, bloemen, schilderijen en poppen verscheepte. De akte passend bij het verschepen van de wassen beelden van Pieter heb ik niet kunnen vinden.

Op de permissie van 1749  wordt ook Pieters levenspartner Maria de Marode huysvrouw van Jacobus Reneaut genoemd, Ook zij heeft toestemming gekregen om te spelen op de kermis in Delft. Zij laat een ‘klijn hondje’ kunsten vertonen; in haar jongere jaren trad zij in Delft op als koordanseres. In het begin waarschijnlijk als lid van de troep van Jacobus Reneaut, haar echtgenoot. Later schreef zij haar eigen koorddansvoorstelling in.

Maria’ en haar man en kinderen staan met regelmaat op de kermissen

  • 1761 een Renaut staat met perspectieven op de Kermis van Utrecht
  • 1764 staat Juffrouw Reneaut met perspectieven en wassen beelden in Utrecht.
  • 1772 toont Maria Reneaut in Utrecht enige machines

Nb Slechts zes perspectiefkasten zijn er wereldwijd nog bewaard gebleven. Het gaat hier om een Hollandse uitvinding uit de tweede helft van de 17de eeuw, waarbij de kunstenaar op vier planken een schildering aanbrengt en ze zo aan elkaar past dat er een soort kijkdoos ontstaat

In vrijwel alle kermisgeld registers die ik heb ingezien kwam ik Pieter Magito tegen tegen met zijn grote en of kleine tent. Een paar willekeurige notities uit Leiden staan hieronder. Er zijn er te veel om ze allemaal te plaatsen.

StadsArchief fLeiden

1750, 1751 en 1753  “s-Gravenhage

De meeste  Haegsche ‘appointementen’ lijken erg op elkaar. Ik zal ze dan ook beperkt hier plaatsen

(Haags Gemeentearchief, sd)

Pieter Magito, meester koordedanser, kreeg mei 1750 van ’t Hof van Holland en de Magistraet van “s-Gravenhage toestemming om de de aanstaande Haegsche Kermis zijn exercitiën  tot vermaek van de aanschouwers te mogen vertonen, mist het niet geschiede op zondag

Volgens de advertentie in de 's-Gravenhaagse Courant  van 25-05-1750 was er meer te zien dan vermeld in het appointement. Pieter had van alles in huis om het publiek te vermaken. Deze advertentie kondigt naast de koorddansvoorstelling, ook toneel aan ‘Commedia dell' arte’

Werd aen één ieder bekend gemaekt, dat de groote Troop KOORDEDANSSERS, SPRINGERS en VOLTISEERDERS, &co. van P. www.delpher.nl MAGITO, niet langer als vyf dagen ,te weetén van morgen, zynde Dingsdag, tot aenstaende Saturdag den 30 May 1750' zullen speelen. Het Spel zal van een Niéuwe PANTOMINE genaemd Arlequin en Colombina, gevangen op de Franse Kust, gevolgt worden.

Arlequin is een personage uit de commedia dell'arte, een Italiaanse vorm van volkstoneel. De harlekijn was een voorloper van de hedendaagse clown. De komische harlekijn wordt in Nederland ook paljas genoemd, maar er zijn ook tragische harlekijnen.

In de commedia dell'arte is Harlekijn een acrobatische, ondeugende jonge man, een van de zanni (dienaars). Hij draagt een veelkleurig kostuum met ruitpatroon en een hoed. Hij verbergt zijn gezicht achter een zwart halfmasker. Ook draagt hij altijd een stok, de batocchio, als een zwaard aan zijn riem. Deze stok wordt hem regelmatig afgenomen om hem mee af te ranselen – de oorsprong van "slapstick".

Arlequin is verliefd op Colombina, die ook vaak een kostuum met ruitpatroon aan heeft, maar zich meestal weinig van hem aantrekt. Harlekijn kan onzichtbaar zijn voor andere personages. Wel kan hij interactie hebben met het publiek; hij geeft bijvoorbeeld satirisch commentaar op de gebeurtenissen op het toneel.

Commedia dell'arte voorstelling van de personages van Harlekijn en Colombine uit de Italiaanse komedie. Anoniem schilderij uit de 18e eeuw. Bibliotheek en Museo Teatrale del Burcardo Rome

"Commedia dell'Arte" is een theatergenre, ontstaan in Italië irond 1550. Het verspreidde zich over Europa en werd getoond tot het midden van de achttiende eeuw. De oorsprong de Commedia dell'Arte  is dus middeleeuwse oorsprong en gaat terug tot de tijd dat narren en acrobaten het publiek vermaakten tijdens festiviteiten en carnaval. Deze narren hadden er tegen het einde van de zestiende eeuw een echt beroep van gemaakt; zij werden verwelkomd in de nieuwe betaalde theaters. Voorstellingen van de "Commedia dell'Arte" onderscheidden zich door de bijzonderheid dat ze geen script volgden, maar schetsen of scenario's, die de richtlijnen volgden van elk personage, dat gebruik maakte van zijn repertoire van frases en geïmproviseerde uitspraken. Een ander kenmerk was het gebruik van maskers. Deze maskers worden tijdens het  carnaval van Venetië nog steeds gedragen.


Dankzij Janus- Janus zoon is er een beschrijving door een tijdgenoot  van hoe Pieters Arlequin er uit zag

Artificiële intelligentie vertaalde in tien pogingen dit naar deze plaatjes. Voorlopig kan A.I. nog niet tippen aan gezond boerenverstand.

Pieter stond vele malen in Den Haag, vaak in gezelschap van Alexis, Paulus Alexis en uit eindelijk ook met de jongere generaties Johannes en Philippe; sommigen met een wat mishandelde en in eerste instantie niet te herkennen naam

(Haags Gemeentearchief, sd)


Johannes Mallespincie die in 1779 toestemming kreeg om de Haegse Kermis te staan, was natuurlijk Johannes de Mal Espina, de kleinzoon van Johannes en Huybertje Magito uit Rotterdam; zoon van hun oudste kind Johanna.

Philippe zou Thomans zoon kunnen zijn. Die na zijn tijd bij de VOC ook het familie bedrijf inging.
Hij laat met zijn kompanen een vet kind zien, wilde kinderen en een kostbaar uurwerk


Amsterdamse Courant 17-10-1750

Ziek personeel; voorstelling uitgesteld tot nader orde

Pieter Magito, verzoekt aen alle Heeren, Dames en curieuse Liefhebbers vriendelyk excus, als dat op heeden avond niet in staet
om volgens uytgegeven Biljetten te kunnen Spaelen , doordien de Vuurwerker onpaslyk is geworden : Hy zal door nadere biljetten de
dag te vooren Bekend maken , wanneer men het groote Vuurwerk en een nieuwe Pantomine zal vertoonen. '

Kruitmeester_met_vuurwerk,_RP-P-OB-21.404 CC0

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Kruitmeester_met_vuurwerk,_RP-P-OB-21.404.jpg#/media/File:Kruitmeester_met_vuurwerk,_RP-P-OB-21.404.jpg


Amsterdamse Courant 11-10-1753 

Werd bekent gemaekt, dat Sr. P. Magito met zyn vermaerde Troup ,de eer zal hebben van de generaele Exercitie van ce 2 , week voor het laetste te doen. NB. Op heeden dezen dag zal de Weddenschap door gaen van èenige Lief hebbers gedaetig tegens Romano en de Broeder van den Turk, op ’t Yzerdraed, en zal van alle Aenfchouwers geoordeeld worden wie ’t beste'is

1753px-HUA-32567-De_Groote_Turk_op_de_kermis_te_Utrecht  ingekleurd Publiek Domein
(Het Utrechts Archief, sd)


Amsterdamse Courant 13-10-1753

P. MAGITO maekt bekent, dat van daeg voor de laetstemael de volle EXERCITIE zal geschieden , ’t welk nooit diergelijke is vertoond.
NB. Gemelde P. MAGITO verzoekt aen alle die op zyn Persoon of desselfs Troup iets mogt te pretendeeren hebben
aen hem te adresseeren

Wat is hier aan de hand?
Pieter vraagt nu om een ieder die nog niet betaald is, zich bij hem te melden.


Amsterdamse Courant 16-11-1754 

Tot Oost-Saendam,zal Sr.Magito, op zondag den 17 Novemb.,’s namiddags ten 3,en ’s avonds ten half 9 uuren, voor d’eerste '
mael,ayne groote Troup,hunne Exercitiën vertoonen; waer van nooit weerga is gezien,tot verwondering van d’aenschouwer*
zal over 6 paerden en 20 man gesprongen werden. De vertoonplaets is op de Burg,en zal niet langer als een week speelen.

Pieter Magito was in 1752 langere tijd op bezoek geweest bij zijn vader Philippe in Parijs en het kan niet anders dat dat hij ook de Foire Saint Germain bezocht die om de hoek lag. Waarschijnlijk heeft hij daar ook opgetreden, gezien de duur van zijn verblijf. Op meerdere documenten uit die tijd staat vermeld dat Pieter zich bezig hield met paarden en blijkbaar heeft hij daarna deze act toegevoegd aan zijn voorstelling


Amsterdamse Courant 25-09-1755

Men adverteerd by dezen dat PIETER MAGITO met een Troup Nieuwe Konstenaers, die nooit hier te Lande zyn geweest,
gedurende de Kermis hunne Exercitiën zuilen doen van Koordedanssen, Springen en Voltigeere; benevens den alom vermaerde
Engesche Meester die zyne Equilibres doet in Turkse Klederen , op een Yzere Koort ter dikte van een Phioolsnaer, op dezelve wyze
als bevoorens door den Turk Carata is gedaen :Zy zullen gedurende de Kermis continueeren met een Springers Ballet dat door al de Springers volbragt werd, en zij so hebben mogen vertoonen voor zyn Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Oranje op de gepasseerde Utregse Kermis ,en dat ook een nieuwe inventie of uitvinding. van dezelve Meester is


Amsterdamse Courant 13 05-1756 en de Oprechte Haerlemse courant 15-5-1756

  Word aan een yder bekend gemaakt, dat de vermaarde Sieur P. MAGITO, uyt Parys in ' s Hage is gearriveerd met een weergalooze
en gerenomeerde grooteTROUP Konstenaers,befstaanden in KOORDENDANSERS,SPRINGERS, VOLTIGEERDERS, POSTUUR-
MAAKERS &c.. die geduurend de Kermis hunne Exercitiën zullen vertoonen tot verwondering van de Aanschouwers, op net Tournooy-Veld in de eerste en grootste Tent, daar de Vyf Zinnen voor geschilderd staan.

 

Eerder kwam het idee niet bij mij op maar de P zou net zo goed kunnen staan voor Philippe Magito die tussen de Foire Saint German en de Foire Saint Laurent in Parijs, in Nederland op tournee is. Ik zou dan wel verwacht hebben dat hij zijn voornaam voluit zou gebruiken, maar waarom zou Pieter ,waarvan in Nederland bekend was dat hij uit 's Haage kwam, nu adverteren dat hij uit Parijs kwam? Hij zal toch niet van februari 1752 tot 1756 in Parijs zijn blijven plakken? Bovendien had hij de twee kinderen Bastaron als stagiaires aangenomen voor een opleiding in 's Haage. Iets om over na te denken. In september 1755 was hij volgens de advertentie er boven in Nederland. 


Amsterdamse courant 19-09-1761

Monsr. P. Magito , maakt bekend , dat den Alom Beroemde Sr- Renault, Machinist , geduurende de Kermis, zal vertoonen Perspectieve Gezigten, van de voornaamste Europesche en andere Steeden : Zee-Gevegten met de daar by behoorende Kanonnades.  Een Onweer op Zeeën allerléye andere Wonderbaarlyke Gezigten en Vertooningen.
N.B.Den Mr. beloofd een 
Praemie van 100 Ducaaten , indien 'er Fraayer is te zien geweest. De Vertoonplaats is op de Bootermarkt naast de Waag.

Dit kan haast niet anders of deze Reneaut is familie van Maria de Marode, huijsvrouw van Jacobus Reneaut en Pieters levens[partner . De Koorddanser Jacobus Reneaut is volgens een 'Waarbrief ' van april 1761 al overleden. Het Vergulde Zwijnshoofd aan het Rietveld in Delft werd verkocht aan de weduwe Reneaut. Jacobus en Maria hadden een zoon Carel en het is goed mogelijk dat hij de machinist was in deze voorstelling

Rotterdam

In 1760, 1761, 1764 en 1766 waren de Magito's goed vertegenwoordigd in Rotterdam. In 1762, 1763 en 1765 was er geen kermis in mijn stad.

1760 en 1761


1760 en 1761
Pieter komt met koorddansers en springers naar Rotterdam en betaalde f 80,-. 

 

Zijn oudere broer Alexander laat de Vier Kroonen zien

In 1761 is Reneaut aanwezig met een perspectiefkast.

1764 en 1766


In 1764 staat Pieter met koorddansers en springers in Rotterdam en betaalde f 80,-.

Voor een bewegend schilderij moest hij F6 betalen.

In 1766 betaalde hij weer f 80 voor Koorddansers.

In 1765 geen Kermis in Rotterdam


De Nieuwe Courant 18-05-1906

Th Morren schreef in 1906 een feuilleton over de Haase kermis hij schreef daarin ook over het Paardenspel
In de zestigerjaren van de achttiende eeuw werd een andere attractie belangrijker op de kermis: de paardenspellen. Het eerste paardenspel was in 1766 te zien in Amsterdam in 1766. Daarmee werd ook de ronde circustent geïntroduceerd, waar om de piste heen, zitbanken geplaatst waren voor de  „fatsoenlijke” lieden die daarvoor een daalder de persoon betaalden. Daarachter was er staanplaats voor de burgerlui en het gewone volk die daarvoor twaalf stuivers moesten neerleggen.
Op de kermis in 1768 kwamen meer Engelsche en Fransche pikeurs, waaronder James Baates, die wonderen op ’t paard verrichten.

Zie hier hoe deez' paarde-rijders springen, Jan de Lange, Publiekdomein, (Rijksmuseum, sd)

Over Pieter Magito schreef hij:
Eenige jaren later verscheen de troep van "Masiton" die nog meer opzien baarde, daar hij bij zijn komst ter kermis steeds met groote staatsie zijn intocht deed.
Vanaf die tijd werd op de kermis het paardenspel de belangrijkste vertoning en nam de plaats in die het koorddansspel eeuwenlang had gehad.


Amsterdamse courant 25-09-1770

Op basis van wat bekend is over de Magito kleding, met A I gemaakte afbeelding

Pieter Magito en  Laurent Spinacuta bundelen hun krachten. Hieronder een appointement voor de Haegse Kermis in mei 1770 met het zelfde programma als waarvoor zij later dat jaar in Amsterdam adverteren

(Haags Gemeentearchief, sd)

 

Sieurs PIETRO MAGITO cn SPINACUTA, met hunne Nieuwe Troup Konstenaeren in 't Koordedansen,Springen, Voltigeeren, &c, nevens
Vuurwerken en Pantomimes,doen het pubiiek adverteren dat zy gedurende de Amsterdamsche  Kermis de eere zullen hebben hunne differente Exercitién te vertoonen , in de Nieuwe Tent, welke Sieur Spinacuta voor het gemak van het publiek heeft doen bouwen,gelyk zulks reed» in de
Haagsche Courant, in 't begin van May is geadverteerd.

 

Onderaan het appointement staat Kabinel, die koorddansers en pantomime laat zien. Vermoedelijk gaat het om Claudio Franciscus Cabanel, getrouwd met Anna Magito, de in 1735 in Leiden geboren dochter van Noël / Natalis Magito en Marie Francisca Samson.

Oprechte Groninger courant 28-09-1770

PIETER MAGITO zal alle avonden om half agt aan de Liefhebber, zyne Konsten vertoonen . bestaande in het danssen op
de Koord en Luchtsprongen te maaken; zullende gevolgt worden van een Vuurwerk en een Illuminatie De Vertooning zal
zyn ten Huize van M School op de Laan : de eerste plaan is l gl. ; de 2dé plaats 80fl. ; de 3de 6 ft ; de staande 4 ft

 

Pieter reisde het hele land door en blijkbaar zijn er in de 18 e eeuw, niet alleen huiskamerconcerten geweest maar ook huiskamer koorddans- en springers voorstellingen ; met vuurwerk!


Rotterdamse Courant 01-09-1772

Laurent Spinacuta and two dancing monkeys, Artist Poisson, Michel, the Fitzwilliam Museum P_5678_R CC-BY NC-ND

 

 

 

 

Monsr. P.MAGITO en Monsr.SPINACUTA , maken by deze bekend , dat zy ("voor deze Kermis) expres van Parys hebbes laten komen een extra groote tronp KOORDEDANSERS, SPRINGERS e» VOLTfGEERDERS, en zullen alle dagen veranderen zowel van Exercitie
als van Pantomieme &tc  De Vertoonplaats is op de Magere Varkemarkt, by de Binnewegsche Poort, te Rotterdam..
Monfr. SPINAGÖUTA ,Koopman , zal gedurende de Kermis laten zien, eene groots Menagerie van levendige GEDIERTENS. NB Dezelve koopt en verkoopt ook alle soorten van Gedierlen, De Vertoonpaats is naast de Tent genaanmt de Vier Kroonen, by de 'Binnewegsche poort te Rotterdam

Laurent Spinacuta was niet alleen koorddanser . Wanneer je In 1775 Laurent Spinacuta's Grande Menagerie had bezocht op de op de jaarlijkse winterkermis in Parijs, de Foire Saint German, dan was je daar  twee tijgers, verschillende soorten apen, een gordeldier, een ocelot en een condor tegen  gekomen; in totaal tweeënveertig levende dieren. In Elephant Slaves en Pampered Parrots legt Louise E. Robbins uit dat exotische dieren van over de hele wereld veel voorkwamen in het achttiende-eeuwse Parijs. In de straten van de stad konden bewoners en bezoekers optredende olifanten en een vechtende ijsbeer observeren. Wie op zoek was naar ongewone huisdieren kon er papegaaien, vliegende eekhoorns en kapucijnaapjes kopen.



Deze afbeelding toont links de Binnenwegsebrug en de Coolvest en rechts de Schiedamsevest. In het midden het Van Hogendorpsplein met Museum Boymans , nu het Schielandhuis. Daarvoor een open ruimte waar  de Magere varkensmarkt gehouden zal zijn en waar Pieter Magito en Spinacuta hun koorddansers, acrobaten en pantomimespelers op hebben laten treden  


Amsterdamse courant, 17-12-1772

Pieter zet een tent in de verkoop



Uit de hand te koop, de tent van den beroemde Pieter Magito, welke op de Kermis alhier is gebruikt, en zedert eenige jaren aan een vreemde Troep in den Haag is verhuurd geweest, lang circa 100, breed 36 en hoog 18 voeten, 't Dak na advenand, alles Amsterd. Voeten, zonder in onder of overmaat gehouden te zijn, Liggende aan den Mole van den Hr Ryke, genaamt De Valk buiten de Utregsse Poort. Te bevragen biy den Makelaar Jan Kwikx, op de Colveniers Burgwal, by de Raamgragt te Amsterdam

Utrechtse Poort te Amsterdam Vinkeles, Abraham, (1790-1864), Desguerrois
(Stadsarchief, Amsterdam,, sd), CC0


 Gazette van Gend july 1774

La kermesse à Middelbourg ,  H. Havard, 1881NL- (zeeuwsArchief, sd), Historisch-Topografische Atlas Middelburg (HTAM), nr 51

Sieur Ficher maekt bekend dat hy gedurende Kermisse  van Middelburg die beginnen den 22 July 1774 dagelijks vertonen Engelschen Pantomimen met nieuwe gevarieerde Decoratiën alsmede eenige voornaeme Comedien door een Troupe die in verscheyde Landen de zelve met veel genoegen vertoont hebben Op de gemelde Kermis zal zig ook bevinden den vermaerden Magito met eene Troupe Koorde Danfers ende Springers


Amsterdamse Courant 21-09-1776

Aan alle Heeren, Dames en Liefhebbers wordt geadverteerd, dat Sr P Magito en Sr L Spinaculata, de eer zullen hebben op Maandag den 23sten September het  Toneel te openen met hunne gerenomeerde Troep Koorddansers, Springers en Voltigeerders, waaronder zich bevind een Venetiaansche Juffrouw, welke veele nieuwen en buitengewoone konsten op het Koord zal doenHet spectakel zal gesloten worden met de .... Quineese Schaduwe, waarmede zy denken alle Liefhebbers waar genoegen te geven, de wel het nog van niemand in zulk een Smaak is vertoond

Jean Louis Forain Public Domain Media f2c3a3
http://commons.wikimedia.org/


 Mei 1779 is Pieter in den Haag, waar hij onder andere vertelde 50 jaar in het vak te zitten. ( Amsterdamsche courant)
De opbrengt van  de voorstelling gaat, "ten profyte van den Armen". naar een goed doel

Amsterdamse Courant woensdag 5 mei en  zaterdag 08-05-1779

Sr. MAGITO, maakt bekend, dat hy, voor zyn eigen rekening . heeft doen komen een ltaliaansche troep, bestaande uit 24 Persoonen voor de Kermis van 's Gravenhage. Daaronder zyn groote Koorddansers, Springers en Voltigeurs : de kleine Venetiaan, de Maltoise, de berugte Napolitaan, de Venetienne en Romyninne, zullen alle op de koord dansen. De
onvergelyklyke eenige en eenigste groote Duivel, zal, volgens de maat, op 't koord dansen met en zonder stok, en toeren doen die niemand hem na kan maken. De weergaloze Romyninne zal op 't yzerdraat dansen en alle verzinlyke toeren en balancerlngen doen; zynde 't geen de Dame doet nooit door een Dame gedaan..Onder de Spingers is de beroemde Springer die de Pluim genaamt is door Zyne Majt. Lodewyk XV om zyne groote ligtheid.

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Pinacoteca_Querini_Stampalia_-_Festa_del_gioved%C3%AC_grasso_in_Piazzetta_-_Gabriele_Bella.jpg#/media/File:Pinacoteca_Querini_Stampalia_-_Festa_del_giovedì_grasso_in_Piazzetta_-_Gabriele_Bella.jpg

  De Vertoonlng zal geëindigd worden door groote Balletten Pantomimes van 6 figuarans en 6 figuranten , en 3  eerste dansers en 2 eerste danseressen van de Hoven van Spanje, Napels en Turin. De 1ste danseres heeft nooit haar weerga gehad op enig Toneel hier te Lande. Sr. MAGITO erkent aan 't publiek dat zins 50 Jaaren dat hy de eer gehad heeft Troepen in Holland te leiden, nog nooit haars gelyke gehad heeft. Men heeft Sr. Magito een weddenschap van 100 Ducaaten voorgesteld, maat dit zou een te beuzelagtige weddenschap wegens een Troep als de zyne weezen Daarom neemt hy aan de gantsche Kermis , ten profyte van den Armen, te arbeiden ,zo eenige Troep verrigt wat de zyne doet. De uitspraak word aan 't publiek gelaaten in zyn Tent over de Nieuwe Doelen

Het Haagse Kermis appointement om in mei 1779 op te mogen treden is wat minder indrukwekkend

Gelijk appointement verleent aan Spinacuta  om gedurende de aanstaande Haagsche Kermis zijn koordedansers Spel te moogen vertoonen mits X

Als meede aan P Magito, om Zijn Koordendanssers Spel te moogen vertoonen, mits X

 

Mits hetzelve niet geschied op Zondag of Heemelvaartsdag


Utrecht op ’t Vreeburg 1786

Bij deze toestemming staat de maat van de Parade van de tent: 30 voet.

De paradetenten die onder andere de Magito’s gebruikten, hadden op de balustrade een "bon annonceur’ staan; op zijn Hollands: een boniseur, een praatjesmaker. De aankondiger en verkoper van de vertoning die met fraaie woorden mensen naar binnen moest lokken met zoiets als: Mesdames et Messieurs, de beste Coorde dansers en springers uit heel Europa staan al op u te wachten. Bij de kassa zijn kaartjes te verkrijgen voor iedere beurs. Kom naar binnen; als de muziek start gaat het beginnen. Komt dat zien, Komt dat zien!

In 1786, ruim dertig jaar na zijn bezoek aan grootvader Philippe in Parijs,  werden in Hoorn voor het eerst hun activiteiten gecombineerd met staaltjes van paardrijkunst en andere acrobatiek in de show van gezamenlijke show door Balp en Magito. Zij betaalden aan de weeshuizen het aanzienlijke bedrag van driehonderd gulden voor hun optreden.


Leydse Courant 01-06-1787

.Word bekend gemaakt, dat alhier zyn aangekomen de Troep vjn KOORDENDANSERS, SPRINGERS en PAARDENRYDERS van den Heer  AT JONES en PIETER MAGITO, hun Toneel zullen zy openen op Morgen, Zaturdag den tweeden Juny; des avonds om balf negen uuren precys

(Erfgoed Leiden en omstreken, sd)



Uit de tent van Pieter Magito, een troupe Coorde Dansers, balanceeren & Paardrijders

2 juni voor 1/3 van ’t inkoomgeld

Per voorstelling werd het aantal bezoekers genoteerd en de recette

Het verhaal gaat dat Pieter Magito waarschijnlijk al meer dan tachtig jaar oud was toen hij een circusprogramma samenstelde. Pieter heeft de show met paarden lang uit gesteld tot het financieel niet langer kon. Hij had geen militaire paardenachtergrond en had niets veel  met paarden; hij was koorddanser en balanceerde op het koord met klompen aan of op Friese doorlopers. In een krantenartikel uit 1788 wordt zijn act omschreven: Hy zal onder andere met twee persoonen aan zyn been gebonden en schaatzen aan, ongelooflyke sprongen, konsten en exercitien executeeren, zyn zoon als paillas (...) op het koord.
Pieter Magito was een kermisartiest en de historie van het Nederlandse circus begint dan ook op de kermis.

Met A I genaakte afbeelding

Utrecht Vreeburg 1788

(Het Utrechts Archief, sd)



Pieter vertoont met permissie een klein juffrouwtje, dat zoals later zal blijken een Italaanse zou zijn; 24 jaar oud en ca 70 cm lang;

Hij betaalde daar f3,- marktgeld voor en ruim F5,- voor de armen



Amsterdamse Courant 01-10-1788

Kermis op de Botermarkt  Farque, I.Q. la, Auteursrechtvrij
 (Stadsarchief Amsterdam, sd) ingekleurd

De oude heer Magito zal't genoegen hebben, in zyn hooge Ouderdom van omtrent 90 Jaaren, deeze laatste Kermisweek, alle avonden de Heeren, Dames en respective Liefhebbers, zyne verwonderingswaardige Equilibres op de Koord te toonen.
Hy zal onder andere met twee Personen arm zyn beenen gebonden en Schaatzen aan ongelooflyke sprongen, konsten en exercitien executeeren, zijn Zoon als Paillas, zal de fraaiste konsten in allerhande comique veranderingen op de Koorden bootsen

insgelyke  zal zyn by hebbende Troup en onder andere de Engelsche Yzerdraad-Danser, 't honorabel publiek vergenoegen met onvergelyke Voltigues. Figuuren en Postuuren.
De Vertoonplaats is naast de Waag;
De Plaatzcn zyn te bespreeken in De Schenk Kan op de Botermarkt.

NB. De Avond-Spellen zullen besloten worden met een allerfraaist Vuurwerk.

 

Pieter en Pieter junior treden samen op. Zoon in de rol van Paljas.

Rijksmuseum - http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.551260  CC0
File:Paljas, RP-P-OB-204.707.jpg
Created: between 1822 and 1849 date

Pieter was in 1788 ‘slechts’ 80 jaar maar stond nog op het koord en deed op schaatsen zijn evenwichtskunsten, met extra ballast, in de vorm van personen aan zijn benen. De schaatsen zijn al bijna niet te geloven maar de personen aan beide benen, betwijfel ik te geloven tenzij het gaat om ondersteuning van deze koorddanser op leeftijd.


Rotterdamse Courant 23-10-1788

Een paar weken nadat Pieter een klein Juffrouwtje loonde in Utrecht zien we de kleine Italiaanse terug in de Kipstraat in Rotterdam. Zij treedt tweemaal per dag op.

Wordt geadverteerd, dat Pieter Magto,  de Eer heeft om te Vertoonen, op de Kipstraat daar het Schildery voorhangt, het Klein Italiaansch JUFFROUWTJE, hebbende de hoogte van 3 voet min een duim en den ouderdom van 25 jaren;
Dezelve is te zien van des middags ten 2 tot des avonds ter 9 uren

 


Twee dagen later staat de volgende advertentie in de krant met wat meer tekst en deze foute kant van Pieter was blijkbaar ook.


Rotterdamse Courant 25-10-1788

PIETER MAGITO adverteerd. dat hy voor den tyd van zes dagen de Eer zal bébben om het Publyk te vertoonen Het KLEIN ITALIAANSCH JUFFROUWTJE, zynde den Ouderdom van 24 Jaren gepasseerd. hebende de groote van drie voet min een duim. De Vertoonplaats is op de Kipstraat, alwaar het Schildery van het Kleine Juffrouwtje  voorhangt.

Gezicht op de melkmarkt in de Kipstraat, ook te zien is de Kipsloot.  vrij van auteursrechten  NL-RtSA_4080_RI-247-1_ingekleurd (Stadsarchief Rotterdam, sd)

En den:
NB. Zoo er Gezelschappen mogten wezen, die haar aan Huis gelieven te zien, hebben maar een uur

van te voren te waarschouwen op de Kipstraat te Rotterdam.


1789 Delft

Gezicht op de Stadsdoelen (links) en Chirurgijnskamer (rechts)
in het voormalige Sint-Maria Magdalenaklooster aan de Verwersdijk te Delft.
(Rijksmuseum, sd) Public Domain_ingekleurd edited

(Stadsarchief Delft, sd)

Op dertig mei 1789 kreeg Pieter toestemming om ‘op de agterplaatsen van de Stads Doelen manegepaarden te vertoonen, mits ten behoeve van de armen betaalen  F63,-

Voor Pieter was dit een’ thuiswedstrijd’.
De Delftse Stads Doelen  stond aan de Verwersdijk ; min of meer om de hoek van het Rietveld waar Pieter woonde..

In juni stond hij met paarden en koorddansers in Leiden

(Erfgoed Leiden en omstreken, sd)

Leiden 08-06-1789

Hiernaast staat wat Pieter af moest dragen per voorstelling. Wanneer de bijdrage gebaseerd was op  gebaseerd op de aantallen bezoekers, heeft er iemand een schrijf of rekenfout gemaakt. De eerste dagen waren er tussen de 230 en316 bezoekers. Mogelijk werden er de eerste dag de meeste bezoekers verwacht en leverde deze ndag ormaal gesproken het meeste op en werd op die dag daarom het hoogste percentage ingehouden.

In totaal betaalde Pieter F120,11.

Pieter had het drukook in 1789; na Leiden volgde Haarlem


Oprechte Haerlemse Courant  27-06-1789

Met permissie van de Ed. Gr Acbtb. Magistraat der Stad Haarlem , word bekend gemaakt, dat alhier gearriveerd is de oude Heer P. MAGITO, met twee geünieerde Troepen, staande onder directie van de Heeren Binnour en Shiriny, welke Troep gedurende deeze Kermis hunne Exsercitien , bestaande in PAARDRYDEN en KOORDEDANSEN , opeen verwonderlyke wyze zullen verrichten, zo als dezelve noch nimmer zyn vertoond geweest. Dezelve zullen tweemaal daags speelen, het eerste 's namiddags om half 4 uur,en het Avondspel om ha!f 9 uur; dit Spel zal precies voor Poortsluiten,uit zyn. Die Plaatsen gelieven te bespreeken, tdreffeere zig aan de voornoemde, vooraan in den Hout, van 's morgens ten 10 tót 's amiddags ten 4 uuren.

Kermis in den Houdt te Haarlem ca 1790  
H v Brussel
 (noord-hollands archief, sd)

Een maand eerder stond Pieter met, waarschijnlijk, dezelfde voostelling op de Kermis van Leiden

(Erfgoed Leiden en omstreken, sd)



Hiernaast staat wat Pieter af moest dragen per voorstelling. Wanneer de bijdrage gebaseerd was op  gebaseerd op de aantallen bezoekers, heeft er iemand een schrijf of rekenfout gemaakt. De eerste dagen waren er tussen de 230 en316 bezoekers. Mogelijk werden er de eerste dag de meeste bezoekers verwacht en leverde deze ndag ormaal gesproken het meeste op en werd op die dag daarom het hoogste percentage ingehouden.

In totaal betaalde Pieter F120,11.


Oprechte Haerlemse Courant 26-06-1790 en 01-07-1790

Men adverteerd, dat de groote Troep KOORDEDANSERS, van PIETER MAGITO,de Eer zal hebben, om aanstaande
Maandag voor 't eerst haare Kunden en Exercitien te vertoonen.
Men adverteerd, dat alhier gearriveerd is den Heer FEECY, met zyne Akademie van kundige geleerde HONDEN en APEN,
zynde Origineel dezelven die gepasseerde Jaar de Eer hebben gehad, het honorabel Publicq te voldoen, en hoopen dit Jaar hetzelve te genieten ;
hy staat in de Tent van P. Magito , buiten de Groote Houtpoort, alwaar het Schildery van de Honden en Apen voorhangt.

NB. Vermits 'er meer zyn die zig statteeren konstige Honden en Apen te hebben, gelieft men wel op de Naam van P. Magito te letten.

Groote Hout Poort Haarlem, Public Domain
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:90._Groote_Hout-Poort_(Haarlem).jpg#/media/File:90._Groote_Hout-Poort_(Haarlem).jpg


Jaarmarkt 1790 Utrecht

 

De tent van Pieter staat weer op het Vreeburg, maar het is niet altijd Pieter die daar in optreedt. In juli 1790 staat de Groote tent van Pieter staat weer op het Vreeburg, maar het is Dupuis die in deze tent zijn voorstelling laat zien

 

Pieter staat op het Vreeburg in een andere tent,  lang 110 voet en breet 24 voet,

En vertoont samen met Arnoldus Bruijning acrobaten en een afsluitend vuurwerk  

(Het Utrechts Archief, sd)


Utrechtse courant, 14-7-1790

De GROOTE TROUP van KOORDEDANSERS, SPRINGERS, en VOLTIGEERDERS, onder directie van de Heer * DUPUIX', zullen de eer hebben om op Woenfdag den14 j‘uly hun Toneel te Openen, en dagelyks verandering van Vetoningen te 'geven/‚ zullende elk Spel, met een groot ITALIAANSCH VUURWERK, ENGELSCHE PANTOMIME of DANS geslooten worden. De Vertoonplaats is op het Vreeburg in de Groote Tent van de Oude PIETER MAGITO.

De tent van Pieter staat weer op het Vreeburg, maar Pieter niet. Op 28 augustus staat zijn tent in Rotterdam op de Nieuwe Markt, maar ook hier is Pieter niet. Gezien het feit dat Pieter en zoon meerdere tenten hadden zegt dat niet alles.


Amsterdamse Courant 14-10-1790

Men adverteerd, dat op Vrydag de 15den october, de Oude Heer Pieter Magito, zynde een-en tachtig Jaaren, voor zijn Beneficie, op de KOORD ZAL KOOMEN TE DANSEN


Uit het Archief van Leiden van 1791 komt de permissie voor  een optreden in de Groote Koorddansers tent van Magito. Pieters laatste optreden in deze stad.

(Erfgoed Leiden en omstreken, sd)

Pieter Magito was de eerste Nederlander die met paarden- en koorddansnummers de kermis bereisde. Voor die paardenshow waren Pieter en Maria in Parijs wezen kijken  Pieter reed geen paard maar trad hij tijdens de show op als Koorddanser. Het paardrijden liet hij onder andere over aan zijn zus



In 1791 staat Pieter in Utrecht met een grote troupe Koorddansers en naast de tent van de oude Magito staan de Twee Carlaas
Uit de advertentie van de voorstellingen van deze show een maand later in Amsterdam blijk dat Pieter er staat met de Koorddansers en dat Pieter junior samen met ene Alpy verantwoordelijk is voor de Carlas.
Vader draagt f 120 af en zoon f 5-5

Het pamflet bevestigd wat de advertentie van Amsterdam al deed vermoeden.
Pieter junior stelt twee adolescenten met albinisme ten toon.
De Twee Carla's:

De welke zullen strekken tot verwondering van alle Liefhebbers der
Natuur en Ontleedkunde, om haar wonderbaare Gedaante en Lighaams-
gestalten; Ten eerste zynde van witte gedaante, dewelke heel glansig is,
met onderscheid dat dezelve niet overeen komt met de Europeanen, men
zou het eerder melk-wit kunnen noemen, haar vel ls bezet met witte
korte hairtjes, haar wenkbraauwen zyn melk-wit, zoo wel als haar
hair, die van kragtige lengte zyn, haar litte van haar oogen verbeeldende
een halve maan, de kleur van haare oogen zyn rood, en geduurig in
beweeging, zyn zwak van gezigt, en kunnen geen zonneligt verdraagen.
en zien beter by nagt als by dag, de ouderdom van den Jongeling is 16
Jaar, en 't Meysje is 18 Jaar, zyn beyde van een mooije Lighaams gestal-
te, zyn heel kloek in haar zwemmen, men vintze aangetekend by ver-
scheide Natuurkunde, als by de heer Buefon, en meer anderen, de heer
Alpy heeft ze met groot gevaar in Europa gebragt, en naar de Amterdamse Kermis zyn zy gedistineerd voor de Keyzerin van Rusland.

(Het Utrechts Archief, sd)

Pieter Magito was de eerste Nederlander die met paarden- en koorddansnummers de kermis bereisde. Voor die paardenshow waren Pieter en Maria in Parijs wezen kijken  Pieter reed geen paard maar trad hij op als Koorddanser. Het paardrijden liet hij onder andere over aan zin zus Theresia.

Er zijn fraaie aanplakbiljetten uit die tijd bewaard gebleven


Met Permissie en soms zonder dat

Pieter Magito had het druk met schrijven van requesten om op te kunnen treden op Kermissen
Soms werd hij daarom in de maling genomen

AL WEER EEN REQUEST! in alle onderdanigheid, en niet wy verwagten dat je onze zin doet.

  • Van wie? van MAGITO en SPINACUTA, gepreviligeerde Koordedansers, Springers en Voltigeerders, van Zyne Allerchristlelykste Majesteit Lodewyk den XVI.
  • Aan wie? aan aile Magistraten van Steden daar dit jaar nog Kermis zal gehouden worden.

NB Het Request is een weergalooze blyk van de bekwaamheid der Suplianten in het Springen, en is alom te bekomen à 6ft. Te Rotterdam by DIRK VIS, Bockverkoper op de Noord-Blaak by de Beurs, zyn in de Derde Classe der 69ste GENERALITEITS-LOTERYE,
Heelen en Gedeeltens van Lotren in Huur te bekoomen, een Heel Lot f: 12-, Half 6, Quart f :3-, Agste f:1-10-, en een Zestiende Lot f:-15-

Google books

Alweer een Request werd uitgegeven in 1782 en is in e-book beschikbaar

Abraham Jacobus Servaas van Rooijen heeft over het request weer het volgende geschreven:

.
‘Meen echter niet, dat onze geprivilegieerde koordedansers, enz. in waarheid zelf aan het woord zijn. Het request, zoowel als de namen der opstellers, zijn gefingeerd. Een behendig pamflettist uit die dagen verschuilt zich achter hun masker, en gebruikt dit mom om zijne geestige pijlen op den patriotschen toestand en op de gehate ‘keezen’ te richten.

Het valt zelfs te betwijfelen of de heeren Magito en Spinacuta wel ooit kennis hebben gekregen van het feit, en als zij het vernomen hebben, dan zullen zij er eene aardige reclame in hebben gezien voor hunne evolutiën op het koord, en voor wat zij meer kunstigs presteerden.

Servaas van Rooijen was onder andere gemeentearchivaris van Den Haag en directeur van het Gemeentelijkmuseum van die stad



In dit stuk uit 1892 staat een, voor Pieters nakomelingen, interessante opmerking van Servaas van Rooijen (1839-1925), geen tijdsgenoot, over de voorouders:

Sieurs Pieter Magito en Giovanna Spinacuta, geadmitteerde en geprivilegieerde koordedansers, springers, postuurmakers en voltigeerders, waren de getrouwe kermisgasten van voor een eeuw geleden.

De eerste, bijna 80 jaar oud, en in de kunst grijs geworden, wist echter nog, ‘in navolging van zijne in vlugheid, in kunsten en lichamelijke exercitiën beroemde voorvaderen, regeerders, burgers en inwoners der republiek, - Prins Willem V was Gelderland ingegaan,  te diverteeren, met zijne ‘verwonderlijke kunsten en halsbreekende habileteiten.’

‘Alweer een request is een publicatie’ waarin Pieter belachelijk wordt gemaakt. Dat lijkt mij voor Servaas van Rooijen geen reden  om over Pieters voorvaderen iets anders te melden dan de waarheid.

NB in het request wordt John Adams genoemd. John Adams (1735 -1826) was een Amerikaans politicus van de Federalistische Partij. Hij was de 2e president van de Verenigde Staten van 1797 tot 1801. Adams, een advocaat van beroep, was als lid van het Continental Congress een van de belangrijkste figuren bij het opstellen en opmaken van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. Als topdiplomaat was hij de eerste Amerikaanse ambassadeur naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden van 1782 tot 1788.

uitmonding van de Minstroom in de stadsbuitengracht op de stadswal te Utrecht uit het oosten, met links de zijgevel Het  Wapen van Bemmel , 30857, Versteegh, 1760,
 (Het Utrechts Archief, sd)Publiek Domein 1.0ingekleurd




Pieter Magito had in 1756  op willen treden met zijn groep ‘Coordedansers, Springers, Voltiseerders etc’ op de jaarmarkt van Utrecht.

Op zijn verzoek werd op 5 juli 1756 ‘afwijzend beschikt’,  ‘Comedies, dansers en andere Gode onwelgevallige spelen’ dienden binnen de stadsgrenzen niet toegelaten te worden’.

 

Twee jaar eerder was er in Breukelen een vergelijkbare situatie geweest. Gedeputeerde Staten concludeerde in eerste instantie daarop dat de kermisexploitant de  Maarschalk van het Kwartier ’om permissie om op te mogen treden had moeten vragen. Na  een daaropvolgend bezwaar van de Ambstheer van Breukelen moesten de koorddansers in 1754 uiteindelijk hun optredens staken. Het zou kunnen dat het ook in 1754 ging om een request van Pieter Magito.

Pieter kende in ieder geval het advies en vroeg dan ook in 1756 aan Justus Ormera,
de  Maarschalk van het Kwartier’ om permissie om op te moge treden op het gebied van de Bilt. En die toestemming kreeg Pieter. Hierop liet Pieter zoals gebruikelijk aankondigingen van zijn optredens drukken en hij liet deze uitvoerige aankondiging, overal in de stad rondbrengen en aanplakken. Op de aankondiging stond dat ‘Met behoorlijk Consent’Sr P. Magito bekend maakte, dat hij en zijn koorddanserstroep, te beginnen op 17 juli 1756, voorstellingen zouden geven in een tent naast de herberg ‘De Minstroom’ vallend onder de jurisdictie van De Bilt.

De aankondiging bevatte in grote lijnen de inhoud van zijn programma en de entreeprijzen voor volwassenen, kinderen en minvermogenden. Voor wie met een koets kwam werd uitgelegd welke route gevolgd moest worden en waar de koets geparkeerd kon worden.

De Ambachtsheer Johan Hendrik van Ewijck, echter was not amused want die voelde zich gepasseerd. Van hem kreeg Pieter alsnog op 5 juli een afwijzing  en hij werd verwezen naar het Hof te Utrecht waar de Ambachtsheer bezwaar had aangetekend, net zoals zijn ambtsgenoot uit Breukelen in 1754 had gedaan, vanwege het feit dat  Sr Magito op zijn rechtsgebied is neergestreken zonder zijn toestemming. Zo schrijft hij:

‘Is het den suppliant egter te vorengekomen, dat sekere P. Magito met sijn groote troup koortdansers en andere dito soort van volk sig niet alleen heeft durven verstouten om buiten Abstede onder het Ambagt van De Bilt tot het vertonen van koordansen en andere spellen een tente op te slaan, maer ook aldaer actuelijk als koordansers te ageeren, als blijkt ex annexis, *) en dat alles sonder kennisse of voorweeten van den suppliant in sijn qualite, veel min dat sulks soude hebben geaccordeerd of gepermitteerd...".

 De Ambtsheer vraagt dan aan het Hof

‘aen wien de dagelijkse politie ten plattelande is gedemandeerd," aan Magito te verbieden, op straffe van een door het Hof te bepalen boete, om zijn voorstellingen te geven zonder permissie van hem als ambachtsheer van De Bilt en Oostbroek’.

In 1756 eindigde het juridisch steekspel met een verbod, met dwangsom, om op te treden ‘Op seekere groote poene en geldboete bij ons te bepalen’.

  • Het werd Pieter Magito, die inderdaad inmiddels zijn tenten op Bilts grondgebied had opgeslagen om daar voorstellingen te geven', verboden om plakkaten aan te (laten) plakken.
  • Het boekverkopersgilde werd  verboden ‘Biljetten van Notificatie weegens publicque vertoningen van Coordendansers, Commedien en andere Speelen hoe genaamdt, dewelcke buijten de Jurisdictie van deeze Stad jegenswoordig of in 't vervolg mogten werden gehouden, te drukken of uijt te geven, op een poenaliteijt (boete)van vijftig gulden ten behoeve van dezer Stads Aalmoeseniers Kamer’.
  • Ook de stadsaanplakker en de portiers van de stadspoorten zouden gestraft worden wanneer zij dergelijke biljetten in de stad, in de stadsvrijheid of aan de poorten zouden aanplakken of doen aanplakken.

* ex annexis, : zie bijlage; de annonce van Pieter

Damsté, de Utrechtse onderzoeker en schrijver van dit artikel merkt , samengevat, op:

Voor wat de situatie in 1756 , de afwijzende beschikking, betreft, lijkt het op zijn minst aanvechtbaar of het mogen beslissen over het al of niet optreden van een koorddanserstroep behoorde tot de competentie van de ambachtsheer. Waarschijnlijk had men voor zo'n voorstelling op het platteland volgens het geschreven recht in die dagen helemaal geen vergunning nodig. Het bewaren van orde en rust was aan de maarschalk van het quartier of aan de plaatselijke schout ; niet aan de Ambachtsheer.

De gewraakte annonce is tijdens het onderzoek van 1967 helaas verloren gegaan.

Over Oudbetovergrootvader Pieter schrijft hij:

Dat we Magito niet moeten beschouwen als zo maar een kermisklant zoals er dertien in een dozijn gaan, laat zich al begrijpen uit zijn welverzorgde en indrukwekkende annonce. Als aanbeveling en met gerechtvaardigde trots deelt hij daarin mee, dat hij op 19 mei in Den Haag niemand minder dan de Prins Erfstadhouder onder zijn publiek had mogen tellen, dat was de toen 8-jarige, latere stadhouder Willem V. Maar er zijn nog meer gegevens om ons van Magito en zijn werk een beeld te kunnen vormen.

De gravure van Jelgerhuis uit het jaar 1790, voorstellende Sr Pieter Magito op ver gevorderde leeftijd wordt vervolgens aangehaald en het rijmpje wat er onderstaat.

Omdat ondanks herhaald zoeken in de Haagse doop-, trouw- en begraafboeken niets van Pieter gevonden, wordt min of meer de conclusie getrokken dat Magito een artiestennaam is die blijkbaar door meerdere familieleden werd gevoerd. Op basis wat er in de appointementen van de Haagse Magistraat werd genoteerd en bewaard is gebleven concludeert de schrijver dat niet ieder lid van de Magito clan even getalenteerd leek, maar dat Pieter Magito een rasechte artiest is geweest, die tussen 1750 en 1770 ieder jaar met vergunning optrad op het Tournooiveld in Den Haag; als koorddanser, met zijn springers en voltigeerders, met zijn marionettenspel of met zijn, ‘theater van perspectieven’.

Vermeld wordt dat aangenomen mag worden dat Pieter tot op hoge leeftijd opgetreden heeft als koorddanser en dat zijn request voor de kermis van 1792 niet meer bedoeld was om zelf op te kunnen treden maar om, verschillende bezienswaardigheden te mogen tonen.

Gemeentelijke herindeling 1933

Pieters besluit zijn tenten neer te zetten bij de Bilt werkt nog lang door. Bij een gemeentelijke herindeling in 1933 lijkt het plaatsen van Pieters tenten in 1756 een doorslaggevend argument op te leveren bij een discussie over een gemeentelijke herindeling. In maart 2001 verscheen hierover een artikel in ‘De Biltse Grift”(Haan-Beerends, 2001) een blad van de ‘Historische Kring D’Oude School’.

Enkele punten uit dit artikel:

De reden die Gedeputeerde Staten in 1933 opgaven waarom deze grenswijziging nodig zou zijn doet lachwekkend aan:

‘Voor eene gemeente als Utrecht is het dringend noodig te voorkomen, dat aan haar rand inrichtingen van vermaak, als circussen en lunaparken worden opgesteld, welke zij meent binnen hare grenzen niet te mogen toelaten, doch die dan niettemin even over haar grens verschijnen en door Utrechtsche ingezetenen worden bezocht. Deze ongewenschte toestand is alleen te vermijden door dergelijke onmiddellijk aangrenzende gebiedsdelen van andere gemeenten bij Utrecht te voegen.’

Burgemeester en wethouders stuurden op 11 september een concept naar de raad. De discussie duurde niet al te lang. Het leidde tot een gehele annexatie van De Bilt en Bilthoven. De ARP lid merkte wel op dat Gedeputeerde Staten geen hulde kon brengen betreffende het motief van de voorgestelde grenswijziging. Hij achtte het naïef en gezocht, dat een circustent of lunapark als argument werd aangevoerd. Zo lang de gemeente bestond had slechts éénmaal een circustent in dat gebied gestaan!

Rechts de toren op het St. Servaashek, op de achtergrond het bastion Manenburg.
Links de uitmonding van de Minstroom in de stadsbuitengracht,.
(Het Utrechts Archief, sd)Publiek Domein 1.0

n 1756 golden er dus blijkbaar strenge normen en waarden in Utrecht. En volgens Gedeputeerde Staten was dat dus kennelijk in 1933 nog het geval, iets wat door de gemeente Utrecht werd tegengesproken.


Optreden in de Zuidelijke Nederlanden en daarbuiten

 

Dankzij de uitzending van 'Who Do You Think You Are ' weten we dat Mynheer Magito ook in Newcastle heeft opgetreden als een van de belangrijke gasten van Mr Hallam’s company of Performers. Eveneens aanwezig was koorddanser Jean Brilla

Dit optreden moet geweest zijn voor 1752 want in dat jaar emigreerde Mr Hallam naar Amerika. In de uitzending werd direct een link gelegd met Pieter Magito. Ik denk ten onrechte.




Mynheer Magito trad op met een andere top koorddanser uit Parijs en wel met Jean Brilla, die in die jaren net als Philippe, lid was van de ‘Troupe étrangers des Danseurs de corde , Sauteur et Voltigeur’ van Restier .

 

screenshot 'Who Do You Think You Are ' 

Philippe en Jean traden samen op in het Théâtre du Coffy in Brussel. In de Dictionnaire des Danseurs staat dat Philppe in ca 1741 in Engeland was en bij Jean Brilla staat vermeld, dat deze in juli 1742 samen met zijn vrouw en hun drie jarige zoon optrad in Londen. Wanneer je de advertentie goed bekijkt zie je dat de show in Newcastle eerder te zien was in Londen.

Ik ga ervanuit dat Philippe, de Mynheer Magito, van de affiche was



In februari 1752 gaan Pieter Magito en zijn levenspartner Maria de Marode op bezoek bij Pieters vader, Philippe, in Parijs. Zij logeren in de buurt van Saint Germain, in de Rue des Quatre Vents een straat die naar de Foire leidde..

Labordus





Op 16 februari zijn Pieter en Maria aanwezig in de Saint André des Arts en worden de peetouders van Marie,  de dochter van Tomaso en Camille Palatini, een vriend en collega van Pieter.

Nb De oudste zoon van Palatini werd een paar jaar eerder in Rotterdam gedoopt.

Dat Maria de Marode eveneens op het document staat, maakt dat er geen twijfel hoeft te zijn of we wel de juiste Pierre Magito hebben

 

April 1752  zijn Pieter en Maria nog steeds in Parijs en Pieter vergezeld Tomaso naar een voogdijbijeenkomst bij de notaris, ten behoeve van een gemeenschappelijke vriend. Pieter zit om de tafel met onder andere een pruikenhandelaar, de directeur van de briefpost, een pensionado van het huis van de Koning, een meester slotenmaker en een muzikant. Op het document van de notaris en in het doopboek staat een opmerking over handelen in paarden achter Pieters naam.

Maria staat hier niet vermeld, maar het gaat om een bijeenkomst binnen een paar maanden na de doop van een kind van Tomasa Palatini en deze Tomasa staat eveneens op het document. We hebben het ook hier over de juiste Pierre Magito.

National ArchivesFrance

In deze acte staat dat Pieter verblijft in de Rue des Quatre Vents.  Tenzij Philippe heel klein behuisd was ,zou je aan moeten nemen dat dit het tijdelijke adres was van Philippe . Philippe  woont in 1753 in de rue de l'Arbre-Sec, op de andere  Seine oever. vlak bij het Louvre. Het kwam regelmatig voor dat artiesten tijdelijk naar de Foire verhuisden. Deze Foire startte in februari en duurde meestal tot Palmpasen. Blijkbaar waren Pieter en Marie voor de Foire de Saint Germain naar Parijs  gekomen.
Pieter zal deze periode vast niet besteed hebben aan vakantie vieren. Wellicht stond hij zelfs met een voorstelling op de Foire Saint Germain en was hij zich daarnaast aan het oriënteren op een aanpassing van de show  en overwoog hij om paarden toe te gaan voegen, gezien de opmerkingen over handel in Paarden.

NB Hendrika Britting uit Franeker, een nakomelinge van Alexis Alexius Magito, trouwde met de tweede Palatini zoon, de jongere broer van het meisje dat tijdens het verblijf van Pieter en Maria gedoopt werd. Bij de doop van deze Palatini zoon waren Thomas en (Johanna) Adriana Magito de peter en meter. Deze Adriana zal de dochter van Johannes en Huybertje Magito uit Rotterdam zijn geweest


 In1756-1757 gaf Pieter ,of een andere Magito ( Philippe, Alexis) voorstellingen in Antwerpen.

Bram van Oostvelts schrijft  in The Theatre de la Monnaie and Theatre Life in the 18th Century Austrian Netherlands over deze Magito:

Magito was een Italiaanse koorddanser en acrobaat. Waarschijnlijk was hij de leider van een Commedia dell' Arte groep die

  • 3 voorstellingen gaf in Antwerpen in 1756 (27 januari, 29 en 31 oktober)
  • 7 voorstellingen van 10 tot 27 november 1757.

Deze nogal populaire voorstellingen werden opgevoerd in het kleine the-
atre op de Grote Markt, beheerd door de kapelaans die het Tapijthuis bemande.. Het was eigenlijk een kamer van het oude Schuttersgilde op de Grande Place waar het eerste permanente theater van Antwerpen was gevestigd

City Archives of Antwerp, K. 2115.

De Eiermarkt, Antwerpen, met de toren van de
kathedraal vanachter
Public Domain ingekleurd

Over welke Magito gaat het hier eigenlijk?

In de  Dictionnaire  des Danseurs a Bruxelles staan stukjes over Philippe en Pierre Noël Magito. De Pieters, Pierres en Pierre Noëls hebben het de latere generaties niet bepaald makkelijk gemaakt en het kostte mij jaren om een redelijk inzicht te krijgen in de familie Magito. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het niet altijd is zo als waarschijnlijk lijkt.

Op 26 november 1766 kreeg de troupe koorddansers, onder leiding van Pierre Magito, toestemming van Charles de Lorraine om voorstellingen te geven in het Théâtre du Coffy, op dagen dat er geen voorstellingen waren in het Grand Théâtre.
Pierre doet dan opnieuw een verzoek om op te mogen treden  op 18 september van het volgende jaar en richt dit verzoek aan het Conseil Privé:

 Ik heb geprobeerd het wat vrij te vertalen om het enigszins leesbaar te maken.

 

Pierre Magito, geboren in de stad Brussel, heeft de eer, met diep espect…,  gedurende meerdere jaren heeft hij zich jarenlang ingezet om onderwerpen te vinden waarmee een uitverkoren gezelschap van koorddansers springers  en acrobaten  de welwillendheid van de adel en het applaus van het publiek kan verwerven.
De remontrant presenteert zich nu op de verschillende jaarmarkten van Holland en wil graag na die van Amsterdam, zijn show  op de jaarmarkt van Brussel, met de goedkeuring van Uwe Excellentie, vrezend dat Luitenant Amman obstakels in de weg zal leggen om bij de minste klacht aan die van het Grand Theater.


Hij hoopt dat Uwe Excellentie zich verwaardigt hem dezelfde toestemming te verlenen, die Zijne Koninklijke Hoogheid hem genadig heeft verleend bij zijn decreet van
26 november 1766, waarbij hij de remontrant toestond in het Coffy-theater in deze stad de voorstelling van de Koorddansers te geven, en dit op de dagen dat er geen voorstelling van komedie zal zijn in het Grand Theatre, waarvan een aanmaningsbrief werd verzonden door Zijne Koninklijke Hoogheid aan luitenant Amman, om deze reden doet hij zijn zeer respectvolle oproep aan Uwe Excellentie, smekend met het diepste respect om de indiener toestemming te verlenen etc

Op 21 september 1767 wordt Pierre Magito de volmacht verstrekt.

 

Door Pieter Philippesz Magito zou je normaal gesproken een streep te kunnen halen, want die heeft zich in 1765 gesetteld op 't Rietveld in Delft met Maria de Marode en Pieter junior. Uitsluiten doe ik hem zeker niet; Pieter sleutelde wel vaker aan de waarheid als dat beter uitkwam. NB vertaalprogramma’s vertalen  "natif de cette ville" , consequent met inwoner va deze stad en niet met geboren in deze stad.

Opvallend  is dat in het boek in het ‘kopje’ gesproken wordt over Pierre Noël Magito en in de daaropvolgende tekst alleen, over Pierre waar het gaat over de aanvraag en de permissie.

De Pierre Noël waarover de schrijver wil schrijven in de Dictionnaire, is getrouwd met  Françoise Dupré. Noël en Françoise zijn de ouders van ouders van een Pierre Magito, zo blijkt uit de huwelijkse bijlage van het huwelijk van zoon Pierre met Marie Therese Robba. Maar in de bijlage staat nog meer dat van belang is:vader Natalis of Noël Magito is in 1758 overleden in een dorpje in Frankrijk.
De overlijdensinschrijving meldt dat de overleden Noël Magito geboren werd in Den Haag en dat hij overleden is op 76-jarige leeftijd. Natalis Magito’s doop staat in 1682 geregistreerd in het doopboek van de Franse Kapel in Den Haag. Natalis Magito is een zoon van Alexis Magito en Margueritta Stampaert en een jongere broer van Philippe die ook vermeld wordt in de dictionnaire. In appointementen, permissies of notariéle akten wordt hij Noël genoemd in plaats van het door de pastores gebruikte Natalis.

De met Françoise Dupré getrouwde Magito, is niet de Pierre Magito die permissie vroeg om op te mogen treden in Brussel in 1766 met zijn troupe in Théâtre du Coffy. Maar wie is het dan wel?

  • De in 1740 geboren Pierre Noël, zoon van Noël Magito en Françoise Dupré lijkt , mede gezien de inhoud van het verzoek, wat te jong maar het is niet uit te sluiten
  • Johannes Magito, muziekmeester van Rotterdam en broer van Philippe had een in 1734 geboren zoon Petrus( Pieter) die zich ook bezig hield met Vuurwerkcomponist, pantomine en waarschijnlijk ook met koorddansen.Het werd geboren in Rotterdam.
  • Er is vrijwel zeker nog een Anthoine, Magito, een broer van Philippe waarvan ik geen gegevens over kinderen heb kunnen achterhalen.Maar we moeten zeker rekeninghouden met een nog onbekende Pierre Magito via en broer van Philippe
  • Het verzoek om op te mogen treden in het Theatre Du Coffy in Brussel, is overigens een stuk wat stijl betreft heel erg doet denken  aan de verzoeken die Pieter Philippesz Magito uit Delft schreef. Of de stijl familiair bepaald was of tijdgeest of dat het rekest inderdaad door Pieter Magito uit Delft geschreven is.. wie zal het zeggen? Ik houd daar ernstig rekening mee. Hij lijkt het in 1766 en 1767 niet echt druk te hebben gehad in de grote Nederlandse steden



“Het maakt niet uit WAT ze over je zeggen, ALS ze maar over je praten.”


Er zijn enkele stukken gevonden via Delpher die een beeld geven van het leven van Pieter, Maria en Nannette. Dat zij geen doorsnee leven geleid hebben is nauwelijks een verrassing. Showbusiness in de tijd van commedia dell 'arte. Maskers en flamboyante kledingstijl.

"Kermis-klugt of vermakelijke samenspraak tusschen Jan en Krelis, over de Amsterdamsche kermis-vreugd" door J. W.(naam onbekend) F.A. Stoett ,al eerder genoemd, schreef erover in het taalkundig tijdschrift  Noord en Zuid

 

Krelis

Jan

Krelis

Jan

Krelis

Daar was ook Masiton, mit alle zyn gezellen,
De Juffers fraay gekleet, haar prammelynties stellen
Voor ayder ien ten toon; ik kreeg ien raare lust,
Ik zay dat doet men nooit aan onze Boerse kust,
By ons is geen Maray of Neel die durft bekayken,
Om met haai' Pramme tuig zo bloot op straat te strayken.
Zy houdent wel bedekt, dat men die hiel niet ziet.
Dees waare veur de kou niet bang , of aar verdriet,
Zay waare wel gemoed, 't scheen haar niet te raaken,
Door 't dansen hoorde je, maat Jan, de planke kraaken.

Maar binnen ien de Tent wet was tog daar te doen ?

Jan meer of way ien Mayd verrasse mit ien zoen.
Daar danste zay d' koort, ik had 't nooit bekeeken,
Ik dagt dat kan geen Boer of hy zau den hals breeken.

Wel Krelis sagje meer?

 

Ja Jan denk hoe ik stong
Te kyken, dat 'er ien zo wonder vaardig sprong,
Byloo wel veertien man daar sprong hay over heene,
Ik zay by ons en is geen Boer zo gau ter Beene,
Die zulks durft onderstaan. Ja Jan 't stond wonder mooy,
Hoe net of ayder ding was in zyn regten plooy,
't Scheen regt Toveray, bayloo het waare snaaken,
Een zag ik op ien draat van ayzer grille maaken,
Ja Jan ons hiele Dorp liep voor die helden weg,
De Vrees beving hier 't Volk, verstaa je wat ik zeg,
Den iene had een Py met honderd duizend lappen,
Jan Klaase sloeg d' trom en maakte raare grappen.

De schrijver Joannes le Francq van Berkhey, een Nederlandse natuuronderzoeker, arts, dichter en schilder, was duidelijk geen vriend van Pieter Magito en de Kermiswereld. Hij schreef in 1756:

Nu Magito met zijn Maitressen:
Ik wed, je naam 't niet aan in zessen,
Te springen, als die Springer doet;
Hij speelt zijn rollen met den voet,
En weet, zoo in de lugt te zweeven,
Dat al de kijkers staan te beven,

Terwijl de Juffers, vet en glad,
Met bil-gedril als kalvernat,
Gerust het rokje laaten vallen,
En schaamtloos, bij het waerelds mallen,
Haar rol mee speelen, zoo 't behoort,
Op 't spantouw of de slappe koord.

Wat verder laat men u weer kijken
Twee Kind'ren, die maikaêr gelijken.
En die ook tevens, is 't niet raar ?
Geheel gegroeid zijn aan malkaêr;
Zoo speelt men daar, in looze kuuren,
De Rol op 't miswas der Natuure.

Nog naauw treedt gij dat spel weer uit,
Of straks schreeuwt men weêr, overluid,

Hier Luidjes, hier, hier motje weezen!
Van binnen is 'er niet te vreezen!
Komt, kruipe maar in; toe! met geweld!
Hier zie je wond'ren, voor je geld

 
vrienden! komt! treedt spoedig binnen,
De Poolsche Meester gaat beginnen;
is een opper Tovenaer;
knipt den kop of zonder schaar;
Of hand, of vinger, aan te raaken;
Hij weet je nikkerzwart te maaken;
Hij haalt het geld zelfs uit je beurs,

(Delpher-sd)                                                                                                                                                                                    

In dit eerste gedicht van deze Berkhey, uit 1756, noemt de schrijver ook Magito's Maitressen. De gedachte was niet zo vreemd. In 1756 had Pieter immers een relatie met Maria de Marode, de huisvrouw van Jacobus Reneau en was Antonet Bastaron zwanger van zoon Pieter jr.

Die gedachte was eigenlijk niet zo vreemd. In 1756 had Pieter immers een relatie met Maria de Marode, de huisvrouw van Jacobus Reneau en was Antonet Bastaron zwanger van zoon Pieter jr.

Bij het doorkijken van alle boeken die ik kon vinden waarin over Magito wordt geschreven kwam ik van dezelfde auteur een tweede opmerking tegen over Pieter Magito, in

Rondeeltje en het hoofdstuk Raadzel O! so mooy

Auteur Joannes le Francq van Berkhey
Jaar van uitgave 1778

Eerlijk gezegd begrijp ik niet waar het hele verhaal over gaat, maar uiteraard intrigeert mij
de zin: ‘ En Magito met zijn Françoise’

 

Kolf en bal: Kaatsbaan. Voorloper van tennis.   Apenspel: een onzinnige vertoning.
Engel Moolen: molen de Engel?   Een Paskwil is een schot- of smaadschrift en een rarekiek een kijkkast
Een oortje is een Nederlands koperen geldstuk ter waarde van ƒ 0,0125, dat is twee duiten, een kwart stuiver of 1/80 gulden,

Naby 't hoogheerlyk Hogerwal
By 't klinken van de kolf en bal,
Om op de grond der Engel-moolen
Te stooken Duyvels-twist-brandkoolen

Of met het Apenspel-Congres
De schrik te zalven met de Fles.
Zie daar, nu kan men 't Raadzel raaden?
Dan staan we alree weer in Parade

Om met een nieuwe Rariekiek
Te koomen by 't Paskwil Fabriek:
Om 't klugje van geheim Kantoortje
Te laaten kyken voor een oortje

Daar zullen wy O, o So Mooy
Een Klugt vertoonen par moi fooy
Daar zelfs à l'Ombre de Chinoise
En Magito met zyn Françolse,
Als prullen zyn, verstant my wel,
By t Treur Grap-Apenspel



Pieter Magito was waarschijnlijk net zo Frans als zijn Maria de Marode. Maar Antonet Bastaron was geboren in Frankrijk. Wordt met ‘zijn Françoise’ Antonet Bastaron mijn  oudbetovergrootmoeder bedoeld, die 20 jaar na de geboorte van haar zoon Pieter nog in Nederland is, of was er een nieuwe Française? Ik denk en wens het eerste.

 

Een paar jaar onderzoek verder, denk ik dat de relatie met Antonet Bastaron en Pieter intact is gebleven en dat zij samen, met haar latere echtgenoot, is blijven werken met Pieter Magito en Maria de Marode.

 

 

Wat ik op internet aan boeken of kranten kon vinden over Pieter, heb ik gelezen. Dit is de enige schrijver die het over Pieter en vrouwen heeft. Eén bron is geen bron zeker niet wanneer de schrijver absoluut niet tot de vriendenkring van Pieter behoorde.

Ik verwachtte meer roddel en achterklap.


Fabels en Vertelsels
Auteur Themmen, Phœbus Hitzerus Jaar van uitgave 1793

Twee pleisterbeelden


Een doctor had twee pleisterbeelden,
Geplaatst op zyne boekenlkast,
Die hemelsbreedte van elkanderen verscheelden,
Waarvan het één zeer fraai en net gegoten was,
Doch 't ander ruw en lomp, en vol gebreklykheden.

Een zeker wysneus treed, met hoogverwaande schreden,
En vol deftigheid, in 's doctors boekvertrek;
Hij slaat aandachtig 't oog op bei de beeltenissen,
En roept: Hy is voorwaar een gek,
Die zich met mooglykheid kan in die twee vergissen!

Beschouwt men slechts dat schoon gelaat,
Men kan in all' de wezenstrekken
Den schrandren, groote man ontdekken;
Wyl't beeld, dat naast hem staat,
Een potsenmaaker schynt: elk kan, in 't domme wezen,
De laagheid van zyn ziel, met grove trekken ,leezen


Ja, k wed, dat groote beeld zal vast
Een Boerhaave of Erasmus weezen;
En 't kleine, de een of andere kwast,
Die door wat grappen wist zich zo beroemd te maaken,
Dat hy in't einde ook mogt in beeldtenis geraaken:
Misschien zal't Magito. of een Pinetti zyn,

Gy zyt, sprak de arts , mynheer, door uiterlyken schyn
Ten eenemaal bedrogen.
Zie hoe men zich dus ligt vergist!
Dat schoone beeld, waar ge in het wezen
Den grooten , schrandren man zo duidlyk dacht te leezen,
Is Paracelsus beeldtenis,
Wyl 't kleine ruuwe beeld, waar ge in wezenstrekken
De laage ziel des mans klaarblyklyk dacht te ontdekken,
Het echte borstbeeld van den grooten Newton is

 

 

 Paracelsus, was een beroemd, maar tevens controversieel arts, filosoof en theoloog die zich bezighield met alchemie en astrologie.


Magazyn voor de critische wijsgeerte, en de geschiedenis van dezelve deel 2 1799

NB Het lijkt onwaarschijnlijk maar dit zou ook over Pieter junior kunnen gaan; de oude Pieter Magito is al enige jaren overleden.
Oudgrootvader Pieter, junior, was toch wat minder spraakmakend.

Ik heb de tekst uitgeschreven in de hoop er meer van de begrijpen. Dat Pieter imposante sprongen maakte is duidelijk.


De menschen verwarren het denken, enkennen, het logische wezen der dingen met derzelver wezenlijke natuur, en besluiten, uit de onderwerplijke mooglijkheid, tot de voorwerplijke, of het werklijke bestaan, der voorwerpen van hun denken.
Dit is eene ellendige verwarring, en de bron van veele andere dwalingen louter bedrog der bespiegelende Rede, die zig zelve niet kent!
Het is, voor een' Wijsgeer, der moeite waardig te zien, hoe zij, die den critischen geest missen, zig dood praaten, wanneer men hun bewijst, dat zij een' geweldigen sprong doen.
Een der zoodanigen, dien ik, daarom MAGITO onder de anticritische Wijsgeeren genoemd heb (), andwoordde eenmaal:
‘de sprong zij groot, of klein; wij moeten denzelven noodzaaklijk doen, willen wij niet blijven hangen, en, tot vermoeijens toe, in denzelfden doolhof rondlopen.’
Men zou denken, dat de Man, toen hij dit schreef, zig en zijne Lezers, doorspot-

En daar kwam weer een reactie op

Beginzels der kantiaansche wysgeerte

Auteur Hemert, Paulus van Coauteur Born, Friedrich Gottlob

VOORREDEN.

Dien man, in de voorreden voor het tweede Deel,reeds rondult gezegd, en met eenige staatkens, op blz 25, bewezen, dat bij, hoe hoog bij ook van zig zelven moge gevoelen, de leer van den beroemden KANT in ‘t geheel niet verslaat: het zij dan,dat hij van nature te dom zij, om dezelve te bevatten, of dat hij, daar toe, te zeer mangel hebbe aan voorbereidende cultuur, of ook onder de heerschappij van vooroordeelen, neigingen, of driften sta.

Hoe dit zij; in wederwil van mijne bestraffing, door welke zijne eigenliefde zekerlijk niet weinig gekwetst is vaart bij nogtans voord, zijne diepe onkunde, en volkomen ongeschiktheid voor ware Wijsgeerte, al verder, en nog duidelijker, aan den dag te leggen en zig, zelfs bij middenmatige verstanden, bespotlijk te maaken. Wie tog, bid ik u, is in staat, om zijne lagspieren te bedwingen, als bij hem hoort zeggen:

DE SPRONG ZIJ GROOT, OF KLEIN; WIJ MOETEN DENZELVEN NOODZAAKLIJK DOEN, willen wij niet blijven hangen, en tot vermoeijens too, in denzelfden doolhof rondlopen()"? Een man, die zulk een galimatias kan uitstooten, verdient gewis geen andwoord. Ik zoude mij derhalve aan dien SPRINGER-die MAGITO onder de anticritsche Wijisgeeren-geheel nies stooren, en hem laten springen, zoo hoog, en zoo verre bij wilde. enz


Staat het niet mooi een kleinen jongen te zien loopen met een groote roos van linten op zyn broek, dat men zoude zeggen,dat hy eer by Magito thuis hoords, dan by een fatsoenlyk burger ? Wel, vroeg Wysneus, wat kwaad kan dat? Dat kan zoo veel kwaad, antwoordde Zedenveld, dat het jeugdig verstand al vroeg gewend wordt, om in uiterlykheden , in de ydelheden van pracht, hoe min en nietig in zich zelven, meer waarde te stellen, dan in wezendlyke verdiensten: en die eerste indruksels blyven hun by heur gantsch leeven lang, zoo dat zy, tot jaaren gekomen zynde, zich daar niet ontdoen kunnen.

Dit verhaal bevestigt wat de inventarisatie van de boedel na het overlijden van Maria de Marode al deed vermoede en dat is dat de Magito's veel aandacht en geld aan uiterlijk vertoon besteden en dat is eigenlijk ook wat je verwachten kunt van mensen die zich bezig houden met commedia Dell'Arte en hun brood verdienen in de amusementswereld, met het geven van theater, dans, muziek, acrobatiekvoorstellingen op een soms op een letterlijk "hoog" niveau.


Ging Pieter failliet en welke Pieter was dat dan en wanneer?

De Rotterdamse Stadsarchivaris noemt in zijn stukje over de Rotterdamse Koorddansersfamilie  in 1770, in Rotterdam, de in beslagneming, op al het hebben en houden van Pieter Magito. Hierbij zou in de inboedelbeschrijving een zilveren penning, ontvangen van het stadsbestuur van de gemeente Embden in Oost-Friesland aangetroffen zijn. In andere opzichten is volgens de stadsarchivaris deze lijst van in beslag genomen goederen merkwaardig.

‘Zij geeft ons behalve van Magito's geldbezit, zeventien enkele Louis d'or en eenige zilveren guldens, een opsomming van zijn geheele uitrusting en een vrij minutieuse beschrijving van zijn artiestenkostuum.

Compositietekening doormiddel van A I

Opgenoemd worden :

·       een blaauwe rok, een roode broek en camisool springerskleeren,

·       een paar blaauwe handschoenen,

·       een wolle muts,

·       een lap tot een camisool en voering,

·       twee manshemden,

·       vier paar kousen,

·       een springersmuts en

·       drie neusdoeken’,

·       eenig gereedschap tot het componeeren van vuurwerken,

die alle bewaard worden in een koffertje met zijn initialen P. M. gemerkt.

Maar …, Pieter Magito en zijn vriendin Maria wonen niet in Rotterdam, maar wonen in 1770 aan het Rietveld in Delft met de jonge Pieter.  Maria overlijdt in 1781 op 't Rietveld en krijgt een Kerkgraf in de Oude Kerk.(niet Pro Deo) En vuurwerk? Dat besteedde Pieter Magito uit Delft uit aan zijn vuurwerkmeester.

Voor Pieter uit Delft is 1770 nog niet de tijd om failliet te gaan.

In de tachtiger jaren van de achttiende eeuw werden door het het uitbreken van de oorlog werd het Pieter Magito en Spinacuta moeilijk gemaakt inkomsten te genereren. Kermissen en Jaarmarkten worden jarenlang geschrapt  De hoop was dat met diplomatieke erkenning door de Verenigde Staten het tij in de Nederlanden ten goede zou kunnen keren.Helaas het mocht niet zo zijn. Op de kermis van Den Haag werd  Spinacuta geweigerd; zijn vriend en collega Pieter Magito mocht één tent opzetten, maar de omzet viel tegen. Leiden gaf geen van beide Orangisten  toestemming om op te treden.Hun hoop was gevestigd op de patriottische steden Dordrecht en Delft. Mochten ze daar geen vergunning krijgen, dan was Pieters plan om in plaats van op het slappe koord op een trommel te slaan, als  tamboer van Staat aan de slag te gaan.

Spotprent 1783
Op een verhoging voor een kermistent "de Oranjeboom"
staan weer de Oranjegezinde dominee Petrus Hofstede,
de Rotterdamse burgemeester Van der Heim en Kaat Mossel. Daarvoor staan aan de rechterkant stadhouder Willem V met zijn drie kinderen en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen.
Links zien we de hertog van Brunswijk, de adviseur van de prins, en de geest van Willem IV, vader van de stadhouder.

De prins zegt; “Couragie, burgemeester” 
tegen burgemeester Van der Heim.
Willem IV antwoordt: “Jongen ben je mal”.
Op de voorgrond zien we het verzamelde publiek.

 

D' Orangeboom CC0 ingekleurd
(Rijksmuseum, sd)

Onder de prent staat, zoals zo vaak, een vers van vier regels:

“HOFSTEDE en van der HEIM, KAAT MOSSEL in een zak
Ziet men Voor ’t Poppen Spel en ’t Gansch Oranje pak,
Aanschouwd, hoe Willem Baas in ’t aanzien van zijn Taatje,
Den Hertog en het Volk komt spreken met zijn Kaatje.”

Taatje is Westfries dialect voor vadertje, in dit geval dus Willem IV als geest

Nb De term Oranjeboom was een geliefkoosde uitdrukking om de gehechtheid aan het vorstenhuis mee uit te drukken en zo de naam van bijvoorbeeld een molen, een walvisvaarder, een weeshuis een bierbrouwerij of een Orangistische Kermisexploitant (?)
Als uithangbord bij herbergen of koffiehuizen, 'In den Oranjeboom', suggereerde het vertrouwdheid en geborgenheid.

Overige sporen uit de dagbladen en boeken ( www.delpher.nl )

In 1796 gaf hij in zijn kermisbarak de eerste circusvoorstelling in Delft"
Pieter Magito en Lion Kinsbergen worden de eerste circusdirecteuren in Nederland (1796). Na dit jaar trekt Pieter zich terug en neemt Lion Kinsbergen in 1798 zijn rol als promotor van het circus over.

In 1802 besluit Pieter Magito te gaan samenwerken met JN Dupuis. Er wordt een groot vuurwerk afgestoken.

Tot zover het gangbare verhaal.

 

Het echte verhaal:

Over Pieter Magito werd veel geschreven en Pieter adverteerde regelmatig in de kranten om voorstellingen aan te kondigen.

Wanneer we naar de laatste decennia van de 18e en het begin van de 19e  eeuw kijken is de grote vraag: over welke van de Pieters Magito hebben we het hier? Gaat het nog wel steeds over de beroemde Pieter, zoon van Philippe Alexiszoon Magito en Marie Therese Griffon of gaat het over Pieter (1757) de zoon van Pieter Magito en Antonet Bastaron?

De Magito's hadden vrij grote gezinnen en vernoemden hun voorouders netjes en daar waren meerdere Pieters onder.

  • Petrus, Pieter, geboren in 1735 in Rotterdam, zoon van oom Johannes en tante Huybertje Magito heeft ook voor het kermisvak gekozen en is van beroep vuurwerkcomponist, pantomine-speler en waarschijnlijk ook koorddanser.Pieter Alexis zoals hij ook wel werd genoemd trouwde met Maria Philippo en vertrok"metterwoon"in 1755 naar Delft. Hun kinderen werden in 1766 en 1770 echter gewoon in Rotterdam geboren.
  • Pieter Magito, eveneens geboren in Den Haag maar in 1740. Deze neef van Pieter werkte met vuurwerk en danste op het koord.
    In 1777 trouwt hij op 27-jarige leeftijd met de Franse Marie Therese Robbe. Marie Therese, geboren in Spanje, is lid van een Franse acrobatenfamilie. Deze Pieter Magito, zoon van Noël, lijkt te jong voor de inbeslagname van 1770.
  • Pieter Magito, junior uit 1757 woont nog 'thuis' op het Rietveld in Delft
  • Ik sluit niet uit dat er nog meer neven Magito rondliepen met de roepnaam Pieter of een afgeleide daarvan. Om die reden heb ik wat beter gekeken ook naar de kinderen en kleinkinderen van Alexis Magito en Grietie Stampaert.

De eerste Pieter Magito lijkt mij de kandidaat voor de in beslagneming van goederen in Rotterdam in 1770
.

Hoe zat het dan met Pieters financiële situatie
Timmerman Antonij Bosman nam Pieter Magito in december 1754 in Amsterdam in gijzeling, in verband met het niet betalen van de herstelwerkzaamheden aan zijn loods ofwel zijn circustent. Pieter schikte voor 250 gulden, maar betaalde Bosman pas enkele maanden later en dat had gevolgen. Daarop plaatste Pieter berichten in de kranten dat hij niet in hechtenis was genomen en gewoon zijn optredens had.

Stadsarchief Amsterdam

Dit betekende niet dat de zaken niet slecht gingen  In 1761, 1769 en 1772 kochten Pieter Magito en Maria de Marode in totaal zes huizen aan de Suitzijde van het Rietveld in Delft.  'Het vergulde zwijnshoofd"  bewoonden zij, zoals eerder opgemerkt, zelf; de andere panden gingen in de verhuur. De huizen stonden op één na op naam van Maria de Marode .
Na het overlijden in 1781 van Maria de Marode, met wie hij inmiddels in gemeenschap van goederen getrouwd was, werden de financiële problemen van Pieter Magito pijnlijk zichtbaar. De huizen in Delft gingen in de verkoop. Pieter en Maria hadden een gezamenlijk testament opgesteld dat, toen Maria op sterven lag In 1781, werd aangepast; Petrus Pieters zoon, ontving van haar tweehonderd gulden. Binnen vier maanden na verkoop van het bezit in Delft trouwde zoon Pieter (december1781) met Alida van der Linden. Op de inschrijving staat dat hij dan al in Cool, in Rotterdam woont. Pieter Philippesz kan wel blijven wonen in het kleine pand aan het Rietveld,  dat hij in 1761 op zijn naam had laten zetten. Hierop stond geen hypotheek en het is bekend dat hij In de eerste maanden van 1792 deze woning heeft laten renoveren.

In de loop der jaren veranderde de politieke situatie en door de Vierde Engelse Zee-oorlog werden grote attracties van de Kermisen geweerd en werden politieke voorkeuren belangrijker. en Pieter had daar last van. Hij was immers opgegroeid in een familie die geld verdiende aan onder andere feesten aan het Stadhouderlijkhof en Pieter maakte ook in zijn eigen carrière geen geheim van zijn politieke Oranje voorkeur. Het is ook bekend dat de Oranjes als er Kermis was in Den Haag, zeker de Magito voorstellingen bezochten.

Na het overlijden van Maria gaat Pieter, inmiddels 73 jaar, door met werken; stoppen zal geen optie zijn geweest ook al kwam hij  de laatste decennia van de 18e eeuw  steeds moeizamer aan werk. Niet alleen stond hij nu aan de 'verkeerde kant' hij werd ook ouder en was geen trend setter meer en trend volgen lag, vermoed ik, totaal niet in zijn aard. Na het opheffen van de controle op het verbod van paard en wagen in de stad, nam het privébezit van paarden toe, net als het aantal shows met paarden. Pieter was niet de enige met ruimte om paarden en wagens te stallen en steeds meer mensen hielden paarden en dat kan een verklaring zijn waarom vanaf circa 1765  ver sprake was van toenemende concurrentie tussen koorddansers, toneelspelers en de  shows met paarden.

In 1768 vertoonden Engelse en Franse pikeurs hun kunsten op de markt. Pieter Magito aarzelde, misschien was de conclusie van de reis naar Parijs in 1752 wel geweest dat Pieter een show met paarden, niets voor Pieter was. Hij had  een voorkeur voor het traditionele aanbod van Koorddansers, springers etc. Dat traditionele aanbod echter was al snel niet meer voldoende en  Pieter moest wel mee met de nieuwe tijd. Hij werkte samen met pikeurs als At Jones, Binnaur en Sbiriny. In 1790 moest Pieter, waarschijnlijk uit financiële overwegingen, zelf weer het koord op. Hij had nog maar een kleine show over waarmee hij rondtrok. In 1791 adverteerde Pieter dat hij tijdens de kermis op de Botermarkt stond en dat hij hoopte hetzelfde genoegen te geven als het voorgaande jaar, maar nu met een troep die een derde groter was, Het werkte echter niet en de show werd zegt men vervroegd beëindigd. Ik heb daarvan geen gegevens kunnen vinden Het verhaal gaat dat Pieter met stille trom het terrein van de kermis verlaten heeft, Daarna heeft één van zijn schuldeisers, de Amsterdamse kaarsenmaker Jan Justus Merklijn, zonder resultaat geprobeerd via een huurder van één van Magito's tenten, de pikeur Peter Mahye zijn geld te krijgen. Daarna volgde beslaglegging op Pieters goederen door Mahyeu en door de  kredietverstrekker Salomon Levy Benger . Pieter Magito legde als reactie weer beslag op de goederen van Mahyeu, Eén en ander is terug te vinden oude rechterlijke archieven en werd beschreven door Ton Jongenelen in de mededelingen Weyerman
We schrijven dan inmiddels oktober 1791
.Helaas heb ik noch het verhaal van de kaarsenmaker, noch het verhaal van Mahyeu terug kunnen vinden via de opgegeven bron.



Mei 1791 geven in Amsterdam "den Ouden Magito" en Pieter Magito samen een show in een nieuwe tent die zoon Pieter had laten maken.. Dit is enigszins verwarrend. niet? temeer daar de krant schrijft over broeder Pieter van de "den ouden" Magito. Dat er twee Pieters in één gezin opgroeien is uiterst onwaarschijnlijk wanneer beide in leven zijn. Het lijkt erop dat er een familielid werkt onder het succesvolle "merk" Pieter Magito.

  • In aanmerking komen onder andere de al eerder genoemde Petrus de jongste zoon van Johannis en Huybertje en Petrus / Pieter, de zoon van Pieter en Antonet Bastaron. Petrus Johannesz is een Vuurwerkcomponist en pantomimespeler
  • In 1783 verkocht Pieter Magito zijn tent aan een vennootschap van zijn zoon met twee buitenlandse artiesten. In oktober 1786 leende Petrus Pietersz  zeshonderd gulden, met zijn tent als onderpand. In 1790 liet hij een nieuwe tent maken. Een jaar later trad hij op samen met Joannis Baptiste Angelucci die inmiddels getrouwd was met Antonia Bastaron (geboren rond 1743) en waarschijnlijk een nichtje of zusje was van zijn moeder Nannette als het toch Nannette zelf niet is .
  • Van Petrus, Pietersz weten we uit de scheidingsakte, dat hij drie tenten en een Schuit had voor het Kermiswerk.
    Ik denk dat we aan kunnen nemen dat zoon Petrus Pietersz zijn vader opgevolgd heeft.

NB
In laatste decennia van de 18e eeuw is de nadruk van de show meer op het Vuurwerk gekomen
Aan het Hof van koningshuizen van Frankrijk, de Bourbon in Versailles, in Engeland  de Tudors en Hannover in London en in Rusland de Romanovs in St. Petersburg, werden in de 16e en 17e eeuw grote kunstvuurwerk spektakels vertoond. Landen als Duitsland verspreidden de kennis vooral naar het Russische hof, de Italianen naar het Franse Hof en de Nederlanders en Denen naar het Engelse Hof.
Pieters achterneef, Jean Baptiste Magito (1820-1847) bracht het vuurwerk naar Zweden en Finland. De Finse kranten schreven er in 2018 nog over ( bijna onderaan de pagina kinderen van Philippe)

- KIngsbergen geeft in mei 1801 een show in de tent die hij overgenomen heeft van Magito

De Verdronken Koorddanser 1792

Opvallend is dat het laatste decennium van de 18e eeuw geschreven wordt over voorstellingen in de Tent van de Oude Magito, maar dat Pieter Magito Sr als optredend artiest nauwelijks wordt genoemd .

Harmen Snel maakte mij attent op een Inschrijving Begraven in Princenhage op 12 april 1792


 
"Overleden en  begraven den berugten Koordendanser Pieter Magitot  zijnde den selven in een sloot op den Emer verdronken" 
Dank daarvoor Harmen.

 

De begraafplaats Princenhage heet tegenwoordig Zuylen en is in Breda te vinden.

Princenhage archief

 

Er is een publicatie uit 1975 ‘Kermisattracties en toneelvoorstellingen te Breda in de zeventiende en achttiende eeuw’ door Dr. J. L. M. de Leppe, waarin dit overlijden in de sloot op den Emer wordt aangehaald in een bronvermelding.


De Magito's vormden een echte kermisfamilie. Ze traden niet alleen op als koorddansers en akrobaten, maar ook als comedianten, poppenspelers en exploitanten van een hondenspel. De hier genoemde koorddanser was wellicht dezelfde als "den berugten koordendansser Pieter Magitol", die op 14 april 1792 te Prinsenhage werd begraven nadat hij op 12 april "in een sloot op den Emer" verdronken was. GAB DTB 147, f. 35. (Dit laatste volgens een vriendelijke mededeling van Dr. F. A. Brekelmans).

Een aankondiging onder andere  in de Groninger Courant van 18 mei 1802 heeft lang ervoor gezorgd dat aangenomen werd dat Pieter Philippeszoon na april 1792 nog in leven was.




J.N. Dupuis en Pieter Magito ( den Ouden) alom door gansch Europa beroemd, hebben zig thans onderling met hunne Troupen vereenigd;- zy hebben als nu een accompagnement van Konstenaars, wier weergae men elders te vergeefs zoeken zal; Stijve en slappe Koord, Koperdraatdansers, Springers en Springeressen, Balanceerders en Voltigeerders. Men speelt gedurende de Kermis alle avond te 8 uur in het Huis van de Loge in de Brugstraat. --Verwagt by goed Weder een fraay geillumineerd en gedecoreerd GROOT VUURWERK, welk in de Stads Manegie gegeeven, en den dag nader by Billets zal aangekondigd worden.

De in heel Europa beroemde Dupuis en Pieter Magito(den Ouden) hebben zich verenigd en komen met een show.
In deze berichten geen verhaal over de Tent van de oude Magito maar een bericht over de oude Magito zelf.

Maar.....de kranten uit die tijd publiceerden vooral door Pieter Magito en zijn zakenpartners geplaatste aankondigingen van optredens en minder recensies of nieuws over Pieter.

Is het een bewuste marketing truc geweest? Pieter Magito sr was tenslotte een beroemdheid, een visitekaartje. En wanneer je dan ook Pieter Magito heet en je bent inmiddels de oudste van die naam in de familie, is er geen woord van gelogen ook al ben je pas 49 jaar.

Op grond van de Groninger Courant zou je kunnen concluderen dat Pieter minstens voor een deel van 1802 nog springlevend was en dat de verdronken Pieter, een Pieter uit de jongere generatie zou moeten zijn, die inmiddels ook een zoon heeft die Pieter heet.

Op grond van de Groninger Courant zou je kunnen concluderen dat Pieter minstens voor een deel van 1802 nog springlevend was en dat de verdronken Pieter, een Pieter uit de jongere generatie zou moeten zijn, die inmiddels ook een zoon heet die Pieter heet.

Bij het onderzoek naar de aankoop van de huizen in Delft was mij opgevallen dat Pieter  begin 1762 zijn huis aan het Rietveld in Delft had laten renoveren. Mij leek het tijd om nog eens goed te gaan kijken naar de verkoopgeschiedenis van dit huis. Wie verkocht het, wanneer in de negentiger jaren van de 18e eeuw?

StadsArchief Delft

De rekening die boven op het archiefstuk over de verkoopgeschiedenis van Pieters pand aan het Rietveld lag, had ik, dom dom, dom, eerder niet letter voor letter bekeken. Ik hoopte dat nader bekijken van de rekening, een datum van ruim na april 1792 op zou leveren, dat zou immers betekenen dat het niet onze Pieter was, die aangetroffen was, in die sloot in het Brabantse land.

De rekening bleek uit 1792 en na 12 april opgemaakt, maar het stukje papier leverde nog iets anders op: Het bleek een openstaande rekening voor Pieter Magito te zijn, die nu gepresenteerd werd aan Monsieur Guiben,  ‘zijnde erve van Pieter Magito’. Meneer Guiben is waarschijnlijk de vertegenwoordiger van de erfgenamen van Pieter geweest Het lijkt er op van Pieter een groot deel van zijn leven en tot zijn dood een thuisbasis aan 't Rietveld in Delft heeft gehouden, op korte afstand van de woning van zijn ouderlijk gezin aan de Verwersdyck

 

De inschrijving van het overlijden en begraven in Princenhag, gaat dus wel degelijk over Pieter Magito, mijn oudbetovergrootvader.
Met de vondst van de verdronken Koordendanser op 12 april 1792 kwam er een droevig einde aan een verhaal, goed genoeg om nog steeds mensen te boeien..

Princenhage op 12 april 1792
"Overleden en  begraven den berugten Koordendanser Pieter Magitot  zijnde den selven in een sloot op den Emer verdronken"

 

 

 



In de buurt waar Pieter verdronk, lag het Kasteel van Emer op de afbeelding is rechts de theekoepel van het kasteel de Emer te zien. Op het jaagpad aan de westelijke oever een vrouw met een takkebos en een man met een paard. Op de voorgrond links een man met roeiboot, een man die naar de rivier wijst en een man en een vrouw op de oostelijke oever van de Mark waarvan de Emer aftakt.



Gezicht op stad met rivier de Mark door (Frans officier),,Breda Beeldcollectie. 19750179  Stadsarchief Breda Ingekleurd

De vraag naar de omstandigheden waaronder Pieter in het water van de Emer terecht gekomen is, zal waarschijnlijk niet beantwoord gaan worden. Wat deed hij daar? Stond daar in de buurt zijn tent? Pasen viel dat jaar op 8 en 9 april. Werd hij onwel? Was het een natuurlijke dood, of toch niet, en waarom stond er niets in de krant over het overlijden van onze beroemde Koordendanser?  Was zijn roem voorbij?

Princenhage bij Breda, een Heerlijkheid van de Oranjes, Pieter kwam er waarschijnlijk vaker. Prinses Wilhelmina van Pruisen getrouwd  met prins Willem V, verbleef in juni 1791 een tijdje in Breda en in een brief aan haar man vertelde ze over de kermis die ze bezocht had en zij was daar erg over te spreken. Het zou kunnen dat Pieter wederom een optreden had in deze omgeving. Er wordt wel gesproken over overwinteren daar, maar waarom zou hij in Breda overwinteren, met zijn huis in Delft?



Victor Zeppenfeld - Der gestürzte Seiltänzer (1864)
http://commons.wikimedia.org/

Daarbij is er nog  een ding dat we niet moeten vergeten en dat is dat Pieter en Maria in 1750 een houten binnenvaartschip kochten en dat deze boot in 1792 nog in gebruik was bij de Magito's. De Magito's verplaatsen zich niet met paard en wagen, maar met paard en boot door de Nederlanden. De Mark, het riviertje waar Kasteel den Emer in de buurt lag, was te bereiken via de waterwegen van Zuid Holland en Brabant.

Het kan dat Pieter het water heeft gezocht, maar het is heel goed mogelijk dat onze Koorddansende voorvader met een doorgaans fenomenaal evenwichtsgevoel, bij het aan of van boord gaan van zijn boot, een fatale misstap heeft gemaakt, al dan niet als gevolg van verdrinken van zijn ellende.

Pieter heeft 1796, zo lijkt het, niet gehaald. Moeten we de circus- geschiedenisboekjes  gaan herschrijven; was Pieter Magito wel de eerste circusdirecteur van het circus in Delft? En zo ja, over welke Pieter Magito hebben we het dan; die van het bekende portret met schaatsen en steekmuts , of was dat hem toch niet, maar zijn zoon Petrus Pieterszoon Magito, mijn oudgrootvader of was het de Merknaam Pieter  Magito?


Werd bekent gemaekt, dat Sr. P. Magito met zyn vermaerde Troup ,de eer zal hebben van de generaele Exercitie van de week voor het laetste te doen. NB. Op heeden dezen dag zal de Weddenschap door gaen van èenige Lief hebbers gedaen tegens Romano en de Broeder van den Turk, op ’t Yzerdraed, en zal van alle Aenschouwers geoordeeld worden wie ’t beste'

*Wie was Placide: Alexandre-Placide Bussard.
In de Dictionaire des Pierrots staat dat Placide één van de beste springers en koorddansers in het Theater Nicolet was, waar hij rond 1770 optrad. In die tijd schreef hij verschillende zeer succesvolle pantomimes. Hij gaf talloze optredens in provincie en in het buitenland, vooral in Londen.  In 1785 maakte hij niet langer deel uit van de groep waarin hij zo lang had geschitterd, en in 1778, is hij danser van de koning .
Wat is er van Placide geworden? In Parijse bladen schreven De Manne en Menetrier dat er in 1830 in het kleine theater van de Funambules een oude acteur was, genaamd Placide, die de Cassandres speelde en ondanks zijn leeftijd een grote flexibiliteit toonde; deze acteur werd op een ochtend dood aangetroffen op een bankje aan de boulevard waar hij de dag ervoor dronken had geslapen, en zij stelden de vraag of deze ellendige oude man niet dezelfde is als de briljante Placide van het Theater  Nicolet.

Dit lijkt niet overeen te komen met de waarheid
Alexandre-Placide Bussa bekend als Placide, geboren in Messina,  Sicilië en stierf in New York op 26 juli 1812. Hij was een beroemde Italiaanse koorddanser. Getrouwd met Carmina Spinacuta, de zus van een andere koorddanser. Samen doorkruisten zij Europa in de tweede helft van de  18e eeuw . Na de Franse Revolutie ging Placide naar de Verenigde Staten

Maak jouw eigen website met JouwWeb